Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen (1711)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
Afbeelding van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysenToon afbeelding van titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.65 MB)

Scans (20.10 MB)

ebook (3.83 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

(1711)–Ludolph Smids–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Cn. Domit. Korbulo]

CN. DOMIT. KORBULO; Rooms Legerhoofd en bevelhebber aan de Neder Rhyn, naa de dood van Sanquinius Maximus. Tacitus, 11 Jaarb. 18 H.

Syn eerste veldtogt was alhier tegens de Kauchen (van welke boven, 170 bl.) onder Gannaskus, een Kennemer; dien hy sloegh en heimlyk liet aan kant helpen; ook met eenen de Friesen bevredigende, A. 47. Tacitus, 19 H. by Van der Houve, Handvestchron. 3 B. 44 bl.

Daar op heeft hy, door syne soldaaten, om niet ledigh te syn, die vermaarde Corbulonis Fossa van de Rhyn in de Maas doen leiden, om hier mede, in de krygstogten, de wisselvalligheden van den Oceaan te myden. Tacitus, wederom, 20 H. en Dio, 60 lib. 683 pag. Maar, hier sal een beer tuymelen, onder de School geletterde! Wat gracht, wat waterleidinge is heden deese doorvaart van Korbulo?

Sommige, segt de gemelde Handvestchronyk (2 D. 45 bl.) meenen die te weesen de Yssel, in de Merwe loopende, tegen over Ysselmonde.

Sommige, by Pars (Katw. Oudh. Inleid. 25 bl.) dat sy is die Yssel, tot de Gouwe loopende, en soo voorts de Gouwe, tot in den Rhyn.

Sommige (bysonderlyk Pontanus en Ortelius) dat sy is de Lek, den ouden Rhynstroom afwendende.

[pagina 181]
[p. 181]

Sommige (als Heda en Grotius) dat sy is de Linge. Grotius, seg ik, in poëmat. en Heda in Histor. Episcopor. 3 cap. 10 pag.

Sommige, dat sy is Moeykens of de Roovaart, by Steenberge; loopende verby de Klundert en Willemstad.

Maar, wy houden het met Bleyswyk, 874 bl. Van Leeuwen, Batav. 114 bl. Kluverius, Rhynmond. 1 D. 107 bl. &c. gevoelende dat sy is de Delfsse Vliet; gaande, gelyk men weet, uit de Rhyn van Leiden, naar Maaslands sluis, en in de Maas.

Maar dit word hevigh tegengesprooken, van Ryckius (in Tacit. 11 Annal. 20 cap. 134 pag.) Kluverius en Bleyswyk met veel schynredenen bestrydende. Het is de Lek, segt hy; van Wyk te Duurstede afgeleid juyst wel niet tot aan Krimpen (want soo sprak Ortelius) maar alleenlyk tot aan Leksmonde. Dit is by deese man sonneklaar, en hy heeft by naar medelyden met de vernaculi scriptores. Dit is de smaadelyke benaaminge, die de Schoolgeleerde (de meeste seg ik en niet alle) geven aan die de moedertaal gebruiken. Och! die goê liêns konnen geen boek, in het Neerduits, op hunne lessenaaren veelen. Wat is de stoffe, vragense, ontrent een nieuws uitgegeven boek? Een wel uitgesochte? ja. Nu, de wys van schryven? ook wel uitgepluist, en verstaanlyk, in suiver Hollands. Hoe? een Duits boek? grollen! vodden! wegh! Ondertussen lyden sy Fransse en Spaansse, Italiaansse en Engelsse Schryveren, die hunne moedertaal gebruiken, in de Boekvertrekken; sonder eenige ontsteltenis.

Doch keerenwe te rug, naar de gracht van Korbulo. Ik seg, dat de grondslagh van myn gevoelen is rustende op de Roomsse steen of mylpaal, tussen Monster en Naaldwyk, uit het aardryk gehaald; op welke stonden deese letteren:

IMP. CAES.
M. AUREL. ANTO.
NINO AUG. PONT.
MAX. TR. POT. XVI.
COS. XIII ET
IMP. CAES.
L. AUREL. VERO AUG.
TR. POT. II. COS. II.
A.M.A.F.C.
M.P. XII.
[pagina 182]
[p. 182]

De naamen en titelen der keiseren, Markus en Verus overslaande, meen ik, met Oudaan (Rooms. Moog. Inleid. 21 bl.) dat de laatste letteren willen seggen: A Mari Ad Fossam Corbulonis Millia Passuum XII. dat is: Van de zee tot aan de gracht van Korbulo, twaalf duysend schreden. Merk nu verder aan, dat deese voetmaat uitkomt.

Ga ondertussen deese mylpaal sien in een afbeeldinge by Scriverius, Antiq. Batavic. 214 pag. die niettemin in de verklaringe my schynt geweldigh mis te loopen. Lees mede syn Naardere Verklaringe over Oud Batavie, 24 bl.

Maar, sie daar ontmoet my niet alleenlyk Flud à Ghilde, de Vliet verwerpende met Ryckius; maar ook selver Slichtenhorst, die de Vliet, als te jongen wateringe quansuis, afkeurt, en in syn plaats ons aanpryst de Oude Leye, uit den Rhyn komende, ontrent Leyerdorp, tegen over het Huys ter Does, gaande verby Swieten, Bleyswyk en Honingen, en eindlyk, (met de naam van Rotte) in de Nieuwe Maas vallende, achter Rotterdam. Lees hem selve, 1 B. 11 bl.

Dit sou wat lyken; maar echter blyf ik by myn stuk, te meer, aan myn syde vindende de Hr. Alting, Notit. 1 Part. 47 pag.

Dus verre van deese deurvaart gesprooken hebbende, gaan we weder te rugh naar den veldheer Korbulo; willende echter syn Partisse en Armenisse legertogten overslaan, te vreden met alleenlyk hier aan te hechten het Munimentum Corbulonis, of, volgens gemelden Hr. Alting, de stad Groningen, van welke boven, 116 bl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken