Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beschrijvinge van het magtig Koninkryk Krinke Kesmes (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beschrijvinge van het magtig Koninkryk Krinke Kesmes
Afbeelding van Beschrijvinge van het magtig Koninkryk Krinke KesmesToon afbeelding van titelpagina van Beschrijvinge van het magtig Koninkryk Krinke Kesmes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.25 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

proza

Subgenre

reisverhalen
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beschrijvinge van het magtig Koninkryk Krinke Kesmes

(1976)–Hendrik Smeeks–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 271]
[p. 271]

Bijlage III
Aanhef van hoofdstuk VII in het Handexemplaar

In Handex. staat bij p. 202 een vermoedelijk later geschreven passage die als begin van het zevende hoofdstuk moet dienen:

‘Ten negen uiren kwam den Garbon mi weder besoeken, die ik verwelkomende. Hi wat gerust hebbende, vraagden ik hem waar hi geweest, en wat hi verrigt had?

Hi antwoorden, ik ben geweest omtrent agtien uiren gaans van hier, alwaar voor enige honderd jaren een seer vrugtbaar schoon landschap plag te wesen, vol steden, dorpen, brave landdouwen, wild rike bossen &c: ja zodanig dat den souverein van den lande, aldaar zijn voornaamste, plaisierigste, en beste jagt had.

Dit schone landschap is door storm zodanig overstroomd dat nu een binnenlandse zee is geworden, omtrent dertien uiren gaans breed, en negentien lang, hebbende dan de grote zee nog enige eilanden behouden.

Dese binnenlandse zee, is met een grouweliken storm zo vol gelopen, en ontsteld geworden dat een anmerkeliken dijk heeft gebroken, door welken dijk breuk zulk een vloed, en menigte water is in gelopen, dat daar door een uitnemende schade is veroorsaakt. De ingelanden versogten alle liefhebbers, om de swakheid van zulk een hoog nodigen en an gelegen dijk te hulpe te komen. Enige schreven hare gedagten daar over, dat van andere wierd tegen geschreven en voor kinder werk geoordeeld wierd. Ik heb nooid van die willen lesen of zien.

Mi wierde nu van de Regering belast, daarwaarts te reisen, dat te besien, en mine denkingen daar over, an haar bekend te maken, dat ik met dit briefjen doen zal. Hi mi het briefje overlangende, konde ik dat lesen nog verstaan. Hi lagte, en mi ansiende zeide de Posos ik zal het u in 't Spaans voorlesen, schrijfd het op. Ik kreeg papier, pen, en inkt, hi las mi het volgende voor.

Een gemenen dijk moet volgende hoedanigheden hebben

Hi zi, wel angeleid, hoog, breed, en vast genoeg.

zoo hi niet wel angelegt is dat men hem verbetere
zoo hi niet hoog genoeg is dat men hem verhoge
zoo hi niet breed genoeg is dat men hem verbrede
zoo hi niet vast genoeg is, door kwaad maaksel, of materialen, of door gravinge van dieren, dat men hem vaster make.

[pagina 272]
[p. 272]

En een Zeedijk, heeft dit nog bisonder, dat men die moet beschermen, voor de kabbeling, of storting der baren. Dit alles te doen met de minste kosten.

Dit is op het kortste en eenvoudigste opgestelt, wat van een dijk an te merken is. Hier over te schriven was onnut, maken was de boodschap: daar heb ik nu last toe geven, en moet daar van an de Hoge Overheid berigt doen.

Over drie maanden gaan ik ook order stellen, om in een grote revier, een hoofd te doen maken, dat niet kan beschadigd worden, nog door stroom, nog door afdrivend goed, en zo het in Europa was, zou een ijsgang het niet konnen breken.

Dit gedaan zijnde, moet ik weer na de inlandse zee daar nu van daan gekomen ben, alwaar an de west zide, met zeer grote kosten een dijk met palen &c: moet behouden worden, welke palen veel tijds door het water worden omgeworpen, en uitgespoeld. Dese palen, meen ik nu zodanig te konnen doen versekeren, dat noid door storm, of baren, konnen uitgespoeld, en nog om ver geworpen worden: maar zo lange moeten en konnen staan, tot zi door lugt en water verteerd worden.

Hi gaf mi een briefje, waar in het te doene gedemonstreert was: waar uit ik na mijn verstand oordeelde, dat het zekerlijk zodanig als hi dat beschreef, doenlijk zoude zijn.

Hier na hem vertellende’


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken