Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 42. In 't vervallen huis (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 42. In 't vervallen huis
Afbeelding van Werken. Deel 42. In 't vervallen huisToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 42. In 't vervallen huis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (10.76 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 42. In 't vervallen huis

(1932)–August Snieders–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

II.

De man was bedroefd en daarom zong hij onder het hameren op het gloeiend ijzer, zijn vroolijk liedje niet. Hij dacht aan de toekomst; wel twijfelde hij niet aan het geluk zijns zoons - neen, zijn vaderliefde maakte hem blind, zooals gewoonlijk het geval is, maar wat zou het droevig zijn in huis, als hij eens oud en stram geworden, den hamer niet meer zou kunnen hanteeren en er niemand meer op het aambeeld bonzen zou!

Zijn zoon zou rijk zijn, ja, dat wilde hij wel gelooven; maar de spinnen zouden haar web over de werkbank en den blaasbalg weven. En dan, wie weet! de rijke zoon zou misschien den armen vader niet meer willen kennen, want dikwijls had hij hooren zeggen, dat het geld het hart van den mensch geheel verandert. Doch al zou dit niet zijn, Van Velden zou toch liever, in de achterkamer gezeten, evenals zijn vader weleer, van tijd tot tijd het gordijntje hebben willen oplichten, om zijn zoon te zien hameren en de kalanten met een vriendelijken hoofdknik te groeten; hij zou, evenals zijn vader deed, met bevende stem, nog gaarne het smederslied hebben nageneuried.

Men ziet het wel, Van Velden was een man van den

[pagina 83]
[p. 83]

ouden stempel: een van die, wien de familie-traditiën nog heilig zijn. Zóó ging het in zijn tijd en toen ging het goed, en waarom moet het nu anders gaan? Toen leverde men goed en degelijk werk; men bedroog de menschen niet met het nieuwerwetsche ‘licht en dicht’; de oudste zoon leerde het ambacht des vaders, en leerde ook van hem eerlijk en tevreden zijn in den stand, dien hem was te beurt gevallen. De vrouw integendeel was met nieuwere denkbeelden behebt; zij zag dat menschen, die niets meer in de wereld waren dan zij, schoone huizen bewoonden, rijk gekleed gingen, goud met handenvol schenen te winnen, en waarom zouden de Van Velden's den algemeenen stroom niet volgen?

De lezer denkt gewis dat de schrijver, een kind onzer verlichte eeuw, een zoon van het alom uitgebazuinde progrès, de voorkeur geeft aan de denkbeelden der huisgenoote van vader Van Velden? Neen, hij houdt het integendeel met dien smid, dien burger van den ouden eed, met dien antipode van den tegenwoordigen verfranschten parvenu, bij wien de Vlaamsche rondborstigheid, de goede trouw vervangen is door het Parijsche etiquette-klatergoud - dat is bedrog en huichelarij.

De man hield niet van al dat uiterlijk gepronk, welk bij voorbeeld de kinderen links van hem, uit A l'Instar de Paris, of die van zijn buurman rechts, uit La Véritable Parisienne, ten toon spreidden, Waarachtig, die smid, met zijn misschien te klein verstand, begreep niet hoe die menschen, met hunne geringe winsten en hun weinig debiet, het jaar rond maakten! Och, de man wist niet dat het buiten slechts verguldsel was, en dat binnen een droge broodkorst de hoofdschotel op tafel uitmaakte. Het krediet waggelt op glazen beenen door die winkels. De blijde zang der oudste dochter en de tonen der piano, welke het nufje onder hare blanke vingeren trillen doet, verdrijven voor een oogenblik de duizenden bekommernissen en verdooven

[pagina 84]
[p. 84]

ook den zucht des huisvaders, als deze bij elken belleklank een nieuwen schuldeischer vreest te zien optreden.

Dat alles, zeggen wij, wist de goede smid niet; maar toch, hij dacht meer dan eens: ‘'t Is niet al goud wat er blinkt.’ Slechts in één punt was Van Velden geen achteruitkruiper, geen domper, zooals zijne vrouw hem somtijds noemde: dat was in zijne nijverheid. Wel is waar had hij zich daarin lang aan het oude vastgekleefd; doch hij begreep dat de industrie zich naar de onverbiddelijke wetten van de mode plooien moet. Het had hem moeite gekost, inderdaad! maar gelukkig, in zijn ambacht was de omwenteling juist minder groot geweest dan in andere.

In handel en wandel was Van Velden een oprecht Vlaamsch burger gebleven - kostbare type, welke meer en meer verloren gaat. Hij was eenvoudig in zijn huis, gulhartig in zijn omgang, eerlijk als goud in zijne nering, godsdienstig uit overtuiging - en schoon de dolzinnige tijdgeest uiterlijk pralerij eischt, vaak vrienden neemt voor zooveel zij kunnen dienen, bedriegerij met den naam van ‘handel’ bestempelt, huichelt in Godes huis - Van Velden bleef wat hij altijd geweest was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken