Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Dagboekfragmenten 1940-1945
Toon afbeeldingen van Dagboekfragmenten 1940-1945zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,04 MB)

XML (1,42 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/dagboek
non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagboekfragmenten 1940-1945

(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ingenieursvrouw, 47 jaar - Deventer
6 April 1945

- De meisjes vragen om een vrije weekend en opslag. Groote hemel je bent blij dat je nog leeft - wie denkt er nu aan vrij en geld? 't materialisme viert hoogtij. Het huis is een modderbende, ze voeren niets uit en vragen om vrij! vooruit maat weer, ik zal morgen eens de gang dweilen. daar ben ik heusch niet te trotsch voor. De WC. heb ik ook al door gestoken, de kinderen proppen er kranten in en zijn te lui om water te pompen.

Elken dag komt hier een wilde fazant onder de struiken op het terras - niemand denkt er aan hem te vangen en te braden. zoo erg gezonken zijn we nog niet.

De geallieerden zouden wel eens door de achterhoek Nederl. binnen kunnen komen en dan zijn wij gauw vrij of misschien ook gauw dood. Wie weet? Doetichem-Zutfen-Deventer - een peuleschilletje Het schiet anders niets op. Hoe lang nog?

Een officier is komen kijken om munitie in de kelder te kunnen bergen. 't Ging niet door: de spijskast - want meer is 't niet - is te klein.

7 April

- Vanmorgen vroeg om 6 uur worden we wakker geroepen

[pagina 561]
[p. 561]

door Duitsche mannen op het terras. ik dacht o God daar komen ze Tom halen Een officier en 4 soldaten. ‘Aufmachen’ Daar zal je het hebben! Wo ist der Schlüssel von da drüben? Die habe ik niet zei ik. ‘Aufmachen!’ brulde hij. Nou ze kwamen met kannonnen in de tuin en moesten 30 man en 10 paarden ergens onderbrengen. Als we gaan schieten moet u hier weg zei hij. Waar zijn de Engelschen dan? Die Tommies stehen vor Deventer! brulde hij terug. 8 K.M. entfernt!

Groote hemel - de bevrijding nabij. eindelijk - eindelijk de laatste emotie. Ik kan niet huilen niet lachen en staar maar voor me uit. Tom zegt heel lakoniek: vrouw we moeten in de kelder. Kook jij van de laatste gort en boonen, een pan vol, sleep jij matrassen naar beneden Sluit de kinderen op in de kelder en geef de meiden een slok broomdrank. De vluchtkoffer bij de hand, de morphinespuit uitkooken, wollen dekens en jassen, flesschen water vullen en de rolluiken neerlaten. Ik zal buiten wat steenen opstapelen tegen de buitenmuur en kijken of ik de batterij zie aankomen. Aan 't werk!

Mina is weggeloopen - Jetty is trouw gebleven Mevrouw, ik verdank U zooveel goedheid en eten, in de ergste nood laat ik U niet alleen. Samen leven samen sterven’. Ze helpt mee brood-boonenwater aandragen, matrassen sleepen. Het gekste is dat we rustig waren. Uiterlijk tenminste - van binnen met groote spanning De batterijen zijn gekomen - vloekende en scheldende geven de officieren bevelen - paarden op 't erf. Tot op een moment, daar begon het gedreun. Om 8 uur s morgens hadden we alles klaar en zaten in de spijskast op de matras. Het eene schot bulderde na het vorige, het huis stond te dreunen. Vliegtuigen loeien boven in de lucht - afweergeschut - o een hel. Soms beeft het heele huis. Jeety snikt af en toe. Tom en ik zijn rustig. De kinderen zijn met hun moeder op de fiets gevlucht naar Lemelerveld naar haar zuster. Wij blijven. Met dit dagboek op de knieën een glas water naast me en de morphine spuit op de plank - Hoe lang zal 't duren en overleven we dit alle drie? emmers water en zakken zand staan in de gang.

Het angstigste is het fluiten van de granaten want na elk salvo van de Duitschers komt er een salvo terug.

De buurman roept door het kelderluik dat Deventer in brand staatt, ze zitten daar ook in de kelder. We zien elkaar door een kier. Af en toe rijden denderende tanks over de weg het plaveisel gaat er

[pagina 562]
[p. 562]

aan - een boom knapt af en valt over ons grasveld. Dan in eens een bons tegen de muur en alles schudt en beeft. Tom ruikt brand en wil de kelder uit - maar het was zeker kruitdamp er is niets gebeurd. Het is een waagstuk om naar de W.C. te gaan we durven de gang niet door, en van de gekke toestand moet je extra dikwijls.

Zondag 8 April

- Vannacht hebben we weinig geslapen - Met zijn drieën op een matras, stijf tegen elkaar aan, maar we leven nog en zullen het zoo wel uit kunnen houden. Het brood is verzuurd en de margarine stinkt. dan maar geen eten vandaag. Morgen zal Deventer wel vrij wezen.

Vandaag groot vuur op Deventer gezien. We zijn even in de gang geweest en keken door de voordeur naar Deventer. Groote rookwolken en een kanon gebulder. Roode Kruis auto's vliegen over de weg - tanks rijden af en aan en om het half uur blaffen onze kanonnen dan schieten we de kelder in. Tom legt een patience op een inmaakpot (leeg) en ik schrijf. Jetty zingt een psalm. 't Is Zondag zegt ze en nu kan ik niet naar de kerk...

Tegen de avond werd 't zoo rustig dat we besloten gewoon naar bed te gaan. De Tommies werken met schijnwerpers en verlichten zoo de heele omgeving. Vliegtuigen komen laag over - je bent soms bang dat ze tegen de toren aanvliegen. alles gaat goed. De buurman zegt dat aan de andere kant van de stad de Britten met vlammenwerpers boerderijen uitbranden - Er zijn er al 40 verbrand zegt hij. Gek, dat er geen vluchtelingen voorbij komen. Ze vechten in de voorstad bij Colmsgate.

Midden in de nacht houden we 't boven niet meer uit - een vreeselijk gebulder - gekraak - ja die was raak! in de tuin liggen de brokken maar dit deel van het huis is nog goed. Glasgerinkel en

Nu zitten we weer op de matras in de kelder. Onze horloges staan stil - we weten niets meer. alleen nog dat we leven temidden van de oorlog om de stad, om ons huis, in de tuin. Het is onbeschrijfelijk! Ik hoor een vrouw gillen ergens in de buurt en een koe brullen. en we zien een hooiberg in brand gaan. Het huis dreunt van de geweldige klappen. moffen schreeuwen door elkaar auto's rijden. vliegtuigen snorren boven ons. Konden we nog maar dieper in de grond. We nemen zwijgend een slok cognac uit de vluchttasch. dat doet goed.

[pagina 563]
[p. 563]

Maandag 9 April

- Het was deze nacht niet meer om uit te houden en we zijn langs het prikkeldraad over de weilanden gevlucht. Tom droeg de vluchtkoffer en dekens, Jetty een paar bruine boonen en de knijpkat en ik hoofdkussens. 's nachts om half 2 denk ik dat het was. Zoo zijn we bij een boer aangekomen en werden welkom geheeten. De heele familie met nog andere vluchtelingen in de kelder met een kinderwagen en een paar Duitschers die ook bang waren. Het erf was afgezet met mitrailleurs maar ze lieten ons door. Hier zitten we nu te wachten. van slapen is geen sprake. De granaten fluiten. Ergens staat een huis in brand. het schijnsel komt door de kieren van de planken. Tom graaft een kuil met een plaat pantserijzer erop. Hij wil dat éen van de mannen daar afgelost in blijft om te zien of dit dak soms in brand gaat. Vandaag trommelvuur op Deventer gehoord. Onze cognac is op en de broomdrank ook. De boerin kookt pap voor 17 menschen! Het eerste warme maal sinds 3 dagen...

De granaten gieren over de stal. 100 M. van ons af staan hier ook kanonnen. Het werd vanmiddag zoo nat dat we dachten dat de dijk door was maar dat is gelukkig niet zoo.

De baby in de kinderwagen huilt - ze krijgt geen schoone luiers meer aan. Stakkerdje.

Zoo zitten we uren die dagen lijken. Ieder zwijgt en wacht en wacht. Soms huilt een vrouw, vloekt een man en dan weer stilte. tenminste hier in de kelder. ik schrijf maar door dat houdt me kalm. Tom geeft me af en toe een zoen. Lieveling zegt hij dan; wat ben je flink, als ik jou niet had.

En zoo leven we minuten - uren - dagen in een hel - buiten kanongebulder, roode kruiswagens - gewonden - lijken - oorlog! Ja nu weet ik pas wat oorlog is. een film is er niets bij. Je hebt alle tijd om te denken en te bidden maar je komt tot niets. We zien er vies en mager uit - de mannen stoppelbaarden, de vrouwen vuil en slordige haren. Gek, dat sommige menschen wèl eten hebben en een bed. Wij hebben niets meer en wachten...

Wat een gekke wereld: oorlog midden tusschen de huizen en burgers en menschen.

Ik had 't me anders voorgesteld.

Dinsdag 10 April

- Ze zeggen dat Deventer vrij is. Ze zeggen dat de Duitschers hier wegtrekken. 't Is allemaal zoo raar stil in eens.

[pagina 564]
[p. 564]

Woensdag 11 April

- 's morgens om 7 uur: De Tommies met tanks in de tuin We zijn vrij!!!!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Deventer


datums

  • 6 april 1945

  • 7 april 1945

  • 8 april 1945

  • 9 april 1945

  • 10 april 1945

  • 11 april 1945