Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[609] Het tweede gezangh (p. 854)

toelichting Dit gedicht is afgedrukt in Six' bundeltje Vreughde-Zangen op de vrede van Munster van 1648 (vgl. de Toelichting bij no. [218]). Bij zijn herziening van de gedichten uit dat bundeltje heeft Six dit gedicht buiten beschouwing gelaten: het komt niet voor in de bundel van 1657. Wel heeft hij r. 21-24 van dit gedicht omgewerkt tot het vierregelig gedichtje no. [276], dat op p. 347 van zijn Poësy is afgedrukt. Kennelijk werd het hier behandelde gedicht door Six van onvoldoende waarde geacht om in een al of niet omgewerkte vorm in zijn bundel van 1657 te worden heruitgegeven. In het bundeltje Vreughde-Zangen staat het op fol. (a4) recto-b recto, achter de kennelijk als eerste gezangh opgevatte vreugde-zangh (gedicht no. [219]).

[pagina 821]
[p. 821]

annotatie  
 
1 speel: laat klinken
2 t'zaamen schiet: samenstromen
3 uwe groote Goôu: blijkens r. 23 hieronder te identificeren als de Amsterdamse magistraat
6 trouwste: oprechtste
7 In spijt van die 't hier schijnt te spijten: In weerwil van hen die er hier (in de stad, het land?) een afkeer van schijnen te hebben
8 Of die uytwendigh 't wilden rijten: dwz. Of van hen die er publiek voor uitkomen dat zij die (nl. de zaal'ge Vreede) uiteen zouden willen scheuren
10 Haar buld'ren snoeren met gezwijgh: Leggen hun kanongebulder het zwijgen op
11 punten: lans-, zwaardpunten
  op ons aangehitst: tegen ons opgehitst
12 Verstompen, hoe zy zijn gespitst: Worden stomp, hoezeer zij ook zijn gescherpt geweest
13 klaare: schitterend-heldere
15 een buyl: een buidel, een massa
16 op Heeren weegen: over 's heren wegen
18 zy raakt niet licht uyt war: dwz. zij (de Oorlogh) zal zich niet gemakkelijk kunnen bevrijden
19 sleep: moet ... slepen
  naader 't spinzel buys: naar het spinhuis
20 zeel: moet ... vastleggen
  dat kruys: die ellendige plaats
22 Zijgh: Moge neerzitten
23 't Nieuw Stadthuys: Six' blik is kennelijk in de toekomst gericht; eerst op 28 oktober 1648 werd de eerste steen voor het nieuwe stadhuis van Amsterdam gelegd.
24 deeden nooden: lieten uitnodigen. De vrede met Spanje zou dus vooral ook een Amsterdams initiatief zijn geweest.
27 blauwe: het bijvoeglijk naamwoord dat ook een epitheton van de duivel is (wnt ii, ii, 2794)
28 by de naald: nl. in 't spinzel huys, r. 19 (vgl. ook naay, r. 33)
29 Astrea: de godin der gerechtigheid, hier te identificeren als de zaal'ge Vreede
30 nu kreukende: dwz. nu gezeten op
32 't spook: nl. d'Oorlogh
  wat stijver voort te jaagen: dwz. wat op te jagen, zodat zij wat stugger doorwerkt
33 kloek: vastberaden
34 Haal in: Herstel, Maak goed (wnt vi, 1674)
  meest: bovenal
36 roey en pees ontfaan: met de roede en bullepees krijgen
37 verdiende vruchten: door u vervaardigd naaiwerk, dat dient als herstelbetaling
38 Op [...] outers zullen luchten: Zullen op ... altaren prijken (wnt viii, ii, 3166)
40 Uw schandlijk: Tot uw schande

[pagina 822]
[p. 822]

42 staat: gegrondvest is
44 Haar wijsheyt duurt, maar dat verout: Hun wijsheid zal immers duren, maar die materialen zullen worden aangetast door de tand des tijds (tussenzin)
45 Men zal: hervat r. 41
  haar: nl. den wijzen Magistraat
  rooken onze harten: onze harten als brandoffer offeren, dwz. onze innigste dankbaarheid betuigen. wnt xiii, 1278 citeert deze passage als bewijsplaats onder rooken en kiest daarvoor de nagedrukte versie van het gedicht in de bundel Olyf-Krans Der Vreede van 1649 (vgl. de Toelichting bij no. [218]).
46 Laat d'Oorlogh breeken uyt: Ook al zou de Oorlogh uitbreken (ook in de zin van: uitbreken uit het spinzel huys)
  tarten: uitdagen, ophitsen
47 op onze Stroomen: dwz. onze wateren aan te vallen, ons gebied te bedreigen
48 Die valschen Taag, noch Iber schroomen: onze Stroomen, die bevreesd zijn voor Taag (nl. Portugal) noch Iber (de Iberus, de Ebro, dwz. Spanje)
49-50 Wie ... getroost: Hij die, toen hij nog niet eens zo sterk was, zijn vijand heeft afgeschud (nl. bij de vrede), kan hem nog beter de baas als hij zelf sterker is geworden (in de vredestijd). Met deze sententie verzet Six zich tegen de gedachte dat de gesloten vrede het land zwakker zou maken tegenover de later misschien opnieuw aanvallende vijand.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken