Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heidi's avontuur (ca. 1960-1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heidi's avontuur
Afbeelding van Heidi's avontuurToon afbeelding van titelpagina van Heidi's avontuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (88.97 MB)

ebook (3.48 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heidi's avontuur

(ca. 1960-1970)–Patricia Sommelsdijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Hoofdstuk II
De familie van Maarendonk

‘U bent zeker juffrouw Heidi uit Zwitserland?’ klonk, in het Duits, een vriendelijke mannenstem naast haar, toen Heidi met haar koffer in de hand op het perron stond rond te kijken. Tine van Duren was nog even teruggehold naar de trein, want ze had haar handtasje laten liggen.

Heidi wendde zich snel om en zag een forse man van ongeveer veertig jaar, die haar onderzoekend opnam.

‘Ja meneer,’ antwoordde Heidi. ‘Bent u....’

‘Maarendonk!’ stelde de man zich voor, terwijl hij zijn hand uitstrekt, die Heidi onwillekeurig aannam. ‘Prettig, dat ik u zo snel gevonden heb in al die drukte. Gaat u met me mee?’

 

Vlug keek Heidi naar de trein en haar houding was enigszins aarzelend, zodat de heer Maarendonk, die een goed opmerker was, haar vroeg:

‘Zoekt u nog iemand?’

Ik heb in de trein kennis gemaakt met een Hollands meisje.... Ze had haar tasje in de trein laten liggen. O.... daar komt ze al aan. Mag ik nog even afscheid van haar nemen?’

‘Dat spreekt vanzelf. Het zou al heel onbeleefd zijn als men zo'n aardige jongedame zo maar liet staan, als men een aangename reis met haar gehad heeft,’ zei de heer Maarendonk lachend, met een buiging naar Tine van Duren, die haastig aan kwam draven en buiten adem triomfantelijk haar tasje omhoog hield.

‘Gelukkig! Ik heb het weer!’ zei ze hijgend. ‘O, is dat....’

[pagina 17]
[p. 17]

‘Mijn naam is Maarendonk, ik kwam juffrouw Heidi van u overnemen!’

Tine schoot in de lach. ‘Het lijkt wel of u over een stuk koopwaar hebt!’ riep ze uit.

Het laatste had ze in het Hollands gezegd en Heidi begreep het niet. Hoffelijkheidshalve antwoordde de heer Maarendonk echter weer in het Duits, dat hij zich misschien een beetje onhandig uitgedrukt had, maar dat hij bedoelde, dat hij Heidi mee ging nemen naar zijn huis.

Toen schoot hem iets te binnen.

‘Wordt u afgehaald?’ vroeg hij aan het blonde meisje.

‘Nee, meneer Maarendonk. Ik woon hier op kamers en mijn familie zit in Rotterdam. Ik....’

‘Ik welke buurt w oont u? In Zuid, misschien?’

‘Inderdaad.... en ik heb van Heidi gehoord, dat we zelfs dicht bij elkaar in de buurt komen wonen!’

‘O, maar dan praten we er niet langer over. Ik heb mijn auto voor het station geparkeerd. U gaat met ons mee en ik breng u thuis....::

‘Maar....’

‘Niets te maren.’

Resoluut greep de heer Maarendonk de grote koffer van Heidi in de ene hand en die van Tine in de andere en liep naar de uitgang, gevolgd door de twee meisjes, ieder met hun handkoffertje en tasje. Ze keken elkaar lachend aan en Tine fluisterde Heidi snel toe:

‘Ik geloof, dat je het geweldig getroffen hebt met je nieuwe baas! Wat een aardige man!’

Heidi knikte.

Ze was moe en een beetje overweldigd door de laatste snelle gebeurtenissen en de voortvarendheid van de heer Maarendonk.

Een ogenblik later zaten ze in de grote auto. De heer Maarendonk aan het stuur. Heidi naast hem en Tine achter-

[pagina 18]
[p. 18]

in.

In een kalm gangetje reden ze de Nieuwezijds Voorburgwal over.

Het was een mooie, zonnige dag, laat-zomer en Amsterdam was werkelijk op zijn mooist.

Heidi's aandacht was dadelijk geboeid. De grijze trams, die ze voorbij zoefden. Het drukke verkeer met talloze vracht- en personenauto's. Even, toen ze de brug bij het Station overreden, had Heidi het water gezien met wat schepen.

Maar toen ze op de Voorburgwal reden, zei ze:

‘Er komt toch nog meer water in Amsterdam?’

‘Dat zal je dadelijk wel zien.’ zei de heer Maarendonk lachend. Hij keek even opzij, naar het aandachtige gezichtje van Heidi. Het licht stond op rood.

Toen ze het Koningsplein naderden, waarschuwde hij:

‘Straks even naar links kijken, juffrouw Heidi, dat ziet u het Singel met....’

‘De bloemenmarkt!’ riep Heidi snel, trots op haar kennis.

‘Goed zo! Hoe weet u dat zo precies?’

‘Ik heb een heleboel over Amsterdam gelezen,’ legde Heidi uit. ‘En grootvader heeft me er ook het een en ander over verteld.’

‘Maar dan wist je toch, dat er nog meer water kwam!’ merkte Tine van Duren lachend op.

‘Ja, dat wist ik ook wel. Maar ik bedoelde eigenlijk of we het op weg naar.... naar huis.... al tegen kwamen.’

‘Goed gezegd.... naar huis!’ zei de heer Maarendonk en hij knikte Heidi vlug even toe, zodat ze een kleur kreeg van verlegenheid.

‘Ja, ik geloof dat ik een heerlijke tijd hier in Amsterdam zal hebben,’ zei ze. ‘Ik heb me erg op verheugd en tot nu toe is alles even prettig geweest.’ Ze keek even achterom.

[pagina 19]
[p. 19]

‘Vooral dank zij Tine van Duren!’

‘Dank je, Heidi.’

Het was even stil.

De heer Maarendonk moest nu al zijn aandacht bepalen bij het drukke verkeer in de nauwe Leidsestraat.

Telkens als ze een brug overgingen bewonderde de kleine Zwitserse de prachtige grachten en op het Leidseplein zuchte ze:

‘Het is nog mooier dan ik gedacht had! Ik kan me voorstellen, dat grootvader het een van de mooiste Europese hoofdsteden vindt!’

‘Is je.... uw grootvader hier wel eens geweest?’ vroeg de heer Maarendonk.

‘Mag ik u eerst iets anders vragen?’ vroeg Heidi, weer kleurend.

‘Natuurlijk,’ antwoordde de heer Maarendonk, een beetje verwonderd.

‘U zei even “je” en veranderde het toen in ..u’, Vindt u het erg om ‘je’ en ‘Heidi’ te blijven zeggen? Ik ben toch nog niet zo oud?’

Zowel de heer Maarendonk als Tine van Duren schoot in de lach.

‘Nee, je bent niet bepaald een oude dame!’ lachte de heer Maarendonk. ‘En ik heb er geen enkel bezwaar tegen. Integendeel!’

‘Fijn. Dank u wel. En dan het antwoord op uw vraag: ja, mijn grootvader is hier vroeger, toen hij nog jong was en veel reisde, enkele malen geweest. Hij was er opgetogen over!’

‘Dat begrijp ik. Ik hou ook erg veel van mijn stad. En u, juffrouw van Duren?’

‘Tine, alsutblieft!’

‘Goed, Tine dan.... Grappig, ik ben nog nooit zo gauw eigen geworden met een paar lieve dames, als vandaag!’

[pagina 20]
[p. 20]

‘Dat komt door het mooie weer!’ riep Tine lachend.

Heidi luisterde verbaasd toe.

Ze had gemeend, dat Hollanders een beetje stijf waren en stug, maar deze mensen, die ze toch eigenlijk maar nauwelijks kende en die elkaar ook tot voor een half uur vreemd waren geweest, waren zo vrolijk en opgedwongen, dat ze haar oren niet kon geloven.

‘Maar om op mijn vraag terug te komen, Tine, ben jij een Amsterdamse?’

‘Nee, meneer Maarendonk. Ik ben in Utrecht geboren, heb mijn vroegste jeugd doorgebracht in Rotterdam, heb na mijn schooltijd een poosje in Arhem gewoond en ben thans in Amsterdam gevestigd sinds verleden jaar.... Ja, ik woon hier net een jaar!’

‘En hoe vind je het hier?’

‘O, heerlijk! Ik geloof, dat ik hier zou willen blijven wonen!’

‘Ik kan het me voorstellen.... Kijk, Heidi, daar is ons Rijksmuseum!’

 

Langzaam maakte de auto de bocht, het Museumplein op, dat zich wijd voor hen uitstrekte. Heidi draaide zich om om door de achterruit nog iets van het Museum op te vangen.

‘Ja, ik herken het van de afbeeldingen! Wat een mooi gebouw. En wat ligt het daar mooi!’

‘Dadelijk zie je aan je rechterhand het Concertgebouw!’

Het kruispunt van Baerlestraat was een wirwar van trams, auto's en fietsers.

Vooral de fietsers sloeg Heidi nu met belangstelling gade.

Zoveel had ze er nog nooit bij elkaar gezien.

‘O, dat is nog niets,’ riep Tine uit. ‘Moet je straks om zes uur zien, op het spitsuur. Dan zijn het net mieren, die

[pagina 21]
[p. 21]

overal doorheen kruipen!’

‘Fiets je zelf ook?’ vroeg meneer Maarendonk.

‘Altijd! Ik zou me geen raad weten als ik mijn stalen ros niet had!’

‘Ik kan niet eens fietsen,’ zei Heidi.

‘O, dat leer ik je wel.... Als je vrij bent, in het Vondelpark!’

‘Graag.... als het van de familie Maarendonk mag, teminste!’

‘Geen enkel bezwaar, als je maar voorzichtig bent, want ik zou niet graag willen, dat je hier iets overkwam. Maar Tine.... waar moet jij zijn?’

‘In de Johannes Verhulststraat, meneer.’

‘Mooi, dan sla ik hier rechtsaf!’

Een paar minuten later zei Tine:

‘Hier is het.... nee, nog een lantaarnpaal verder! Wat fijn, dat ik zo maar thuis gebracht word. Mag ik u heel hartelijk bedanken, meneer Maarendonk?’

Ze opende het portier en stapte uit.

De heer Maarendonk volgde haar voorbeeld en haalde haar koffer uit de bagageruimte. ‘Moet je erg hoog?’

‘Nee, meneer, eerste etage.’ Tine strekte haar hand uit.

‘Nogmaals heel hartelijk bedankt, meneer Maarendonk!’

Heidi was ook maar uitgestapt en nam afscheid van haar nieuwe vriendin.

‘Mag Heidi me eens op komen zoeken?’ vroeg Tine.

‘Het lijkt me leuker wanneer jij eerst eens bij ons komt, dan kun je kennis maken met mijn vrouw en kinderen.

Ze zullen wel in je smaak vallen, denk ik.’

‘O, dat zou ik heel graag willen. Ik heb met Heidi in de trein al afgesproken, dat ik haar Nederlandse les zal

[pagina 22]
[p. 22]

geven.

Ik studeer Nederlands, moet u weten.’

‘Zo.... en later lerares worden?’

‘Dat is wel het plan.’

‘Je spreekt ook voortreffelijk Duits.’

‘Dank u. U trouwens ook.... Ja, ik houd van talen.’

Tine had intussen haar sleutel te voorschijn gehaald. Met een hoffelijk ‘Mag ik?’ nam de heer Maarendonk haar de sleutel uit de hand en opende de deur voor haar. Toen haalde hij een visitekaartje uit zijn portefeuille en gaf dit het meisje.

‘Hier staan mijn adres en telefoonnummer op. Als je deze week op een avond, om een uur of acht belt, ben ik thuis en maken we een afspraak wanneer je je opwachting komt maken. Akkoord?’

‘Het lijkt me bijzonder leuk. Heidi, ik geloof dat je met je neus in de boter gevallen bent.... Ja, dat is een echt Hollandse uitdrukking, die jij misschien nog niet begrijpt, maar dat leer ik je later wel. Wil je wel geloven, dat ik straks moeite zal hebben weer Nederlands te spreken? Wat hebben we veel afgepraat sinds we elkaar in de trein ontmoetten!’

..Ik ben je heel erg dankbaar, Tine, dat je zo aardig voor me geweest bent en ik hoop dat we elkaar veel zullen zien.’

‘Daar houden we het dan op. Kom mee, Heidi. Mijn vrouw zit vast al vol ongeduld op de uitkijk!

Nogmaals werden handen geschud. Heidi en meneer Maarendonk stapten weer in de auto. Tine wuifde hen na, totdat hij de hoek omging en ging toen naar binnen. Ze werd hartelijk verwelkomd door haar hospita, die de auto had horen stilhouden en vermoedde dat het haar kamerhuurster wel zou zijn.

‘Hebt u een prettige vakantie gehad, juffrouw Van

[pagina 23]
[p. 23]

Duren?’ vroeg ze vriendelijk.

‘Heel prettig en ik heb als slot een alleraardigst Zwitsers meisje leren kennen, met wie ik vriendschap heb gesloten. U zult haar binnenkort hier wel eens zien.’

‘Dat is prettig voor u, juffrouw. Komt u gauw binnen. Ik heb net thee gezet!’

En terwijl Tine van Duren aan mevrouw Jacobs van haar vakantie en het slot, de treinreis met Heidi, vertelde werd Heidi zelf op een allercharmantste manier opgevangen door mevrouw Maarendonk en haar twee kleuters, Edwin en Sandra.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken