Voor jong Nederland. Deel 1(ca. 1925)–Caspert van Son, A. van Son– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] [pagina 3] [p. 3] Hei, 't was in de Mei. 't Was op een mooien middag En in de maand van Mei, Toen Lies met haar vriendinnen Ging spelen in de wei; Ze hadden 's middags toch geen school En maakten pret en jool. Ze gingen bloemen plukken, Dat vonden zij wat dol; Er waren er wel duizend, De heele wei stond vol; Ze stonden hier, ze stonden daar, 't Was plukken, plukken maar! Ze gingen knusjes zitten In 't midden van de wei; Ze zongen eerst het liedje Van: ‘Hei, 't was in de Mei!’ En alle vogels floten blij Hun mooiste lied er bij. Ze deden alle bloempjes Voorzichtig van den steel, En regen z'aan een draadje, Eerst wit, dan blauw, dan geel; En 't mooie kransje, kant en klaar, Ging op het blonde haar. Ze vormden toen een cirkel En liepen in het rond; Ze vonden, dat zoo'n kransje Toch maar wat aardig stond; Ze dansten en ze zongen blij: ‘Joechhei, joechhei, joechhei!’ Vorige Volgende