Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verborgen geluk (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verborgen geluk
Afbeelding van Verborgen gelukToon afbeelding van titelpagina van Verborgen geluk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.79 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verborgen geluk

(1877)–August Snieders–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXIV.

Ik ben een groot vriend van wandelen, van op te merken en te hooren, en al wandelende mijnen geest met dingen bezig te houden, die wellicht door anderen niet worden opgemerkt.

Alles spreekt tot den geest en leent zich tot gevolgtrekkingen, die, naarmate men dieper in die studie dringt, ook meer de waarheid naderen.

Ik lanterfant in de straten, op de wandeling, in den schouwburg, op een concert, zonder het zelf te willen. Ik zie de menschen zonder dikwijls hen te hooren. Hun binnentreden, hun uitgaan, hun groeten, hun glimlach; eene beweging hier, een oogwenk daar, een woord ginder; de uitdrukking van het wezen, de houding, de gang, eene onbeduidende behaagzucht - dit alles is dikwijls de draad, die, bij tijds vastgegrepen, voorzichtig en met redeneering afgewonden, mij tot een geheel van gebeurtenissen doet geraken en meestal nieuwe bewijzen levert, op wat markt van ijdelheid wij ons bevinden.

Eenige dezer opmerkingen met betrekking tot mijn verhaal wil ik u meêdeelen; aan u, lezer, de zorg overlatende daaruit de gevolgen te trekken, welke gij er denkt in te vinden.

Laten wij eerst opmerken, dat er een drietal zomers ongemerkt zijn voorbijgegaan, sedert onze twee paren getrouwd zijn. De wittebroodsweken beschrijven is te vervelend voor ons: laat de tortel-

[pagina 60]
[p. 60]

duifjes hun nestje maken; laat ongestoord den eersten liefde-tijd voorbijdrijven.

Verleden jaar, op zekeren avond, bevond ik mij op de wandeling van Antwerpen - eene voortreffelijke plaats om te lanterfanten, dat is zoo doelloos en slepend wandelen. Menschen gaan en komen, rijtuigen en ruiters snorren voorbij. Oud en jong wandelt onder de wilde kastanjeboomen, en langs de welriekende seringebosschen en bloemperken.

Een prachtig rijtuig met twee vlugge paarden bespannen, snort langs mij heen; eene dame, in tamelijk buitensporige kleeding, ligt eer dan ze zit, in het rijtuig tegenover een blonden, fijn geknevelden jonker, die met veel oplettendheid het minste woord, de minste beweging van de dame schijnt gâ te slaan.

't Is mevrouw Georges Delmare, met een harer neven, een der bevalligste jongelingen van de stad.

Wat draven die ranke paarden fier voor het lichte rijtuig! Pas zijn ze verdwenen of ginder in de verte, en in eene tegenovergestelde richting, verschijnen zij weêr met hunne sierlijke vracht.

Vier of vijf heeren - voetgangers zooals ik - hebben het paar gegroet, en uit het rijtuig is die groet welwillend beantwoord.

In het voorbijgaan, en terwijl de wandelaars het rijtuig nastaren, hoor ik eenige afgebroken woorden: ‘Eene schoone vrouw.... al te coquet.... Zelden in gezelschap van haar man.... Altijd op de baan....’ Daarna een woord dat ik niet meer versta en een gelach, dat mij meer te denken geeft dan al de woorden te zamen.

Eenige dames, door heeren vergezeld, wandelen voor mij heen. Ik hoor:

‘.... Men ziet haar overal.... overal.... Wie? ... Wel, mevrouw Delmare.... Gek, overdreven gek.... Een staalboek van kleuren.... Zonder smaak.... In zekere wereld gaat zij voor de toongeefster door.... 't Is om te lachen! ... Op het laatste bal was zij in Pompadour.... En de blonde schoothond in Louis XV....’ en alweêr een grinnekend gelach.

Een paar eenvoudige burgers met hunne vrouwen, en een half dozijn heen en weêr loopende kinderen:

‘.... Hier, Janneke! ... Marieke, pas op! ... De paarden van dat gekke wijf zullen nog eens ongelukken veroorzaken.... Wie is toch die modepop? .... Wel de dochter van Dolberg.... Tien of twaalf jaar geleden woonde hij op den hoek, in den Dansenden Aap, en geriefde aan de kinderen voor een cent kalissie-drop.... Geld heeft hij veel.... Maar ziet toch eens, wat toilet! ...’

De laatste opmerking, ge begrijpt het, komt van de vrouwen; maar de oudste dochters zien de rijke vrouw benijdend na, en droomen van zulke schoone kleeding zoo'n prachtig rijtuig.

Twee of drie alweters zitten op de bank, de beenen gekruist, de dampende sigaar in den mond.

[pagina 61]
[p. 61]

‘.... En is dat haar man? .... In 't geheel niet.... Een neef, een vriend van den huize.... Ieder zijn weg.... Recht gemakkelijk... Georges Delmare.... sigarenwinkel... handschoenwinkel... schouwburg.... societeit.... club.... Heerlijk!’

Ik wandel voort.

Drie mannen: deze met een gelen, de tweede met een blauwen, de derde met een zwarten jas aan en wier hoeden gegalonneerd zijn als die van generaals en ministers. 't Zijn voor- en achtermannen.

‘.... Och, de fortuin zal spoedig naar de maan geblazen zijn.... Niet zwaar.... Als de veêren eens zijn uitgevallen, zullen ze kruipen gelijk de oûkens deden.... Goed ingespannen.... Mevrouw ment somtijds zelf om haren koetsier beschaamd te maken....’

Een heer, dien men voor eenen baron zou houden, als zijn hoed niet zoo kleêrmakerachtig op het hoofd stond, met twee als kermispoppen gekleede kinderen aan de hand, die van tijd tot tijd grijnzend achteruit trekken en weigeren voort te gaan, waarop ik de namen hoor van ‘Olympia’ en ‘Sephorina’ - die heer groet mevrouw Delmare nederig en laat mij, bij die gelegenheid, eene onberispelijke streep zien, welke midden over het hoofd en in zijn licht blauwen halsdas verloren loopt.

Mevrouw groet niet weêr.

‘En dat wacht jaren lang om de rekening van al het geleverde valsch haar te betalen!’ mompelt de vergramde man tot zijne vrouw, die met een gebloemden shal pronkend, naast hem zwiert en draait. ‘Ja, dat wordt meer en meer de mode bij dat rijke volk!’ zucht de huisvrouw.

Zoo spreken misschien de modiste, de kantverkoopster, de koopvrouw in handschoenen, de naaister.... kortom, al wat hier wandelt. Booze, booze wereld!

Ik wandel sedert een uur en ik heb nog geen goed woord over die jonge vrouw gehoord, welke misschien onvoorzichtig, maar niet schuldig; achteloos en zorgeloos, maar niet te kort in hare betalingen is.

‘Ziedaar eene lieve vrouw!’ hoor ik de vier of vijf wandelaars, die ik straks voorbij ging, zeggen:

‘Kent gij haar? .... Neen..... Schoon in den vollen zin des woords.... Eenvoudig, maar smaakvol gekleed..... Kent niemand haar waarlijk niet? .... Neen, niemand.’

Niemand van die heeren kent haar!

Welke schitterende aanbeveling voor de eer dier jonge vrouw, dat zij van die heeren niet gekend is!

Ik ken haar, ik!

't Is Betsy Richard, nu Max Wilfried's echtgenoote, die stil, burgerlijk, bijna vergeten, maar gelukkig door het leven komen en aan de booze wereld niet telkens reden geven, om hunne eer en naam aan stukken te scheuren.

De weinige personen welke het paar kennen, groeten eerbiedig

[pagina 62]
[p. 62]

en zeggen gewis: ‘Wat moet die eenvoudige Betsy gelukkiger zijn, dan die weelderige mevrouw Delmare!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken