Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620
Afbeelding van Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620Toon afbeelding van titelpagina van Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.25 MB)

Scans (19.26 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620

(1999)–Anthoni Smyters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620


Vorige Volgende

U.

uil

(uyl) vriend der duisternissen, donker, allenig, klagend, nachtminster [liefhebster van de nacht], voorzegger [voorspeller], droevig, sterfelijk [de dood voorspellend], treurend, Athenisch [van de godin Athena], ongelukkig, onaardig [lelijk], nachtgeest, zuchtend, bont, steen-, kerk-.

Uilenspiegel

(uylenspieghel) bootsig [grappig], gek, guit, uitstrijker [bedrieger], spotter, vermakelijk, spotters-patroon, boevenvoorbeeld, gabberaar [grapjas], beuzelverkoper [jokker], bedrieger, deugnietenspiegel, landloper, narrenvriend, Tielenaar, strontverkoper.

uitdroging

(uytdrooghinghe) kwelend [lijdend], kwelachtig, bleek, dor, ziekelijk, verdorven [bedorven], koortsig, mager.

uitneming

[uitzondering] (uytneminghe) uitzondering, gunstig, wederlegd, vrij, los, tenietgedaan, gepriviligeerd, vergeeflijk, uitgestoken.

uitspraak of oratie

[redevoering] (uytsprake ofte oratie) gemeen [openbaar], openbaar, welsprekend, voorverdacht [tevoren bedacht], geschikt [opgesteld], verstandig, oproerig, statig, degelijk, wijsmakend [overtuigend], sermoenen, predikers-, geleerd, welgesproken, gemeente- [volks-], lang, scherpzinnig, orateurs-, eerbaar, gesierd, behoningd, retorieks, retoriekelijk. Zie oratie.

uitspraak

[redevoering] (uytsprake) schoon [mooi], heerlijk, fraai, verstandelijk, verward. Zie oratie.

uitspruit

[loot] (uytspruyte) teer, bottend, wild, getakt, rijzig, gegaffeld, klein, wassend [groeiend], nieuw, recht, overvloedig.

uitstel of vertrek

(uytstel ofte vertreck) wachtend, lang, verlengd, uitgesteld, langbeidend, verbeidend, vluchtend.

uitvaart

(uytvaert) ceremoniaal, kerkendienstig, gedenkwaardig, grafs, hovaardig, heerlijk, droevig, deerlijk, christelijk, eerlijk [eervol], laatst, beschreid, rouwdragend, zwart, dood, berouwkleed, beklaagd, smartelijk, prachtig.

Ulysses

(Vlysses) Ithacisch [van Ithaca], loos [sluw], der Grieken eer, wijs, vermaard, Sisyphisch [als de sluwe Sisyphus], scherpzinnig, Grieks, schalk [schurkachtig], boos, traag, soldaat, Homerisch, welsprekend, werkmeester der boosheid, meinedig, leugenaar, bedrieglijk, verrader, vos, arbeidig, verhard, landloper, bedacht [bedachtzaam], Peneloops [van Penelope], hartelijk [moedig], ervaren, ridderlijk, wreed, eedbreker, bedrieger, geschikt [knap], subtiel, dubbel, doortrapt, wakker, boosachtig, langzaam, boefachtig, smeker [mooiprater], vleier, expert [ervaren], krijger, eloquent, behendig, krijgsheld.

Homerus, de prins der dichters, vertelt dat Ulysses, zoon van Laërtes, koning was van het eiland Ithaca en van Dulichia. Hij was een uiterst welsprekend man, ervaren in belangrijke regeringszaken, dapper en schrander in de oorlog, iemand die geduldig leed kon verdragen. Zijn vrouw heette Penelope, bij haar had hij Telemachus, en hij was op haar zo verliefd dat hij, om niet aan de oorlog in Troje te hoeven deelnemen, deed alsof hij krankzinnig was. Maar toch stuurde men hem daarheen, want zijn listigheid werd ontdekt door Palamedes. En hij weerde zich daar dapper en verrichtte veel heldendaden. Ten slotte keerde hij weer terug naar zijn land, waar hij als bedelaar verkleed, met hulp van zijn zoon Telemachus en twee dienaren, alle vrijers die in zijn afwezigheid zijn vrouw belaagd hadden ombracht, op

[pagina 210]
[p. 210]

één na. Een van zijn zoons, Telegonus, heeft hem per ongeluk gedood.

Unie

(Vnie) verenigd, eenvoudig [één, eenheid-], gelijk, gemeenzaam, huisgenoot, hartelijk, zonderling [bijzonder], vreedzamig, onscheidelijk, vriendelijk, amoureus, goddelijk, huwelijks, broederlijk, bijeengevoegd, vergaderd [bijeen], gelijkelijk, gezellen, raads-, burgerlijk, geheel, volkomen.

universiteit

(vniversiteyt) geleerd, studieus, van Parijs, Keuls, Leuvens, Leids, Wittenbergs etc., verzocht [bezocht], edel, der vrije kunsten, gemeen [openbaar], vermaard, Academisch, retorieks, volkrijk, waard [waardig].

Hieronder verstaat men de plaatsen waar men de wetenschap beoefent, en ook gepromoveerd wordt van lage tot hogere staat. De universiteiten heten zo omdat daar veel lieden zijn die geleerd zijn in de universele wetenschap, of omdat ze van alle kanten daarheen komen.

uren

(uren) ras [snel], kort, afgaand, lopend, vliedend [voorbijgaand], voortgaand, dagen, roerend [beweeglijk], zonnekamenieren [zonnedienaressen], slibberend, gevleugeld, gevederd [gevleugeld], zwak, portieren des hemels, horlogisch [van een uurwerk], slap, gepast, draaiend, wederkerend, achtervolgend, vergankelijk, gelijk, rollend, elkaar volgend, onwederroepelijk, lichtvaardig [snelgaand].

uurwerk of uurwijzer

(urewerck ofte urewijser) gekompasseerd, water-, zonne-, roerend [beweeglijk], omlopend, geraderd, genaald, draaiend, wijzerdragend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken