Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzy (1753)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzy
Afbeelding van PoëzyToon afbeelding van titelpagina van Poëzy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans II de Haes



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzy

(1753)–Hendrik Snakenburg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Enochs Hemelvaert.

 
WAt klaegt gy van uw lot, ô Mensch, vol zinneloosheid!
 
De dood is 't zondeloon, de schuldstraf van uw boosheid.
 
De schuld ligt by u zelf', schoon ge over and'ren klaegt.
 
Gy scherpt, door uw gedrag, den prikkel, die u plaegt.
[pagina 10]
[p. 10]
 
Zie Enoch, nevens u, uit 't zelfde bloed gesproten,
 
Wien moog'lyk meer dan u die erfschuld heeft verdroten,
 
Doch wien de zuiv're deugd, door haer gedrag, ontheft
 
Van 't boeten dezer schuld, die u zoo deerlyk treft.
 
Hy minde God alleen. Des wilde God hem handelen
 
Weldadig als een' vriend, en daeg'lyks met hem wandelen.
 
Na kort verloop van tyd, als al de weereld zag
 
Het voorbeeld van Gods gunst, en Enochs vroom gedrag,
 
Zoo zegenryk beloond; doch niemant zich liet wekken,
 
Om tot dien zelfden staet, langs 't zelfde pad, te trekken,
 
Nam God hem weg van de aerde, en Enoch was niet meer,
 
Maer leefde om hoog by God in onverderflyke eer.
 
ô Mensch, beleefde gy, als Enoch, Gods geboden,
 
Gy hadt, ter hemelvaert, geen hulp des doods van nooden.
 
Verderflykheid, noch vleesch benydde u 't zalig lot
 
In regelrecht van de aerd' te streven naer uw' God.
 
Ligt denkt ge, dit 's te stout, en roekeloos beloven;
 
Die gadelooze gunst gaet ons besef te boven.
 
Maer, dwaze, is God thans niet de zelfde God, als toen?
 
Hy wilde zelfs voor u nog grooter wond'ren doen;
 
Zyn' teergeliefden Zoon, God zelf', met vleesch bekleeden,
 
Tot heeling van de beet der helsche slang' in Eden,
 
Uw' oud'ren toegebragt. Uw strydig ongeloof
 
Maekt u die gunst onwaerd, en Gods genade doof.
 
Gy moogt uw leven lang van bitterheden klagen,
 
Maer zult door eigen schuld den schrik, als 't zwaerste, dragen.
 
Een enk'le, uit duizenden, zyn 's wangedrags bewust,
 
Verwacht den dood, vol moeds, als oorzaek van zyn rust,
[pagina 11]
[p. 11]
 
Om, door Gods borg geleid, vrymoedig zonder schromen
 
By Enoch en God zelf' als vriend in huis te komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken