Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1815)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1815)–Hajo Albert Spandaw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

Aan de reinen van harte.

 
o Broeders! gij, die weent en lijdt,
 
Met druk en lot moet kampen;
 
Maar onbevlekt en deugdzaam zijt,
 
In 't midden van uw rampen, -
 
Voor u is troost, voor u is baat,
 
Uw ramp, uw lijden is geen kwaad.
 
 
 
Wat ook den sterv'ling zij bereid,
 
Beproeven wij ons harte;
 
Het is de bron van zaligheid,
 
Maar ook de bron van smarte:
 
Al wat ons grieft - wat ons bekoort,
 
Het vloeit uit deze bronwel voort.
 
 
[pagina 35]
[p. 35]
 
Al werpt de gouden voorspoedszon
 
Haar' glans op onze paden;
 
Ofschoon we ons in een rijke bron
 
Van weelde en wellust baden:
 
Er is geen vreugd, geen duurzaam goed,
 
Dan voor het onbevlekt gemoed.
 
 
 
Al zien we op onze levensbaan
 
Geen enkel roosje tieren,
 
Al dobb'ren we ook op d' oceaan,
 
Wen schrikb're stormen gieren:
 
Er is geen leed, er is geen smart
 
Voor 't rein en onbezoedeld hart.
 
 
 
Ofschoon een koning kroonen schenk',
 
En als een Godheid blinke,
 
Een halve wereld, op zijn' wenk,
 
Aan zijne voeten zinke....
 
Hij kent geen' vreugd, is 't harte onrein,
 
Hij is in 't oog des wijzen klein.
 
 
[pagina 36]
[p. 36]
 
De mijnslaaf wroete in slijk en leem,
 
Daar op zijne ijz'ren boeijen
 
En 't goud voor 's konings diadeem
 
Zijn zweet en tranen vloeijen....
 
Is 't hart gewijd aan deugd en God,
 
o! Dan berust hij in zijn lot.
 
 
 
Al moet gij dan met tegenspoed
 
En 't grimmig noodlot kampen,
 
Gij, braven, - reinen van gemoed,
 
Bezwijkt niet onder rampen:
 
Voor u is troost, voor u is baat,
 
De Alvader is uw toeverlaat.
 
 
 
Schoon 't bloempje van de hoop verwelk',
 
Eens ziet ge een' lichtstraal blinken;
 
Al moet gij ook den alsemkelk
 
Ten bodem ledig drinken....
 
God vulde dien - gij neemt hem blij,
 
En ieder teug wordt artsenij.
 
 
[pagina 37]
[p. 37]
 
Schoon laster als een adder kruip',
 
En schuif'lend u begrimme,
 
't Gebrek in uwe woning sluip'
 
En uwen disch beklimme....
 
Eén blik op God - geen laster schaadt,
 
En eerlijke armoede is geen kwaad.
 
 
 
Wél u! gij moogt bij 't grievendst lot
 
Op zek're redding hopen!
 
Gij nadert voor den tróon van God
 
En vindt den hemel open:
 
De reine wendt zich in gebeên
 
Naar de eeuw'ge bron van reinheid heen.
 
 
 
Wie deze heilbron nad'ren mag,
 
Zal voor geen' toekomst beven;
 
Uit zwarten nacht rijst held're dag,
 
Het beeld van beter leven!
 
Er is voor hem geen leed, geen kwaad:
 
Zijn hart is rein, bij God is raad.
 
 
[pagina 38]
[p. 38]
 
Dat dan de nacht zijn' vlerken spreid',
 
De dag, die eens zal blinken,
 
De zaal'ge dag der eeuwigheid,
 
Zal nooit ten avond zinken:
 
Gelukkig hij, die in 't verschiet
 
Dien dag met vreugde rijzen ziet!
 
 
 
o Troost! o hoop! o eeuwigheid!
 
o Eindeloos verblijden!
 
Schoon hier de weg door dist'len leidt,
 
Niet eind'loos is het lijden:
 
Neen! droeve, aan gindsche zij' van 't graf
 
Daar legt ge uw aardsche kluisters af.
 
 
 
Daar is de grenspaal van den tijd
 
En van het lijden tevens;
 
Daar zijn geen wrevel, haat of nijd,
 
Geen zorgen dezes levens;
 
Daar wordt der driften stroom gestuit,
 
Daar rust ge van uw' arbeid uit.
 
 
[pagina 39]
[p. 39]
 
Daar kan der rijken trotsche praal,
 
Der boozen list niet baten;
 
Daar weegt men met eene and're schaal
 
En meet met and're maten;
 
Daar legt de huich'laar 't masker af,
 
En ijd'le roem verstuift als kaf.
 
 
 
Daar grieft geen vloek, geen laster meer,
 
Daar zijt ge vrij en veilig;
 
Daar zingt ge, tot des Eeuw'gen eer,
 
Het heilig driemaal heilig;
 
Daar smelten ziel en zaligheên,
 
Gevoel en deugd en liefde inéén.
 
 
 
Daar zult ge 't hooge en wijze doel
 
Van 't lijden hier ontdekken:
 
Dit zal u tot verhoogd gevoel,
 
Tot dankb're liefde wekken,
 
Bewond'rend met vernieuwden zin
 
Gods grenzenlooze menschenmin.
 
 
[pagina 40]
[p. 40]
 
En nu - o broeders! weent niet meer!
 
Wilt uwe tranen droogen!
 
Een Vader-oog ziet op u neer,
 
Vol teeder mededoogen:
 
Verheft uw' geest, in leed en pijn!
 
God wil der reinen redder zijn.
 
 
 
Ja, God is Vader! God is goed!
 
Het onheil dat u griefde,
 
De smarten, die ge lijden moet,
 
Zijn blijken zijner liefde:
 
Vertrouwt op hem, in ramp en nood!
 
Zijn liefde is onbegrijplijk groot!
 
 
 
Vest op die liefde alléén het oog, -
 
Dan hebt ge niets te vreezen!
 
Hoe ramp en lijden stijgen moog',
 
Gij zult gelukkig wezen!
 
Wie rein van harte is, voelt geen kwaad,
 
Wanneer hij 't oog ten hemel slaat.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken