Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzy (1753)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzy
Afbeelding van PoëzyToon afbeelding van titelpagina van Poëzy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans II de Haes



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzy

(1753)–Hendrik Snakenburg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vrede lam, zegepralende.

 
't ONnoozle Vredelam, door wiens onschuldig bloed,
 
De vloek op Evaes kroost, voor God', moest zyn geboed
 
Kwam wel ten rechten tyd, in juist bepaelde dagen,
 
Om zich, tot 's weerelds heil, ten offer op te dragen,
 
Maer werd, als onbekend, verachtlyk en onwaerd,
 
Zelfs, door zyn eigen volk, van 't voorgeslacht ontaerd,
 
Gesmaed, gesleurd, gewond, en in den dood bedolven,
 
Als door een woedend rot van vratige avondwolven,
 
De vloek zong zegezang; de Hel, in dit geval,
 
Sprak met den dood van wraek, als meesters van 't heel al.
 
De lang gedreigde straf, die haer ten val moed wezen,
 
Scheen doorgestaen, en nu dien wraekvorst niet te vreezen.
 
Zyn bloed was uitgestort; de geest, die hem begaf,
 
Liet al het overschot gekluisterd in het graf.
[pagina 166]
[p. 166]
 
Maer zacht! wat's dit? my dunkt het aerdryk schynt te brullen
 
Van onder 't grasgewelf, en al de lucht te vullen
 
Met naren galm. Wat of dit vreemd gerucht beduid?
 
De Leeuw van Juda ryst, vol moeds, ten grafzerk uit,
 
En toont zich zonder leet, terwyl zyn haters schrikken.
 
Daer dood en Helsch gespuis zich krommen voor zyn blikken,
 
En knagen zelfs hun tong in spyt, dat haer geweld
 
Zoo ganschlyk, op een plots, vertrapt ligt, en geveld;
 
Dat zelfde Leeuwenwelp, vol kracht, komt nu den zynen,
 
Niet anders dan voorheen het Vredelam, verschynen.
 
De Wolven staen verstomd, of huilen gansch vervaerd,
 
Verbergen zich voor 't licht, met ingetrokken staert.
 
De doodd is zonder macht, en 't onverschillig sierven
 
Geeft doorgang aen de ziel, om 't eeuwig leven te erven.
 
De Hel grimt te vergeefsch. De blanke vreêbannier
 
Blinkt in het hemellicht, en dooft het wroegend vier
 
Voor zulken, die op 't Lam en zyne macht vertrouwen,
 
En Jezus als hunn' Borg, voor 's Hemelstroon beschouwen.
 
Waer hy hen 't saem verwacht, in volle zegeprael,
 
Als Lammers van zyn kooi, geschikt tot zyn onthael.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken