Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel
Afbeelding van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (8.47 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 36. Het Jan-Klaassen-spel

(1930)–August Snieders–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

XXIV. De politieke tempel.

‘Indien ik mij ooit op dien kerel wreken kan...,’ mompelt Georges, en treedt een kleine, maar nette herberg binnen.

De lezer gelieve mij daar te volgen. Eene herberg! Dat schijnt u triviaal toe en een dichterlijk romanschrijver zou zijn tooneel ten minste in eene club of société privée plaatsen.

Het spijt mij, lezer, en bovenal voor u, kind der verlichte eeuw, dat gij met zooveel minachting over het bier- en jeneverhuis spreekt. Daargelaten dat de kroeg niet zelden het voorhof is der crimineele rechtbank, zoo rijk in treffende tafereelen - vooral voor ledigloopers - is zij in onze dagen de politieke club geworden, waar men onder het inzwelgen van Vaderlandsch gerstennat, over de grootste vraagpunten beslist.

Antwoord mij: is het niet daar, dat niet zelden de kandidaten voor de Kamers gekozen, wetten ge- en veroordeeld, ministers op de kussens gezet of er afgeblazen worden?

Wat beteekenen uwe studeerkamers, kabinetten, akademiën, hoogescholen - het centrum der politieke wereld, is de bierwinkel. De vorsten dubben op een moeilijk vraagpunt - pif! in de herberg, is in een omzien, die gordiaansche knoop doorgehakt. Diplomaten spelen om het fijnste schaak - paf! de herbergredenaar ziet bij den eersten oogslag hoe men schaakmat speelt. Legers staan tegenover elkander - poef! de victorie is reeds beslist.

[pagina 140]
[p. 140]

't Wordt vrede: - ‘Heb ik het niet gezegd!’ roept de herbergpolitieke. 't Wordt oorlog: - ‘Heb ik het niet voorspeld!’ klinkt het triomfantelijk.... Daar verschuift men grenzen en tronen als de schijven op het dambord; begrootingen en kredieten doet men in elkander passen als de steenen van het domino-spel; volkeren schudt men dooreen gelijk een spel kaarten; argumenten blaast men weg als tabakswolken; legers neemt men op en verplaatst ze zoo gemakkelijk als de engel Habakuk opnam; vestingen en forten vallen gelijk de muren van Jericho; - 't is minder dan een goocheltoer.

En zoudt gij, lezer, met zooveel minachting van de herberg spreken - van dat Forum, waar de burger des avonds 's lands zaken komt besturen! Eerbied, als gij spreekt van het voorhof der politieke grootheid, van het staatkundig heiligdom en waar diegene welke de zwaarste stem en de sterkste longen heeft, ook voor de grootste en diepzinnigste staatsman gehouden wordt.

Gij zegt, dat de herberg het individualismus bevordert en het familie-leven doodt - kortzichtige! Dat het familieleven de groote steun is der maatschappelijke samenleving - achteruitkruiper! Dat deze in hare grondvesten ondermijnd wordt, als... - zwijg, lichtverdoover! Telt gij dan de persoonlijke vrijheid, de ontslaving des mans van de dwingelandij der vrouw, het losser maken van den huiselijken kluister waaraan hij geboeid ligt, telt gij dat voor niets?

O, zeg wat gij wilt, maar de jonge herberg-politieke vooral weet dat hij, onder het wegdampen des tabaks, onder het drinken van zijn glas bier, in de staatkundige balans van Europa weegt. Nu verdedigt hij stout zijne denkwijze - die van zijn dagblad eigenlijk; morgen wijst hij den kandidaat zijner keuze aan; overmorgen verschijnt hij aan de stembus en is er de handhaver van recht en orde - als het in 't voordeel zijner partij is, wel te verstaan;

[pagina 141]
[p. 141]

's avonds is hij opgewonden van vreugde over zijnen triomf, trekt de koets van den gekozene en slaat de ruiten bij zijne tegenpartij in.

Jonker van Dobbelsteen maakt eene uitzondering in zijne staatkundige club - meestal dezelfde jongens, die wij bij Tony Darenge aantroffen. Georges weegt niet in de balans; na eenige machtspreuken is hij aan het einde van zijn politiek programma. Maar als er van de vrouwen gesproken wordt - tweede en voornaam kapittel - o, dan is hij de leider, de toongever. Indien de vrouwen wisten hoe, in zekere kringen, hare eer en naam verdacht gemaakt, gedefloreerd en gevlekt wordt....

In elk bierhuis is Georges bekend. Als hij in zijn tilbury voorbij jaagt, licht zeker daar iemand het gordijntje op. De huisvrouw, die ik maar Calypso noemen zal, maar die ons aan Madame Grégoire in het lied van Béranger doet denken - de huisvrouw, pronkend opgetooid en met een gouden ketting om den hals, wenscht hem bij het binnentreden vriendelijk lachend ‘Goeden dag’, en onmiddellijk herhaalt als een echo, in de keuken een helder en nog vriendelijker stemmeken ‘Mijnheer Georges!’ 't Is de meid, die voor de Eucharis speelt.

Georges kent elk dezer dames bij den naam; hij is de vriend, de vertrouweling van allen: een echte herbergvrijer. Heeft Calypso een verkoudheid - morgen komt hij met eene doos pâte pectorale aanloopen. Heeft Eucharis winterhanden - den volgenden dag brengt hij haar van 't fijnste berenvet. Hij is een wandelende apotheek! Gisteren had hij China's-appels in den zak; dan weêr zoete amandelen of andere aardigheden uit den fruitwinkel. Dezen avond zal hij ze onthalen op Champagne, of leidt ze met Vastenavond naar het gemaskerd bal - niet zelden, om zich die hartjes door een ander te laten ontstelen, nadat zij 's jonkers goudstukken uit de beurs hebben doen walsen.

[pagina 142]
[p. 142]

Maar in den bierwinkel geniet Georges de eer, dat Eucharis meer dan eens vertrouwelijk met hem komt fluisteren en heimelijk lachen; dat Calypso hem nu en dan een knipoogje toezendt - en dat geeft veel te denken aan de andere personen, al was het maar dat hij daar al de matadors van het spel heeft. Ziedaar waar die man zijne eigenliefde plaatst; ziedaar zijn hoogmoed, zijne fierheid, zijne overwinning! Ziedaar dan waar dat adellijk schepsel, wiens voorzaten misschien op het slagveld streden en in de raadzaal schitterden, zijne eereplaats zoekt! De voorouders waren misschien de steun des vaderlands; de nazaat is ten hoogste de steunpilaar van eenen... drankwinkel.

Georges is - eene wandelende liefde aan zes centen: juist de prijs van een glas bier.

Nu hij de herberg binnentreedt, wordt hij door een luid Hoerah! begroet. Hij zelf is in eene opgewonden stemming; zijn triomf bij Marietta is immers te groot, om niet gelukkig te zijn. Ook werpt hij uitdagende oogslagen op Tony Darenge.

Georges vraagt, als een echte Engelschman, grog - veel grog.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Het Jan-Klaassen-spel. Met levende beelden uit onzen tijd