De Afscheiding van 1834. Deel 8. Provincie Noord-Brabant

[p. 380]

[Bijlagen]

Bijlage I
Gegevens van enige hervormde classes in Noord-Brabant omstreeks 1837¹

	zielen	belijdende leden (‘lidmaten’)
Classis Breda
Ring Bergen op Zoom
Bergen op Zoom	1310	608
Halsteren c.a.	25	14
Kruisland	52	25
Nispen c.a.	8	7
Nieuwe Vossemeer c.a.	19	7
Ossendrecht c.a.	90	50
Roosendaal c.a.	118	68
Steenbergen	446	256
Wouw c.a.	15	4
Ring Breda
Alphen c.a.	8	4
Baarle Nassau c.a.	5	4
Breda	1300	700
Chaam c.a.	9	4
Etten c.a.	160	86
Ginneken c.a.	80	41
de Leur	171	76
Princenhage	120	70
Zundert c.a.	63	35

1 De gegevens van deze bijlage zijn ontleend aan Herv. Ered., inv. no. 1778. We beperkten ons tot de gebieden, waar Afgescheidenen werden gevonden; daarom lieten we de classis Eindhoven en in de classis 's-Hertogenbosch de ringen Grave, Oosterwijk en Oss buiten beschouwing. Als datering wordt in Herv. Ered. in den regel genoemd het jaar 1837. De tellingen zijn echter in sommige gevallen eerder verricht, bijvoorbeeld in 1826, toen de statistiek hier bedoeld, werd aangelegd.

[p. 381]

	zielen	belijdende leden (‘lidmaten’)
Ring Geertruidenberg
Dongen	200	104
Drimmelen	24	21
Drongelen c.a.	250	109
Geertruidenberg	500	240
Hoeven c.a.	16	13
Hooge Zwaluwe	425	170
Klundert	1322	538
Lage Zwaluwe	690	301
Made en Oud-Drimmelen	24	21
Moerdijk	280	130
Oosterhout	230	113
Terheide	185	90
Ring Willemstad
Fijnaart	1400	580
Oudenbosch c.a.	15	9
Oud en Nieuw Gastel	61	25
Princeland en Dinteloord	1321	505
Standdaarbuiten	84	45
Willemstad	1650	530
Zevenbergen	720	314
Classis 's-Hertogenbosch
Ring 's-Hertogenbosch
Engelen c.a.	89	38
's-Hertogenbosch	2463	1293
Vlijmen c.a.	85	49
Classis Heusden
Ring 's-Grevelduin Capelle
Baardwijk c.a.	47	30
Besoyen	151	89
Drunen c.a.	47	36
's-Gravenmoer	764	273

[p. 382]

	zielen	belijdende leden (‘lidmaten’)
's-Grevelduin Capelle c.a.	1815	900
Loon op Zand	321	181
Raamsdonk	675	315
Sprang	1007	496
Waalwijk	270	132
Waspik	338	167
Ring Heusden
Aalburg c.a.	545	243
Babiloniënbroek c.a.	353	145
Doeveren c.a.^2	475	158
Dussen c.a.	621	253
Eethen c.a.	501	200
Genderen c.a.^2	364	166
Hedikhuizen c.a.	85	49
Heusden c.a.	928	479
Meeuwen c.a.	351	160
Veen	781	213
Wijk	1019	440
Ring Woudrichem
Almkerk c.a.^3	1334	680
Giessen c.a.	613	202
Op- en Neder-Andel	645	170
Rijswijk c.a.	240	103
Sleeuwijk	628	152
Uitwijk en Waardhuizen	320	134
Werkendam c.a.	2151	510
Woudrichem	1007	342

2 In 1826 waren de aantallen voor Genderen als volgt: 364 zielen en 166 lidmaten; voor Doeveren: 80 zielen en 25 lidmaten. Het vermelde bij ‘Doeveren c.a.’ (475; 158) slaat kennelijk op de aantallen voor Doeveren, Genderen en Gansoyen (vergelijk hoofdstuk 2). Het genoemde onder ‘Genderen c.a.’ (364; 166) heeft betrekking op Genderen alleen. De gevolgen van de Afscheiding zijn voor Genderen c.a. onvoldoende verwerkt.

2 In 1826 waren de aantallen voor Genderen als volgt: 364 zielen en 166 lidmaten; voor Doeveren: 80 zielen en 25 lidmaten. Het vermelde bij ‘Doeveren c.a.’ (475; 158) slaat kennelijk op de aantallen voor Doeveren, Genderen en Gansoyen (vergelijk hoofdstuk 2). Het genoemde onder ‘Genderen c.a.’ (364; 166) heeft betrekking op Genderen alleen. De gevolgen van de Afscheiding zijn voor Genderen c.a. onvoldoende verwerkt.

3 In 1833 waren de aantallen 1935 en 800.