Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel
Afbeelding van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (8.47 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel

(1930)–August Snieders–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXI. Over de doodkist heen!

't Is volop Winter geworden: de sneeuw heeft boom, huis en toren in het witte bruidskleed gehuld: - de dichters zeggen liever in het doodlaken, en 't kan hier ook wel aardiger zijn, want het geeft des avonds, aan de buurt der Vest, een droevig uitzicht. Heerlijke plaats om te droomen, niet voor u, vuur- en waterpoëten, die door afgunst en nijd belet worden met uw genie in de wereld te dringen - en die, ik bewonder uwe menschlievendheid, voortdurend op de loer zit, of er ons hier of daar niet een ongeluk neêrslaat: al was het maar een poedel die in 't water sukkelt, ofwel de veêr eener ganzenpen welke verschroeid wordt!

Gij die, zeg ik, voortdurend het oogenblik beloert, om op het weefgetouw te springen, en voor een menschlievend doel uwe poëzie of proza in het licht te brengen. 't Is waar,

[pagina 129]
[p. 129]

het publiek betaalt eerst de drukkosten door de milde inschrijvingen; 't is waar, gij schenkt u zelven, door middel van het ingeschreven geld, een papieren eerzuil, waarop misschien met gouden letters de naam van ‘liefdadig mensch’ gedrukt staat - maar wat er overschiet is toch voor den ongelukkige! En indien er balans in de rekening is - en in eene deftige rekening is er bijna altijd balans! - dan toch is het nog een zoete troost, voor hen die honger hebben, later op den papieren eerzuil te staren en te zeggen: ‘Als ik eens geld heb om naar den kruidenier te gaan, zal hij mij mijnen rijst en mijne boter gerieven in de losse bladen van dien edelen menschenvriend!’

Neen, 't is geen plaats voor u, mijne dierbare vuur- en waterpoëten, want er is noch brand, noch watersnood; 't is eene plaats voor de teêrgevoelige, zieke dichters - leveranciers van lijkbidderspoëzie - voor die ongelukkigen, met blozende en ronde wangen, die beweren dat ze wegteren van verdriet, wier hart gebroken is en wier oogen twee eeuwig spuitende warm-water fonteinen zijn geworden; voor hen, die altijd de klacht op de lippen, den doorn in 't hart, den traan in 't oog hebben en schijnbaar gekleed gaan in een doodlaken.

Maar gij, schrijver? ...

Och, ik heb ook al eens de treurwilg gespeeld, die zijne kruin mismoedig laat neêrzakken, en echter gulzig het levenssap opzuigt en bloei en welvaart geniet; bitter heeft men het mij verweten; maar ik hoop mij te verzoenen met de leeraars van het thans heerschende stelsel, dat men ten onrechte l'impuissance de l'art durft noemen - hoewel ik tot nu toe, als een half bekeerde, nog altijd naar een middenweg zoek.

Ik zeg dan dat het eene heerlijke plaats is om te droomen, indien men in de scherpe koude geen prozaïschen rooden neus oploopt, met welken men toch niet voor de Dulcinea zijner droomen verschijnen kan.

[pagina 130]
[p. 130]

Er is iets kerkhofachtigs in de buurt, zeg ik, en dat gevoelt Tony zelfs, die op verre na geen Lamartiniaan is. Nu hij daar des avonds, deels verscholen achter een boom, staat, huivert hij niet alleen van koude - neen, hij huivert in die akelige rust, omdat hij komt om eene wezenlijke heiligschennis te plegen.

Het huis met den houten gevel is gesloten; er schijnt eene ongestoorde rust daarbinnen te heerschen. Het slaat negen uren op de klok van het naburige klooster: op dat uur zou Jan Darinkx zijn huis moeten verlaten. In den voor-avond had de werkman een briefje ontvangen, dat hem bij mijnheer Franck roept. Het is wel degelijk het geschrift van mijnheer Max, hoewel, de lezer zal het begrijpen, deze laatste er niet het minste in betrokken is. 't Is een handige kerel - die Tony; hij heeft zich dikwijls, gewis om zijn ledigen tijd te dooden, bezig gehouden met het namaken van handteekens - en dit wordt meesterlijk gedaan!

Op klokslag gaat de deur open en Jan Darinckx gaat, met gebogen hoofd, langs de muren der huizen en verdwijnt ln de besneeuwde buurt. Nu, moed gevat! Binnen sluipen, schoone woorden geven aan zijne moeder en - moeders zijn zoo blind! - beweren, dat er in den lessenaar een ouden brief ligt, dien hij noodig heeft voor zijn geluk, voor zijne toekomst; dien zelf helpen zoeken; in dat geval behendig zijn eigen kwijtbrief en de portefeuille bemachtigen, aan deze ontnemen wat hem dienstig zijn kan en ze daarna - moest het zijn! - teruggeven: ziedaar een plan dat zeer goed uitvoerbaar is.

Tony Darenge huivert echter - hij nadert wel is waar snel het huis, maar aan de deur aarzelt hij en draait plotseling den kleinen gang in, naast de woning zijner moeder. Den hoek om is er een oude brokkige muur: als kind had hij meer dan eens den voet in de gaten der uitgevallen steenen gezet, had zich met de handen in de andere gaten

[pagina 131]
[p. 131]

vastgeklemd, om zoo een venster in den achtergevel van het huis te bereiken - en dat venster bracht hem onmiddellijk in het zijkamerken, waar de lessenaar staat.

Dat is een ander, misschien een beter ontwerp: in een-twee-drie bevindt hij zich op den muur. Een flauwe lichtgloed valt door het venster; Tony's hart bonst. Nu richt hij zich voor het venster op en staart binnen.

Het licht eener kaars waggelt flauw op den bewusten lessenaar, en werpt zijn rossen gloed op eene doodkist, welke op twee stoelen staat en met een wit laken overdekt is....

Eene huivering loopt den slechten zoon over de leden en zijne haren rijzen te berge: de deugniet deinst terug voor de doode - voor het lijk zijner moeder; want hij begrijpt dat die kist haar lijk moet bevatten. Hij is nog geen schurk genoeg, om van die goede gelegenheid gebruik te maken en over de doodkist heen den verlangden schat te grijpen. Hij deinst integendeel terug en ontvlucht ijlings de plaats.

Op eenigen afstand van daar komt hij tot bezinning: hij lacht nu met zijn vrees; hij gevoelt hoe ver Mos, de lijkbidder, boven hem verheven staat. Ook keert hij terug; maar nu hij het huis nadert, ziet hij zijn broeder binnen treden.

‘Ik zal later gaan,’ mompelt hij, ‘op den dag der begrafenis!’

Er welt geen traan in zijn oog, geen zucht uit zijn hart op; maar hij is onrustig, als zit de booze geest hem op de hielen.

Nu hij in zijne kamer komt, verwittigt men hem dat zijn patroon hem verlangt te spreken; juist nu hij derwaarts gaan wil, komt mijnheer Bareel-Van Dinter zelf den trap op. De deur der kamer wordt gesloten; men spreekt lang fluisterend, men ontvouwt papieren en herplooit ze weêr. Een uur later verlaat de patroon de kamer van zijn klerk,

[pagina 132]
[p. 132]

ziet er vergenoegd uit, drukt dezen de hand en noemt hem zijn vriend, en nu Tony alleen is, berst hij eensklaps in eene zinnelooze vervoering los: ‘Ik zal nog eens rijk zijn, en Marietta zal mij toebehooren!’

De toekomst schemert zoo schoon, als de eerste glans van den dageraad; Tony denkt zelfs niet meer aan de kostbare portefeuille, evenmin als hij denkt aan het lijk zijner moeder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Het Jan-Klaassen-spel. Met levende beelden uit onzen tijd