Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengel-digten (1750)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengel-digten
Afbeelding van Mengel-digtenToon afbeelding van titelpagina van Mengel-digten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengel-digten

(1750)–Aletta Beck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

Troostreden aan de wededele vrouwe, mevrouwe C.B. Kien,
Over 't Afsterven van den Wel Ed. Geboren Heer; den Heer Maurits Pasques de Chavonnes.

 
WAt soekt ge uw smert in traanen te verdrenken,
 
Mevrouw, om 't weggaan van uw dierbaar pant?
 
Gy saagt voorlang syn God en de Eng'len wenken
 
Te haasten naar het eeuwig Vaderlandt.
 
Uw Heer stond reê; hy klom met wisse schreden
 
Op 't Nebo, waar van ver hem in 't verschiet
 
't Geloof vertoont, hoe 't ryk der zaligheden
 
Syn deel bewaart: dat loon hy nu geniet.
 
Die Stad van God, soo moeilyk te beklimmen,
 
Voor die syn hart aan aardse schatten hegt,
 
Betreedt hy nu, verachtende de schimmen:
 
De deugt hadt hem syn voetspoor vast geset:
[pagina 199]
[p. 199]
 
Die Stad van God, behangen met Gordynen,
 
Voor 't vleeslyk oog, als Kedars hutten swart
 
Van buiten, maar inwendig door het schynen
 
Der Godheits-glans verheerlykt: hier is 't hart
 
Van uwen Heer, hier smaakt hy volle weelde;
 
Hier galmt hy 't lof met een verheven toon,
 
Ja wenst, dat gy die vreugde met hem deelde,
 
Als vrygemaakt, en eigen aan Gods Soon.
 
Hier smelt de Liefd' van 't geen hy eertyds minde
 
In Liefde Gods; dees Beekjes keeren om
 
Naar de Oceaan, waar s'haaren oorsprong vinden,
 
Hier noemt de Liefd' haar Jesus Bruidegom.
 
Die Liefde Gods, op voorhooft, arm, en dyën
 
Gedrukt, was 't Zegel dat zyn stil gebed
 
Van God verhoord zou worden, in zyn lyën,
 
Die hem bewaart, voor 't smart'lyk Legerbed.
 
Soo Triomphant kwam Elia God nader,
 
Een Wagenwolk, door Hemelvlam verligt,
 
Baand' hem het spoor, al roept hy: ach myn Vader
 
En Israëls heir! hy smolt voor 't aardsch gesigt:
[pagina 200]
[p. 200]
 
Alleen, liet hy syn Mantel nederglippen
 
Tot teken, dat Gods Geest ook nederdaalt
 
Op 't Jongren tal; kom gryp dan naar de slippen
 
Van 't waar Geloof, waar meê hy zegenpraalt,
 
En moedigt u, Mevrouw, uw bitter klagen
 
Te einden in Gods wil; syn hand alleen
 
Drukt voor een tyd; 't syn korte regenvlagen
 
Sy gaan voorby, wy snellen met hen heen.
 
Of kan syn vreugt uw droefheit niet vermind'ren?
 
Of is de Bron des levens opgestopt?
 
Syt gy Jaloers om 't erfdeel van Gods kind'ren,
 
Dat gy uw Broot in bitt're traanen dopt?
 
Of komen u veel steile Bergen tegen,
 
Onnaakbaar voor het oog? sy worden slegt;
 
Door vast Geloof vereffent God de wegen;
 
Hy had uw huis in eeren opgerecht;
 
Veel wenslyk heil van uwen Heer doen bloeien
 
De ted're liefde, hield syn wort'len vast
 
Soo lang men 't kroost in 's Vaders spoor sag groeien,
 
Als sulke Kind'ren sulken Vader past
[pagina 201]
[p. 201]
 
Syn Jaartal was aan 't hoogste perk genadert,
 
Het Werk gedaan. Den Eigenaar van 't al
 
Roept hem in huis! hy word in vreê vergadert,
 
En komt eerlang in Herder Jesus Stal.
 
Hoe kostlyk is de Doot der gunstgenooten
 
In de ogen Gods! sy sterven 't allen tyd,
 
Niet wagtende tot de oogen syn geslooten,
 
Ja! segt de Geest, sy rusten van den stryd!
 
Wensch dan niet om uw lyden te versagten,
 
Een minder deel aan Jesus lieve Bruit:
 
Neen! neen Mevrouw, wy moeten hier verwagten,
 
Op onse Post, Gods Eeuwig Raadsbesluit.
 
Die trouwe God, en Vader zyner kind'ren,
 
Besorger van der Weeuw-, en Wesen-staat
 
Sy uwestaf, als lighaams kragten mind'ren;
 
Hy sy uw Borg, uw Heil, en toeverlaat.
 
Myn wensch is; dat Jehovah uw versterke,
 
De Ziel met Geest, het lichaam met zyn kragt:
 
Dat hy uw wensch ten vollen uit wil werken
 
Tot ge alle syt in liever lugt gebragt:
[pagina 202]
[p. 202]
 
En als de Son des levens komt te daalen,
 
De Olië des Geloofs in vollen vlam
 
Mag ligten, tot in Jesus Binnesaalen,
 
Daar 't Bruiloft is, by 't onbevlekte Lam.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken