Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen (1711)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
Afbeelding van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysenToon afbeelding van titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.65 MB)

Scans (20.10 MB)

ebook (3.83 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

(1711)–Ludolph Smids–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hoeks en Kabeljaeuws]

HOEKS en KABELJAEUWS; een landverdervend geschil, A. 1350, tussen moeder en soon ontstaan; te weeten, Margriet, vrouw van keiser Ludewyk de IV, en Willem de V, graaf van Holland. Scriverius, by Goudhoeve, 385 bl.

Deese Margriet, de suster van graaf Willem de III, wierd, volgens het recht der geboorte, tot graven van Holland aangenomen; doch sy, begeerigh om by de keiser haar man te

[pagina 140]
[p. 140]

weesen, trok weder naar Beyere, voor een jaarlykse uitkeeringe, het regeeren aan Willem, haar oudste soon, overdragende. Beschryv. van Amsteld. 6 D. 125 bl.

Maar, als deese Willem, in syn oorlogstogten tegens den biskop, Jan van Arkel, ongelukkig was, en, de stad Oudewater, en weder, by Schoonhoven, een veldslagh verliesende, het beloofde geld niet kon opbrengen; soo quam vrouw Margriet weêr naar beneden, versliet haare soon, ging self aan het roer. Balen, Dordrechts Beschryv. 739, 740 en 741 bl.

Ondertussen regeerde sy met sulk een slappigheid, dat veele edelen en steden de soon weder toevielen, en, nevens hem, de moeder te keer gingen. Oudenhove, Dordr. Beschryv. 496, 497 en 498 bl.

Voorts verschilden deese partyschappen niet alleenlyk in naam (die van de moeder de Hoeksse en die van de soon de Kabeljaewsse wordende genoemd) maar ook in het gewaad; de Hoeksse roode, maar de Kabeljaewsse aschgrauwe bonnetten dragende. Heemskerk, over syn Arkad. 200 bl.

Nu waaren am de syde van vrouw Margriet; de Heeren Duyvenvoorde, Brederode, Polanen, Binkhorst, Riede, Hoekhorst, Heemstede, Oudshoorn, Raaphorst, Poelgeest, Meerestein, &c.

Maar Willems aanhangelingen, Jan van Arkel, de Egmonden, Persyn, Wateringe, Heemskerk en meer andere; nevens de steden, Dort, Haarlem, Delf, Leiden, Amsteldam, Alkmaar, Medenblik, Oudewater, Geertruydenberg, Schiedam en Rotterdam. Goudhoeve, 385 bl. behalven Oudenhove, &c.

Eindlyk, deese verdeelinge duirde, met groote bitterheid, aan beide syden, 140 jaaren, te weeten van A. 1350 tot ontrent A. 1500; binnen welken tyd veele steden syn ingenoomen, veele sloten syn om ver geworpen, en veel bloeds is vergooten: gelyk sulks by de Schryvers breder kan worden naargesien; als daar syn: Orlers, Leidens Beschryv. 2 D. 407 bl. Van Leeuwen, Leid. Beschr. 176 en 191 bl. Wachtendorp, Rymchron. 7 B. Buchelius, in Hedam, 353 pag. Van Spaan, Rotterd. 93 bl. Scotanus, Friesse G. 184 bl. J.v. Leiden, de Origin. & Gest. Brederod. 32 cap. by Matheus, Analector. II Tom. 325 pag. en noch verscheidene andere.

Doch ik heb echter noch 2 saaklykheden, by Scriverius, in syn Toetssteen over den Gouwenaar, aangemerkt.

[pagina 141]
[p. 141]

I. Dat de bovengemelde naamen veel jonger als de daad selve syn geweest. 272 bl.

II. Dat deese toenaamen, om onder de landgenooten alle haatlykheid te dempen, A. 1445, door een plakkaat syn vernietigd. 273 bl.

Ondertussen die eenige veersjes, ontrent dit landgeschil sou willen hebben, vernoeg sich, met die van Antonides, aangaande 't vernielen der Heeren Huysen, boven aangetogen, 25 bl. en met de volgende, van Verhoek, raakende de bonnetten:

 
Ik sagh de Hoeksse meê, tot weêrwraak, herwaars streeven,
 
En Breêroo, Wassenaar en Duyvenvoord, gesteeven
 
Van Bink en Boekhorst en Oudshoorn, Meerestein,
 
Polanen, Raaphorst, Lek en Naaldwyk; eene trein
 
Van stoute wapentuirs, all ridderen of knaapen.
 
Hoe meend gy sou het dan in Zeeland staan geschaapen,
 
Dat nu, gerust van 't land, de hulk van Holland siet
 
In nood van stranden en erbermelyk verdriet;
 
Als Kabeljousse nu de Hoeksse roô bonnetten,
 
De Hoeksse wederom, om hun betaalt te setten,
 
Haar grauwe sluks den kruin uitsneeden, naar het viel,
 
Dat ieders lieverey, in 't vechten 't veld behiel.

Dit uit het 4de Tooneel des 2den Bedryfs van syn Karel de Stoute; doch het eene sal het andere ophelderen, indienwe een brokjen uit het 2de Tooneel des 1sten Bedryfs, hier achter plaatsen. Hoor toe dan, het is al een mooi rolletje, geliefde Leeser:

 
Want, sedert vrouw Margriet, de keiserin, de landen
 
Aan Wilhelm, haaren soon, als ruward gaf in handen,
 
En hy haar 't jaarlyks geld, dat sy bedong, niet gaf,
 
Maar trok in Beyeren, en stond 't gebieden af,
 
En sy, in Henegou, bleef ledigh in haar luste,
 
Doen wierd de twist geteeld, die sedert 't land ontruste,
 
Al de adel deelde sich in Hoeks en Kabeljouws,
 
Den eenen was goed Graafs, en de ander weer goed Vrouws,
 
De Moeder en het Kind, elk richtte hun banieren,
 
De Maas sagh fluks hier op twee dappre vlooten swieren,
 
En bruissen snel door een; de koggen, sterk bemand,
 
Geklampt, verheerd, gesleept, gesonken en verbrand,
 
En vond syn silvre stroom, beklaaglyk, twee getyden,
[pagina 142]
[p. 142]
 
Geverft met edel bloed, door het verschriklyk stryden.
 
Van doen af stak de toorts de Sloten in de brand,
 
Ontheistrende al 't gehuchte in 't rond ten platten land, &c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken