Verantwoording van de presentatievorm
Ik heb gestreefd naar een systeem van presentatie dat zo helder en overzichtelijk mogelijk is. Bij bestudering van moderne Duitse historisch-kritische edities is mij duidelijk geworden dat het principe om een woord niet meer keren af te drukken dan het in het handschrift staat, in principe volstrekt te rechtvaardigen is, maar dat het de hanteerbaarheid van de uitgave op de plaatsen waar de situatie ingewikkeld is, niet bevordert. Ik heb, waar we hier vrijwel uitsluitend met bijzonder ingewikkeld materiaal te maken hebben, gekozen voor herhaling van tekstelementen. Een zekere omslachtigheid die daarvan het gevolg is, moet men dan voor lief nemen. Het feit dat iets herhaald wordt, is aangegeven doordat het betreffende woord, het zinsgedeelte, of de versregel(s), tussen teksthaken is (zijn) geplaatst.
Er is welbewust van afgezien in de transcriptie de positie van het tekstelement op de pagina aan te geven. Voorzover nodig wordt er in de toelichting op gewezen.
Ook voor het overige is ernaar gestreefd een systeem te hanteren dat vermijdbare complicaties zoveel mogelijk voorkomt. Daarbij is, zoals vanzelf spreekt, de omstandigheid dat het hele materiaal in facsimile kon worden weergegeven, van onschatbaar voordeel geweest.
- | Citaten uit de documenten zijn normaal in romein gezet wanneer ze in afzonderlijke versregels zijn afgedrukt, in cursief wanneer ze in de tekst voorkomen. |
- | De werkpapieren worden aangeduid met hun nummer (zie het overzicht ‘Het materiaal’), dus als d1, (d)2,1-(d)2,11, d3 en 12-38. (Alleen waar misverstand mogelijk zou zijn, is de letter d gebruikt.) |
- | Waar het terwille van de overzichtelijkheid en ten behoeve van de verwijzingen in de tekst gewenst leek, zijn de regels van de citaten genummerd. Verwijzingen in de tekst worden, als er verwarring zou kunnen ontstaan met de nummers van de documenten, altijd voorafgegaan door het woord ‘regel’: 12 regel 5. |
- | Varianten zijn voorzien van kleine letters: a, b [...] resp. 7a, 7b etc. |