Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 416]
[p. 416]

[245] Vraage, van een Spanjaard, aan den Turkschen ambassadeur, en syne antwoorde.aant.

 
Dat eigen kittlende gemoed
 
Gebooren, in Kastiljes bloed,
 
Dat nooit een tweeden lyden kon,
 
Gelyk den Heemel maar een Son,
5[regelnummer]
Opborrelde, uit een Kastiljaan,
 
Een trotse vraage te bestaan,
 
Aan 't ambassaatschap van den Thraak,
 
In Spanje, een schaars gehoorde saak.
 
Hy vroeg den steegen Mametist
10[regelnummer]
Na Rome seit, den Antikrist,
 
Na 't sien van ongesiene pracht,
 
Wat dat hem van hun kroone dacht.
 
Hy sach hoe Oostenryks Princin,
 
De bruid, Madril quam ryden in,
15[regelnummer]
Door d'oover al behangen straat,
 
Met seegeboogen, trots van staat,
 
Met danstooneelen van Musyk,
 
En mommery, van kleedingh ryk,
 
Ontfangen, binnen d'eerste poort,
20[regelnummer]
Van gulde Heemlen, gaande voort,
 
Op silvre stangen, in de hand
 
Der goude Magistraat geplant.
 
Gelyk Penthesile te paard,
 
Maar, als een Mingodin, van aard,
25[regelnummer]
Gevolght van meenigh Amasoon,
 
Door konst, en van natuure schoon,
 
Met zoo veel Princen, die verblydt,
 
Haar strekten, tot een straattapyt,
 
Een rei getrokken, van Retier,
30[regelnummer]
Tot aan 't palleis des Kooninghs schier:
 
Een lenghte van de Haarlmer poort,
 
Tot aan den buiten Emsterboord,
 
Langhs welkers harten dat sy treedt,
 
Op 't voorgery, van hun gereedt,
35[regelnummer]
Als spiegels, in de sonneschyn,
[pagina 417]
[p. 417]
 
Die niet dan goud, en silver zyn,
 
En als een bergh van diamant,
 
En van robyn, aan alle kant,
 
Op sy, met parlen geborduurt,
40[regelnummer]
De dierste, die hen Ormus stuurt.
 
Elk op een henghst van Kordua,
 
In schoonheit, sonder weedergaa,
 
Met saadels, barden, pluim, en toom,
 
Zoo kostlik, als 's bereyders soom.
45[regelnummer]
Van eedle knaapen, en laqueis
 
Gevolght, met duure livereis.
 
Geleidt van karabyn, en lans,
 
Trompet, en keeteltrommendans.
 
Een flaauwe doodverw, van 't penceel
50[regelnummer]
Der ryke leeden, maar een deel
 
Te hoof, om dat de schrikbre pest
 
Veel grooten sloot, in hun gewest,
 
Uit weeligheit zoo opgeciert.
 
Wat werkten sy van nood gestiert?
55[regelnummer]
Wy laasen wat de Persiaan,
 
Voor prachten, voormaals heeft gedaan,
 
Onse oogen loofden nimmermeer,
 
Hy dooven kon zoo grootsen eer.
 
Dies loosde die gesonde mond,
60[regelnummer]
Dit woord, dat op een pyler stond.
 
Dit is de grootste Monarchy,
 
Of kent haar macht, noch heerschappy.
 
O waare filosoofsche baard,
 
Zoo bruin, zoo breed, zoo langh gehaairt,
65[regelnummer]
Hoe moest dat oor van Arragon
 
Verwondert staan, in syn balkon?
 
Orakel diep, en ryp van sin,
 
Wat steekt hier niet een waarheit in?
 
Haar rykdom, van onweeghbaar wight,
70[regelnummer]
Maakt alle Kooninghs schatten licht.
[pagina 418]
[p. 418]
 
Men roeme die van Salomon,
 
Men twyffelt, of hy meerder kon.
 
Woogh maar de swaare wysheit niet,
 
Op d'eevenaar, van haar gebied,
75[regelnummer]
Wat lichter, dan de goedigheit,
 
Van gierge stuurmans slecht misleidt:
 
Men sach haast wat de Fransman waar,
 
Gedient oprechter voor, en naar,
 
Al schreef hy Vrankryk trots, ten hoon,
80[regelnummer]
Zoo dikwils, als Filip een kroon.
 
O man, men smeede uw spreuk van goud,
 
Op dat de werld se wel onthoud:
 
Niet min dan, van een afgesant
 
Gesprooken eer, in Griekenland.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken