Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengel-digten (1750)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengel-digten
Afbeelding van Mengel-digtenToon afbeelding van titelpagina van Mengel-digten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengel-digten

(1750)–Aletta Beck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 229]
[p. 229]

Toen de morgenstarren vrolyk zongen en de kinderen Gods juichten.

 
WY, tot ons geluk gesteegen
 
In 't onnaakbaar heiligdom,
 
Speuren na de onmeetbre wegen
 
's Konings in zyn Koningdom.
 
Siet, hy daalt om 's Aardryks gronden
 
Vast te hegten in de sponde
 
Van syn Wil en Oppermagt!
 
Swaai hem toe dees Eerstelingen,
 
Die het later nageslagt
 
Op haar toon ons na sal singen!
 
O Hoe zalig is ons lot,
 
Boven die om laag blyft swieren;
 
Wyl wy, in 't gesigt van God,
 
't Eeuwig Halelujah vieren!
 
Staven wy dan een Verbond
 
Op dees blaauwen heuvel gront:
[pagina 230]
[p. 230]
 
Dat dees Schaar van Hemellingen
 
Nooit naar ryk of speer zal dingen!

Tegensang.

 
Wy, met Zeraphine Vlerken,
 
Juichen 't driemaal heilig lof
 
In het hoge Hemelhof,
 
Om Jehovaas wonderwerken,
 
Met een nooit gehoorden toon!
 
Dat sal ons veel beter cieren
 
Als te streven naar de kroon
 
Van geheiligde Lauwrieren.
 
Hem die 't roekeloos bestont,
 
Sal een gloet van Blixemslagen
 
Smakken in den helsen grond
 
Tot een Eeuwig zielenknaagen.
 
't Past dan, met een diep eerbied
 
Voor dien God, die alles siet,
 
Ons in geen bestuur te mengen,
 
Eer de ligte wieken sengen.
[pagina 231]
[p. 231]

Sang.

 
Ag! wat hoort men boven rom'len
 
Of de Hemel uit syn vak
 
Braakte een stoet van ys're dromlen!
 
Wat krygt onse Rei een krak;
 
Die in trotsheit opgeslagen
 
Michaël ten stryd durft daagen!
 
Maar ag! o rampsalig rot,
 
Sult gy de Opper-Monarchye,
 
Met een euvelmoed bestryën
 
En dus woeden tegens God?
 
'k Hoor uw lastermonden tieren,
 
Tantgeknars, en naar geheul
 
In het diep van afgronds vieren.
 
Uw geweeten strekt uw beul;
 
Uwe vryheit ysre boeyen,
 
Soo kan God uw trots besnoeyen!
 
De Morgenstont van Gods Besluit quam dagen,
 
Uit de open schoot van zyn gedugte Magt;
 
Die stip des tyds dat de Almagts welbehaagen
 
Werd uitgevoerd, en aan het ligt gebragt.
[pagina 232]
[p. 232]
 
Hy, die syn arm, bestuwt met Mogentheden,
 
In 't Raadslot der Drie-Eenheit had bepaalt
 
Een Koningryk te staven ver beneden
 
Den Stoel syns Ryks: wat Staalpunt, Etst of Maalt
 
In blank Albast, of duurb're Berg-Metalen
 
't Onpeilb're Gods? ons Harsenschildery
 
Denkt niet een trek, of merkt haar diepste faalen,
 
Ons dieploot peilt geen Godheit van naby.
 
Stuur dan myn hand, ô aller Geesten Vader,
 
Van 't geen ooit was, of komen sal, of kwam:
 
Dat ik myn schagt mag doppen in den ader
 
Van uwen Geest, of 't Water Siloäm;
 
Om niet te hoog door 't wolkenspoor te rennen,
 
Te tasten aan de Zegels van uw Raad,
 
Nog al te laf uw Magt in 't sant te mennen,
 
Maar houden steeds de Weg van Middelmaat!
 
God die 't Geheim van syn alwyse Werken
 
Voor hem bewaart; verpoost ons teer gesigt,
 
Om stuk voor stuk, op stof, en vorm te merken,
 
't Volmaakte denkbeeld is te swaar van wigt.
[pagina 233]
[p. 233]
 
Dies paalt hy om dit hooft gebouw te maken,
 
Te cieren als een Huisheer syn Paleis,
 
Ses dagen af, dog so, dat hy blyf waken,
 
En schraage en voede elk Schepsel naar syn eisch.
 
De Naald van 't Ziels Compas, ten toets gewreven
 
Aan 't heilig Woort, wyst ons de Noordstar aan,
 
Gelove styft het Zeil, zo dryft de Steven
 
Regt voorwaarts als de Geest aan 't Roer blyft staan.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken