Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1815)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1815)–Hajo Albert Spandaw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 180]
[p. 180]

Tuiltje voor mijne vrouw.
(Op haren Verjaardag.)

 
o Trouwe deelnoot van mijn lot!
 
o Leven van mijn leven!
 
Mij van den liefderijken God
 
Tot heil en troost gegeven!
 
Die rozen op mijn paden strooit,
 
't Verschiet met lagchend purper tooit,
 
Die ieder kelk van zegen,
 
Door u gevuld, met mij geniet,
 
En elken beker van verdriet
 
Zoo gaarne alleen zoudt leêgen!
 
 
[pagina 181]
[p. 181]
 
Laat mij, uw' schuldenaar elk uur,
 
Uw jaarfeest blij gedenken,
 
U de eêlste gaven der Natuur,
 
In keur van bloemen, schenken!
 
Gij leeft voor mij! wat wensch ik meer?
 
Ik kan met blijdschap magt en eer,
 
En goud en glans ontberen!
 
De liefde gaart de bloempjes thans,
 
De erkent'nis zal ze tot een' krans
 
Voor uwe kruin schakeren.
 
 
 
Dan, ach! het barre jaarsaizoen
 
Verdorde kruid en lover,
 
En liet geene enk'le bloemfestoen
 
Voor dezen feestdag over!
 
Wat klaag ik? weg met tooi en praal!
 
Uw hart verlangt hier hartetaal,
 
Om 't huis'lijk feest te vieren:
 
De schoonste kransen voor een' vrouw
 
Zijn reine deugd en echte trouw,
 
Die reeds uw' schedel sieren.
 
 
[pagina 182]
[p. 182]
 
Ook is er iets, waarop ik mij
 
Met fierheid mag beroemen;
 
Het zet u ed'ler luister bij,
 
Dan de allerfraaiste bloemen:
 
't Is eigen frisch en bloeijend ooft,
 
In gloed van echte min gestoofd;
 
't Zijn jonge, weel'ge loten,
 
Geworteld in den vruchtb'ren grond
 
Van ons gezegend echtverbond,
 
Uit liefde voortgesproten.
 
 
 
Zij, de eêlste bloesems uwer jeugd,
 
En 't sieraad mijnes levens,
 
De zuilen onzer huw'lijksvreugd,
 
En onze glorie tevens,
 
Uw kind'ren, dart'lende aan mijn' zij,
 
Verlangen op dit hooggetij
 
U zegenend te ontmoeten:
 
Vergeet der tijden druk en smart!
 
o! Liefde van het kinderhart
 
Kan 't bitterst leed verzoeten!
 
 
[pagina 183]
[p. 183]
 
Zie, zie - daar komt uw oudste zoon
 
U zijnen heilwensch brengen!
 
Zie 't meisjen in zijn' teed'ren toon
 
Een teeder traantje mengen!
 
Neem, moeder, neem en wensch en traan
 
Als ongeveinsde blijken aan
 
Der liefde van hun beide!
 
De kleener knaap, die kusjes biedt,
 
Begrijpt nog broêrtjes wenschen niet,
 
Noch waarom zusje schreide.
 
 
 
En zijt ge op bloementooi gesteld,
 
Zie dan uw vriend'lijk Koosje:
 
Zijn wangen zijn een lelieveld,
 
Zijn koontjes elk een roosje.
 
Duld, duld, dat ik u zalig noem!
 
o! Wensch en traan en kus en bloem...
 
Zoudt gij nog meer verlangen?....
 
Hier klopt een borst, die voor u blaakt,
 
Die zuchten voor uw welzijn slaakt,
 
En hartelijke zangen.
 
 
[pagina 184]
[p. 184]
 
Gij zwijgt.... o! wie hier woorden had
 
Zou geene moeder wezen!
 
Gij zwijgt... maar 't geen uw borst bevat
 
Is in uw oog te lezen.
 
Wee! wee mij, zoo ik twijf'len mogt,
 
Of 't kransje, dat mijn liefde u vlocht,
 
Uw' boezem roerde en streelde!
 
Gij lacht met tranen in het oog,
 
En werpt een dankb'ren blik omhoog
 
Naar d' Oorsprong dezer weelde!
 
 
 
Kom, wenden wij ons, in gebeên,
 
Met onze huw'lijkspandjes,
 
Tot 's Hemels goedertierenheên!
 
Knielt, kind'ren! vouwt uw' handjes!
 
Bidt, stam'lend, uwen vader na!
 
En gij, zoo teêr beminde ga,
 
Als teêr beminde moeder!
 
Kom aan mijn hart, stem in mijn' toon!
 
Ons loflied stijge tot den troon
 
Van d' eeuw'gen Albehoeder!
 
 
[pagina 185]
[p. 185]
 
o Vader! Vader! die ons mint!
 
Groot, onbegrijp'lijk wezen!
 
Wiens liefde hart met hart verbindt,
 
Uw liefde zij geprezen!
 
Zie neêr op haar, mijn heil, mijn' troost!
 
Zie neder op dit bloeijend kroost!
 
Hoor kroost en oud'ren danken!
 
Ons hart smelt weg in 't reinst genot...
 
Wij pogen... zuchten... stam'len... God!
 
Vergeef deez' zwakke klanken!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken