Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lelie van 't gehucht (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lelie van 't gehucht
Afbeelding van De lelie van 't gehuchtToon afbeelding van titelpagina van De lelie van 't gehucht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.82 MB)

Scans (6.37 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lelie van 't gehucht

(1925)–Jan Renier Snieders–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIII.
Vergeving, en vaarwel.

Lezer, laat ons voor eenige dagen Arië Krampe en David Urkhoven verlaten. Terwijl zij bij het maan- en sterlicht of heldonkere nachten, door de onmeetbare heide bespied, vervolgd en gejaagd, rondzwerven, gaan wij naar de Hees, waar men veel vertelt, hetgeen voor ons verhaal van het grootste gewicht is.

- Weet gij het nieuws? Wat zegt gij nu van den rijken boer? Wat zal de Lelie nu zeggen?

Dat waren de vragen, welke men elkander, op het kerkpad en op het veld toestuurde. De mannen waren van gevoelen, dat zulke dingen ongelukkig waren voor hem, wien het aanging; de vrouwen, die minder toegevend zijn dan de mannen, beweerden dat zij alles sedert lang voorzien hadden wat er thans gebeurde; en de meisjes, die nog minder toegevend zijn dan haar moeders en tantes, hielden niet op te schertsen en te spotten op rekening van de Lelie van 't gehucht.

Ziehier, lezer, de zaak in twee woorden. Men verzekerde dat David Urkhoven met moeite het hoofd rechthield, en reeds zooveel geld had opgehaald, dat het grootste gedeelte van zijn goed zwaar belast was.

Men zegde er bij, dat Arië Krampe, die zich, dank aan zijn vroeger gewonnen geld, met meer gemak staande

[pagina 139]
[p. 139]

hield, hem herhaaldelijk groote sommen ter leen had gegeven, ten einde den sluikhandel gemeenschappelijk voort te zetten; en overal wilde men weten, dat de zoon van de Schans er op aandrong, zijn geschoten geld terug of de Lelie in pand te hebben.

Ja, er was niet meer aan te twijfelen, David had hem zijn dochter toegezegd, en Dwina, die een ander beminde, had eindelijk toegegeven, teneinde haar vader uit een allerneteligsten toestand te redden...

De bruidskleederen waren bij de naaister, en de trouwdag was bepaald; dat vertelde men in het gehucht.

- Zou alles waar zijn wat men zegt? vroeg Huibert Lombaut, die met neergebogen hoofd op zijn ossenkar gezeten, het huis der Lelie voorbijreed; zou dat zoo kunnen gebeuren? vroeg hij, droef mijmerend voort, en zag werktuigelijk op naar den dikken klaterboom aan welks voet, nog niet lang geleden, Dwina hem plechtig herhaalde wat zij hem zoo dikwijls beloofd had. De jongen werd bleek en sidderde als een blad; daar, aan den klaterboom, zag hij Urkhoven en Arië Krampe, die het met elkander zeer druk hadden, voorbij stappen; en achter hen trad langzaam en zeer treurig de Lelie van het gehucht.

Toen zij Huibert bemerkte, bracht zij de hand tegen haar hart, en scheen hem een teeken van ‘vaarwel!’ toe te richten.

Achter de schuur van Urkhoven draaide de ossenkar het veld in; op den hoek van het kreupelbosch, achter den hof van Davids woning, hoorde Huibert zijn naam noemen.

- Komt gij mij 't laatste vaarwel zeggen, Dwina? vroeg hij, terwijl hij moeite deed om deze woorden uit zijn keel te trekken.

Het meisje zuchtte diep, maar durfde niet opzien.

- Herinnert gij u Allerzielen-avond?... vroeg hij,

[pagina 140]
[p. 140]

goedaardig en droevig; maar hoe goedaardig en droevig hij deze vraag deed, toch klonken zijn woorden als een bitter verwijt in de ooren der Lelie.

- Huibert, weet gij in welken toestand zich mijn vader bevindt? vroeg zij, zonder te durven opzien; en geen sterveling, zegt hij, die hem nog kan redden.

- Dan Krampe? vroeg Huibert met bitterheid; en de Lelie van 't gehucht moet het zegel worden, dat de twee partijen op 't gemaakte verbond drukken.

- Mijn hart heeft mij sedert lang gezegd, dat er ons een ongeluk boven het hoofd hing, zuchtte het meisje.

- Waar zijn de krachtdadigheid en den ijzeren wil van Davids dochter? vroeg Huibert zacht, maar niet zoo zacht, of zij gevoelde wel dat hij haar een bitter verwijt deed.

- Ik heb geen wil meer; en mijn krachtdadigheid van voorheen heb ik verloren, weende Dwina, terwijl haar armen ontzenuwd langs haar lijf vielen; Huibert indien gij wist wat bedreigingen ik heb doorgestaan, hoe lang ik geworsteld heb tegen de onwrikbaren wil mijns vaders.

- Arm meisje, ik beklaag u, zuchtte de zoon van Lombaut diep aangedaan; gij offert u op voor het behoud uws vaders... de Heer zal 't u loonen zoo gehandeld te hebben.

- Denkt gij? vroeg Dwina, met een weemoedigen glimlach even opziende.

- Is de Heer van daarboven niet de looner van het goed?

- Wat moet gij een braaf hart hebben, om zoo te spreken.

- Arme Dwina, ik geloof dat gij ongelukkig zijt.

- Misschien zou ik minder ongelukkig zijn, indien gij mij een laatste gunst wildet schenken.

[pagina 141]
[p. 141]

Zij staarde hem schroomvallig aan, en smeekte met een stuipachtigen snik, om vergeving.

- Vraag mij duizendmaal meer, was het antwoord, en 't is u geschonken.

- Vaarwel dan! nokte het meisje.

- Vaarwel! trok hij zich uit het hart, als had hij den laatsten bloeddroppel omhoog gehaald.

Het meisje gaf een akeligen gil en sloop door het kreupelhout heen.

Huibert staarde haar met vertwijfelende blikken achterna, even alsof hij op dit oogenblik het geluk zijns levens voor altijd zag verdwijnen; en de ossenkar vervorderde langzaam haren weg.

- Jongen, wat scheelt er aan dat gij zoo bleek ziet? vroeg de moeder van Huibert, toen deze zich, dien avond, bij den haard kwam nederzetten; zijt gij ziek?

Mathias gaf zijne vrouw een teeken haar vragen niet voort te zetten, en zijn zoon bij de hand nemend, sprak hij zacht en innemend:

- Moeder weet wel wat er aan scheelt, jongen; wees maar gerust.

Huibert wierp een dankbaren blik op zijn vader.

- Denk maar dat de zaak zoo is en niet anders, vervolgde deze; en dat de goede God het al wederom anders beschikt heeft.

- En denk ook, voegde vrouw Petronella er bij, dat de dochter van Urkhoven u hoegenaamd niet gelukkig kan maken; wat wilt gij toch al aanvangen met een meisje wier vader ten onder is?

- Vrouw, wat gij daar zegt is niet recht, viel Lombaut haar vermanend in de rede; waarom heeft Huibert de Lelie bemind?

- Niet omdat zij de rijke boerendochter van het gehucht was, antwoordde Huibert rechtstaande, en de hand plechtig uitstekend; neen, op mijn eer, daarom niet!

[pagina 142]
[p. 142]

- Arme jongen, zoo had ik het niet gemeend, zei de moeder, die wel gevoelde dat zij een verkeerde baan was ingeslagen, om haar zoon te troosten.

- Kom, Huibert, schep moed sprak Mathias; en laat ons hopen dat de Heer, bij een andere gelegenheid, het u zal vergoeden.

- Waarom, vroeg de moeder, verzet Dwina zich niet tegen den wil haars vaders? Zij is toch wel meester van haar hart?...

- Het meisje kan niet anders, onderbrak haar Huibert kort af.

- Kom, kind, laat ons een rozenhoedje bidden, stelde Mathias voor, om een einde te stellen aan het gesprek, hetwelk zijn zoon en geheel den huiskring het hart vaneen brak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken