Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weeën in de nacht (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weeën in de nacht
Afbeelding van Weeën in de nachtToon afbeelding van titelpagina van Weeën in de nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weeën in de nacht

(2002)–Beatrijs Smulders–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Ervaringen van een vroedvrouw


Vorige Volgende
[pagina 102]
[p. 102]

51 Een moeilijke dag



illustratie

Er kan helaas altijd iets mislopen. De moeder kan plotseling een extreem hoge bloeddruk krijgen, waardoor de baby veel te vroeg geboren wordt. Een kind kan bij de geboorte een ernstige hartafwijking hebben, of het is een mongooltje. Als verloskundige leef je natuurlijk intens mee, maar tegelijkertijd wil en moet je je niet identificeren met het verdriet van anderen. Niet met het leed dat mensen psychologisch met zich meedragen, maar ook niet met het verdriet omdat er iets mis is gegaan. Alleen dán kan de verloskundige een grote troost en steun zijn.

 

Vandaag is een heel moeilijke en zware dag. Janine belt dat ze geen leven meer voelt en vraagt of ze aan het einde van het spreekuur mag langskomen voor een extra controle. Ze is vandaag precies 38 weken zwanger en vanaf het moment dat ze vanmorgen opstond, voelt ze dat het abnormaal stil is in haar buik. Ik hoor door de telefoon al direct dat het ernst is. Gisteravond om elf uur heeft ze de baby gedurende een paar minuten nog heel heftig voelen schoppen. Daarna is ze in een diepe slaap gevallen. Vandaag heeft ze de baby niet meer gevoeld en gedurende de hele dag werd ze steeds ongeruster, tot ze het niet meer hield. Nu zit ze bij mij. Ik hoor haar verhaal en ben direct gealarmeerd. Ik vraag haar op de onderzoekbank te gaan liggen om het hartje van de baby te beluisteren. De doptone maakt een hard en schrapend geluid. Mijn hart klopt in mijn keel en Janine kijkt me smekend aan. Alsjeblieft, laat het kindje levend zijn! Met de doptone hoor ik het gebons

[pagina 103]
[p. 103]

van Janines hart dat vreselijk snel klopt, waardoor we even, tegen beter weten in, hopen dat we het hartje van de baby horen. Stilte en geruis van het apparaat. Paniek in de ogen van Janine. Geen hartje te horen, alleen dat akelige, lege geruis van de doptone. Ik zeg haar dat ik de baby echt niet hoor, dat ik denk dat de baby dood is. Totale verslagenheid en verdwaasdheid. Ze belt haar man, maar voordat ze hem iets kan zeggen krijgt ze een gierende huilbui. Ik neem de telefoon over en vertel hem het vreselijke nieuws. Ik zeg dat we op het punt staan om naar het ziekenhuis te gaan. Om met een echo te laten bevestigen wat ik al zeker weet: de baby is dood.

Vannacht heeft Janine weeën gekregen en ze wil thuis bevallen. Iedereen is bedrukt en in diepe rouw. Naarmate de weeën heftiger worden, komt toch het vuur in Janine los. En die energie heeft ze absoluut nodig om te kunnen bevallen. Ze moet zich concentreren op de pijn van de weeën en vergeet bij tijd en wijle haar verdriet. Weer later huilt ze uren achtereen als een gewonde kat in de nacht. Vlak voordat ze moet persen, schreeuwt en krijst ze het uit en je voelt dat de pijn, die uit de diepste krochten van haar ziel komt, een uitweg zoekt. Als we het hoofdje zien verschijnen, zijn we alledrie, Janine, haar man en ik, zelfs blij en opgetogen, omdat de bevalling zo voorspoedig verloopt. Wanneer eindelijk het slappe meisje, witter dan het witste marmer, in haar armen ligt, is Janine vol verwondering over hoe mooi haar kindje is. Zelfs zó verbaasd dat er even helemaal geen verdriet is. En daarbij is ze trots, zowel op zichzelf als op haar meisje. De wisselende gevoelens komen en gaan, maar het gemis van het babygehuil en de oogjes die maar niet opengaan is verpletterend. Onwillekeurig moet ik denken aan een passage uit het boek De Procedure van Harry Mulisch, die de hoofdpersoon een brief laat schrijven aan zijn doodgeboren kindje: ‘Ik knielde neer naast het bed en legde een hand op je smalle borst. Je was warm! Je was dood en toch warm! Maar het was niet jouw warmte, het was die van mama. Van nu af zou je van minuut tot minuut afkoelen, tot je de kamertemperatuur van je dood had bereikt. Even was je langs

[pagina 104]
[p. 104]

de wereld gescheerd, jouw hiernamaals; daarna zou je vergaan in de aarde die je nooit hebt gezien. De stilte die van je uitging, was stiller dan stil: het was het eeuwige zwijgen dat tussen de sterren hangt. Ik keek naar mama, maar zij beantwoordde mijn blik niet. Toen zag ik op haar hemd, ter hoogte van een tepel, de vochtige plek verschijnen van een druppel melk. Die druppel, denk ik soms, heeft mij vernield.’

Dit verdriet slaat keer op keer keihard toe, ondanks de korte euforie over de bevalling en de verblindende schoonheid van het gave meisje. Direct na de bevalling zie ik de knoop in de te dunne navelstreng, die heel vast is aangetrokken, doordat de navelstreng ook nog eens twee keer strak om het lijfje is gedraaid. Dit komt heel zelden voor. Het is een vreselijke speling van het lot, een zeldzame natuurramp.

De volgende dag slaap ik uit en blijf thuis. 's Middags ga ik met de kinderen naar een pretpark. Dat had ik al maanden geleden beloofd. De zon schijnt en ik laat de kinderen lekker hun gang gaan. Ze draven op en neer van het ene speeltoestel naar het andere en ik volg en zit op bankjes in de zon. Wat een ongelofelijke energie zit er in onze jongetjes. Af en toe dwalen mijn gedachten af naar Janine en haar man, maar ik kan het ook weer loslaten. Als ik aan hen denk, voel ik vooral respect voor hun intimiteit en voor de moed om samen dit verdriet te doorstaan. Vrijdag gaan ze samen zelf hun kindje begraven. Vandaag en morgen hebben ze familie en vrienden gevraagd om op kraambezoek te komen. Iedereen wil het dode kindje zien en iedereen is gebiologeerd en tegelijk verlamd door het onbegrijpelijke van het doodgaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken