Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen (1711)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
Afbeelding van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysenToon afbeelding van titelpagina van Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.65 MB)

Scans (20.10 MB)

ebook (3.83 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen

(1711)–Ludolph Smids–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kruisvaart]

KRUISVAART; is, binnen ruim 200 jaaren, ook meet als eens geschiet, uit Holland, Braband en Vlaanderen, naar het Joodsse Land, om het Heiligh Graf, nevens het Heilige gewest, van den Heere Christus bewandeld, den Turk te ontweldigen. Pater Louis Maimburg, Vrankryks Historischryver, in syn Historie van de Kruisvaarders.

A. 1095, is de allereerste, met een blinden yver, aangevangen, onder Paus Urbaan den II, door broêr Peter, een Franssen kluysenaar, seer driftigh aangeset; synde het opperhoofd der kruishelden, Godevaart, anders Godefroy van Buillon, hert. van Lottringen, na dat hy syn hertogdom had aan den biskop van Luik verkocht. Guthherleth, Chronolog. in Henrico IV. 385. pag. Chron. Carrion. 4 lib. 604 pag. &c. Maimburg, 1 B. 25 bl. Scotanus, Frieffe G. 87 bl. Paul AEmilius, in Philip. I. 4 lib. 147 pag. Guicciardin. Descript. Belg. 3 Tom. 500 pag. Wilh. Tyrius, Histor. Expedition. 1 lib. 13 cap. Calvisius, in Chronic.

A. 1147, geschiede de tweede; onder de vorsten, Koen-

[pagina 190]
[p. 190]

raad de III. en Ludewyk de VII. Nicetas Choniates, by gemelde Calvisius, in Chron. Maimburg, 3 B. 192 bl.

A. 1187, ging de derde voort; onder den keiser, Frederik Barbarossa, Maimburg, 5 B. 317 bl. Bucholzer. in Indice. Flud à Ghilden, over Kluverius, 2 D. 188 bl. in welken krygstogt is overleden onse gr. Floris de III; volgens het geschrevene, 87 bl.

A. 1190, voltrok men de vierde; onder Philipp, kon. van Vrankryk en Richard, kon. van Engeland. Antissiodorus, by meergenoemde Calvisius, Maimburg, 6 B. 372 bl. Wilh. Goeree, Kerk. en Wereld. Hist. schryvende van alle de acht, 148 bl. Scotanus, Chron. 93, 108, 114, 122 bl. &c.

En dus verre, aangaande 't getal deeser Kruisvaarten; maar let nu eens, wat de vorsten en hooge magten eigentlyk met deese togten voor hadden.

De pausen, als gemelde Urbaan den II, Eugenius, Innocentius, Honorius, &c. hadden deese voordeelen.

Sy matigden sich aan het oppergesagh van deese legertochten. Sy naamen de persoonen, die ter Kruisvaart gingen, onder hunne bescherming. Sy brachten de aflaten en dispensatien in een meerder gebruik. Puffendorff, Inleid. tot de Historie, 668 bl. &c.

Maar de koningen vonden, op deese wyse, hunne rekening.

Sy maakten hun handen ruim, met de dapperste en oproerigste naa verafgelegene gewesten te versenden. Deese, om reisgeld te hebben, verkochten of verpandden aan hen hunne landeryen: Deese ginder sneuvelende, kregen sy de goederen gemaklyk van de weduwen of minderjaarige kinderen. Eindlyk gebruikten sy se by wyse van een veelvoudige aderlaatinge; daar mede sich ontlastende van een menigte menssen (in den alleereersten optogt teldemen over de 300000 Kruisvaarders) om den overigen hoop, ander de knie gekregen, tot gedweegheid en onderdanigheid te brengen. De Vertaaler van Mezeray, Chron. van Vrankr. in Philip de I, 428 bl.

Tantùm Relligio potuit suadere malorum.

 

Komt dit hier niet veel beter te pas als by Lucretius (Rer. Nat: 1 lib.) ontrent het slachten van Ifigenie? Doch, siet ook de vertaalde Leutholff, Toneel der Hedendaagschen Wereld, 49 bl.

[pagina 191]
[p. 191]

Maar, hoe kregense de lieden tot die dwaasheid, om soo verre uit hun land te gaan, vrouw en kinderen te verlaaten, ontelbaare gevaaren sich te onderwerpen? Antwoord. Niemand kon saligh sterven, die Syrie niet had gesien. De exclamatie, voor bovengenoemde Paus Urbanus, was: Deus vult, Deus vult, God wil het! Gemelde AEmilius, 4 lib. 152 pag. Merula, Tydtresoor, 317 bl. En die op deesen Gods wegh stierven, hadden volle vergeving van alle sonden. Godfried, Hist. Chron. 1 D. 654 bl.

Eindlyk word dan soodaanigen Kruysvaart Bellum Sacrum, dat is, de Heilige krygh geheeten; de heiligheid, bestaande, in het Westen van menssen te ontblooten; alleenlyk om hunne inhaalige schrokkigheid en ontembaare hoogmoed den vryen toom te geven. Boxhorn. Histor. Univers. 649 pag. De heiligheid bestaande, dat ontelbaare Christenen, in het Oosten hun eigen graf vonden, in het midden van onmenslyk moorden en gruwsaam bloedplengen; de geestlyke self, met de krygsklaroen, het woeden aansettonde. Immers, hier sagh men, helaas, soo veel bloed vergieten, dat 'er de lykken in dreven en de paarden hun voeten spoelden! Maimburg, 3 D. 151 bl. Sleidanus, by bovengenoemde W. Goeree, op het selve, 158 bl. De heiligheid bestaande, in roven en plonderen, branden en blaken, en dus niet om in deesen heiligen oorlogh heiliger of godvruchtiger, maar wreeder en godlooser te wooden; blyvende terwyl ginder, gelyk wy boven aanroerden, de steden onbewoond, de landen onbeploegd. Pezelius, Mellificii Histor. 3 Part. in Henr. IV. 557 pag. Joh. Laetus, Compend. Hist. Univ. 351 pag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken