Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hert-spiegel (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hert-spiegel
Afbeelding van Hert-spiegelToon afbeelding van titelpagina van Hert-spiegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.06 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Veenstra



Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hert-spiegel

(1992)–H.L. Spiegel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Hertspiegels derde boek Melpomenaant.

 
Melpomen t'is u beurt te mennen waarheijts jachte,Ga naar voetnoota
 
melt u geheimenis, slijpt,Ga naar voetnootb en stiert ghij t'gedachteGa naar voetnootc
 
te peijlenGa naar voetnootd onheijls grond;Ga naar voetnoote sweeft met ons hemel-hooghGa naar voetnootf
 
ant end-kreijs top-puntGa naar voetnootg staijlGa naar voetnooth in s'hemels mantelbooghGa naar voetnooti
5[regelnummer]
den mellik wegh hen op.Ga naar voetnootj doch mijt het zeer verhooghen;Ga naar voetnootk
 
In Merkuurs ringhGa naar voetnootl ons plant, om daar vlak te beooghenGa naar voetnootm
 
(zoo t'oogh-staalGa naar voetnootn dat vermach) des menschelkens gewoel,
 
die (als in lent-maants teeltGa naar voetnooto in t'moerich padden-poelGa naar voetnootp
 
wanschapen kiekens halfGa naar voetnootq der Zeeuscher nachtegalenGa naar voetnootr
10[regelnummer]
krioelen over hoopGa naar voetnoots) vastGa naar voetnoott woeden,Ga naar voetnootu swoeghen,Ga naar voetnootv dwalen:Ga naar voetnootw
 
Naspeuringh maaghdelijn;Ga naar voetnootx wesGa naar voetnooty zuijmdij zaak en stond?Ga naar voetnootz
 
Doch ist geen rijsens tijt,Ga naar voetnootaa zinkt met ons inden grontGa naar voetnootbb
[pagina 64]
[p. 64]
 


illustratie
De ‘Grot van Plato’ uit de editie van Wetstein. Ook deze gravure is op initiatief van Spiegel ontstaan, 1602-1603. De man met aureool zou Jezus zijn. Foto: K.B. Den Haag


 
des werelts aarden bòòm,Ga naar voetnoota om grondich na te speuren
 
Heeromnes doen;Ga naar voetnootb hoe t'komt dat: zij onzalich treuren,Ga naar voetnootc
15[regelnummer]
denGa naar voetnootd doch Natuijrlijk heijlGa naar voetnoote dats vreed,Ga naar voetnootf en vreuchde lust:Ga naar voetnootg
 
Met dit gepaijns begortGa naar voetnooth naGa naar voetnooti d'hooghe veluw-kustGa naar voetnootj
 
(recht alsGa naar voetnootk de dach-kriekGa naar voetnootl toont haar goudt root marmer vlechten
 
en t'gras met uchtend douw beswaart begon te rechten,Ga naar voetnootm
[pagina 65]
[p. 65]
 
zooGa naar voetnoota t'vlammich radt des zons diep uijter zee opsteegh,
20[regelnummer]
en door diens helderlichtGa naar voetnootb elk dingh zijn verweGa naar voetnootc kreegh)
 
hol-bollants uijtkant schier ik Goijwaarts was doorwandertGa naar voetnootd
 
bij Hilfers-beeken-zoom:Ga naar voetnoote siet flux het weer verandert,
 
een dikke nevelnacht het luijs-stilGa naar voetnootf bosch betrektGa naar voetnootg
 
die t'al lichtGa naar voetnooth geevich licht met swaare damp bedekt.
25[regelnummer]
Ik zach, noch hoorde niet, ik voelde niet met allen,Ga naar voetnooti
 
ook rook, en smaak-vermaakGa naar voetnootj was heel in mij vervallen.
 
opmerkinghGa naar voetnootk hielt mij staan omsichtich,Ga naar voetnootl onvervaart,Ga naar voetnootm
 
maar als na d'eerste schrikGa naar voetnootn mijn moetGa naar voetnooto heel was bedaart,
 
wrachtGa naar voetnootp nare eensaamheijd steek-blindGa naar voetnootq eerbiedich schroomen,Ga naar voetnootr
30[regelnummer]
reenwikkendeGa naar voetnoots dat dit vergeefsGa naar voetnoott niet was gekoomen,
 
dat blint gevalGa naar voetnootu niet heerscht, of swerelts schepper viert:Ga naar voetnootv
 
Maar dat diet al in als isGa naar voetnootw alle dingh bestiert
 
tott ellix heijl; heb ik met bòògh-zaam hert en leedenGa naar voetnootx
 
aldus dien al-beschik,Ga naar voetnooty en opper-vooghd gebeeden.Ga naar voetnootz
[pagina 66]
[p. 66]
35[regelnummer]
O al vervullend' een,Ga naar voetnoota die alles schepper zijt,
 
zelfstandich wezen,Ga naar voetnootb zonder stof, of Form, of tijt,Ga naar voetnootc
 
Of ijet, dat ons begrip bedenken kan, of vaten,Ga naar voetnootd
 
alschoon, almachtich, wijs, en goedichGa naar voetnoote bouen maten,
 
diet al ten goeden schikt, en elk het beste jont,
40[regelnummer]
die alles oorzaak zijt; geen oorzaak dochGa naar voetnootf van zondt:
 
Ist u wil, ist mij nutt, u inspraakGa naar voetnootg niet verstomme,
 
verbeeldingh, inval, Geest, of Engel,Ga naar voetnooth zegt waaromme
 
mij dees hel-duijsterheijtGa naar voetnooti dus schielijkGa naar voetnootj overvalt?
 
Zin-wakker,Ga naar voetnootk stok-stil doch gestrekt in een gestaltGa naar voetnootl
45[regelnummer]
quam mij een helleGa naar voetnootm stem al lijselijkGa naar voetnootn ter ooren.
 
Geblindhokt,Ga naar voetnooto dwaalbaarGa naar voetnootp eewigh blijven zij, die spoorenGa naar voetnootq
 
vermetel-achteloosGa naar voetnootr in laat-dunkxGa naar voetnoots schaduw-licht,
 
zoo uijt,Ga naar voetnoott als hoogh te zienGa naar voetnootu met perl, en schil-gezicht,Ga naar voetnootv
 
uijt, om haar mede-knecht doen danssen zoo zij pijpen,Ga naar voetnootw
50[regelnummer]
hoogh, om met kleijn begrip groot eewicheijt begrijpen.Ga naar voetnootx
 
Te weten t'sterflijk hoet d'onsterflijkheijt genaakt,Ga naar voetnooty
[pagina 67]
[p. 67]
 
te sluijtenGa naar voetnoota dat van niet geen ijet oijt is gemaakt,Ga naar voetnootb
 
daarGa naar voetnootc zij hoe ijet uijt ijet aars spruijtGa naar voetnootd voor hare Ooghen
 
(van slijm, zaat, dier, of boom)Ga naar voetnoote doch niet begrijpen mooghen:
55[regelnummer]
Het alderwonderbaarst als zijt maar zijn gewentGa naar voetnootf
 
hoe ongrondeerlijk t'zijGa naar voetnootg men achtet voor bekent:
 
T'min vreemt; maar ongewoonGa naar voetnooth dat noemtmen wonderteekenen,
 
zij koonen hemel-ganghGa naar voetnooti thien hemelsGa naar voetnootj hoogh nareekenen:
 
Door wat sterr' vreed, of krijgh hier eijndight, of begintGa naar voetnootk
60[regelnummer]
weet, die in slechter zaak is nesch, en mollich blint:Ga naar voetnootl
 
zegt:Ga naar voetnootm ijmant kan een kracht begrijpen zijner zinnen,
 
Dit vrucht-loos uijtzienGa naar voetnootn wijst u weetzucht billikGa naar voetnooto binnen
 
te zoeken hemel-heijlGa naar voetnootp in dijner zielen grondt,
 
daar aart-weet-geericheijtGa naar voetnootq met woekerGa naar voetnootr loont terstont;
65[regelnummer]
alsGa naar voetnoots uijtwaarts weet-zuchtGa naar voetnoott baart maar entlijkGa naar voetnootu bitter schennis.Ga naar voetnootv
 
Hebdij nu ware lust na duijreGa naar voetnootw waarheijds kennis,
 
zoo u heijl-geericheijt, en weet-zucht niet vastGa naar voetnootx slaapt,
 
betoovert, en verroktGa naar voetnooty door erref-zondtGa naar voetnootz betraapt
 
merkt,Ga naar voetnootaa waar heijl-loosheijds gront, en heijl in is geleghen,
70[regelnummer]
Dit was gezeijt; Ik voel der bòòmen boômGa naar voetnootbb beweghen,
[pagina 68]
[p. 68]
 
en voor mijn voeten barst een hollen-aarden spleet,Ga naar voetnoota
 
afbreukichGa naar voetnootb engh den ingangh, onder vlak, en breet;
 
Van maxel was dit hol eens menschen hert gelekenGa naar voetnootc
 
vol volx in scheemrich licht, diens woord-rijk twistich spreken
75[regelnummer]
als een gemommeldonsGa naar voetnootd mij eerst in d'ooren scheen,Ga naar voetnoote
 
dies schoor-voets deijzed'Ga naar voetnootf ik nieus-gierich na beneen
 
in t' twist-hol schaduw-rijk vol trotzich waan-vermeetenGa naar voetnootg
 
zach ik ontelbre menschen ruggelings gezeten
 
na t' flonker-fakkel-licht dat zon, en maan verbrant;Ga naar voetnooth
80[regelnummer]
Elk staar-ooght nechtighGa naar voetnooti op een voorgesteldeGa naar voetnootj want,
 
daar beurt-wijs schaduw-beelds vast allerleij vertieren,Ga naar voetnootk
 
die lieft elk zonderlinghGa naar voetnootl na lust, of erf-manieren:Ga naar voetnootm
 
D'een loert versuftGa naar voetnootn op goutt, en silver-schijfkens rondt,Ga naar voetnooto
 
d'aarGa naar voetnootp guwtGa naar voetnootq naer schaduw-taart en vlâeGa naar voetnootr met open mont:
85[regelnummer]
zulkGa naar voetnoots lonktGa naar voetnoott na valsche kroon, en schepters maxel heerlijk;
 
Die loerooght op den schauw des naakten Venus geerlijk:Ga naar voetnootu
 
Dees Faam-ziek steelwijs gluijrt na d'opper lauwer-krans;Ga naar voetnootv
 
Ant' trage eezels beelt hanght d'aar zijn zinnen gansch;Ga naar voetnootw
 
Der Pauwen staart-gepraal zulk ander mint hovaardich;Ga naar voetnootx
[pagina 69]
[p. 69]
90[regelnummer]
En meenich lieft verzott een gulzich swijn onaardich;Ga naar voetnoota
 
Dees wolven bloedich prijst; die leeuwen, Beeren fel;Ga naar voetnootb
 
Elk schept beangste vreuchtGa naar voetnootc in schauw-beelds apen-spel.Ga naar voetnootd
 
Op t'pluijm-rijk veder-bos, op paarden, honden, bloemen,Ga naar voetnoote
 
onwaardich schaduw goett,Ga naar voetnootf ondoenlijk alGa naar voetnootg te noemen,
95[regelnummer]
bezonder zonderlingh ziet ellik nijverGa naar voetnooth opGa naar voetnooti
 
en prijst met anders smaatGa naar voetnootj hoogh zijn gekooren popGa naar voetnootk
 
tott kijf, Ia vechtens toe: maar wil hen ijmant straffenGa naar voetnootl
 
als honden kregel-bitsGa naar voetnootm zij meest alGa naar voetnootn tegens blaffen.Ga naar voetnooto
 
zeer zelden ijmant daar op ziel-bezinninghGa naar voetnootp acht,Ga naar voetnootq
100[regelnummer]
of beurtet somwijl, flux wert die leer-gierGa naar voetnootr gebracht
 
te rugh, verbij een muijr die hij de rugh toe keerde,
 
daar beelden (welker schauw hij eerst voor alGa naar voetnoots begeerde)
 
gedraghen worden, die hij dan voor schauw-spel prijst;Ga naar voetnoott
 
Doch twist, en onrustGa naar voetnootu meeGa naar voetnootv bij beelde-minnaars rijst.
105[regelnummer]
verwaant, halsstarrich,Ga naar voetnootw want elk lieft daar even nechtighGa naar voetnootx
 
de beeld-kund, als hij voormaals hingh an schauw-minGa naar voetnooty pleghtig.Ga naar voetnootz
[pagina 70]
[p. 70]
 
En bij dees kleijnen hoop heeft, heijl-leer kleijn gehoorGa naar voetnoota
 
het is zoo t'was;Ga naar voetnootb elk waant ook dat hij t'best heeft voor,
 
En zelden, immerGa naar voetnootc zelden dees van beeld-liefd scheijden
110[regelnummer]
om uijt (door hert hols enghte)Ga naar voetnootd zich te laten leijden
 
van lamp-lichts schaduw-beelds; van t'donker valsch gesicht
 
tot warer dinghen toonGa naar voetnoote in t'Godlijk zonnen licht;
 
derwaarts ik zach, en reesGa naar voetnootf daar wel bedaardeGa naar voetnootg menschen
 
genooten stille vreucht na al haar herten wenschen.
115[regelnummer]
k'anrand'Ga naar voetnooth een dik-lip grof, wanschapen, hoogh-gebultGa naar voetnooti
 
na groett, en weder-groett, hebdij kund, tijt, gedult,
 
berecht mijGa naar voetnootj (zeijd' ik) wat dees hol-twist is te zeggen,
 
dees beeld, en schaduw-liefd.Ga naar voetnootk Hij gingt aldus uijtleggen.
 
T'hol is een ijders hert; het lamp-licht ijdel waanGa naar voetnootl
120[regelnummer]
die ellik eerst ontmoett; blijft hij daar stip op staan,Ga naar voetnootm
 
hem plaaght onrustich leedtGa naar voetnootn door ijdel-liefds behaghen;Ga naar voetnooto
 
moet niet na droom-vangsts waanGa naar voetnootp aardthaijl-lusts hongerGa naar voetnootq plagen?
 
De schauw-beelds die ghij hem anschouwen ziet met lust
 
is t'schijn-goedt valsch dat d'achteloosenGa naar voetnootr alGa naar voetnoots ontrust,
125[regelnummer]
als rijkdom, hooghe staat, faam, wellust, weetsucht prachtigh,Ga naar voetnoott
 
en zulke ijlheijdGa naar voetnootu meer; daar menschen onaandachtich
 
recht als hun hooghste goett partijdichGa naar voetnootv hert, en zin
[pagina 71]
[p. 71]
 
opstellen; dit maakt twist. Wie eenich lust-gewin
 
verkrijgt, verblijtGa naar voetnoota een tijdt: Dewijl dochGa naar voetnootb wankelbaarlijkGa naar voetnootc
130[regelnummer]
het blijvenGa naar voetnootd is, zoo valt verlies, of vreesGa naar voetnoote beswaarlijkGa naar voetnootf
 
dien,Ga naar voetnootg die of zoekt, of lieft zulk waan-goettGa naar voetnooth onbedocht.Ga naar voetnooti
 
Maar of Fortuijns onstaGa naar voetnootj daar niemant oijt bezocht?
 
die vint niet lijkewelGa naar voetnootk in valsch goett waar genoeghen
 
hem prikkelt onderwijl zijn ziel-heijl-hongers wroeghen:Ga naar voetnootl
135[regelnummer]
Godt, waarheijt, waare deuchdt is onser zielen spijs.
 
vergeefs elGa naar voetnootm zoeken menschen reukeloos,Ga naar voetnootn onwijs
 
in schauw-lustGa naar voetnooto haar genoecht. kan schijn t'gemoett vermaken
 
geduijrich? en ofGa naar voetnootp zij tott beelde-kennisGa naar voetnootq raaken,
 
leijt die niet tott de daad,Ga naar voetnootr z'istGa naar voetnoots maar een valsche stutt;
140[regelnummer]
beeld-kennisGa naar voetnoott daadeloos, als schauw-kun blijft onnutt.
 
WaarschijnlijkGa naar voetnootu vande deuchd veelGa naar voetnootv treffelijk kunnen spreken;
 
ja lokken andren aan door haar boet-vaardich preeken;Ga naar voetnootw
 
Maar zoo ghij al haar doen, en leeven wel beseft,Ga naar voetnootx
 
de daat zeijt klapping-kunstGa naar voetnooty haar zellefs hert niet treft.
145[regelnummer]
Ghij SpieghelGa naar voetnootz spiegelt u, u heijl zoekt in t'bewerken,
[pagina 72]
[p. 72]
 
door vreemde zorghGa naar voetnoota zich zelfs verzuijmenGa naar voetnootb waan-kunds klerken.Ga naar voetnootc
 
koopt nijver waarheijts kund; die over al is vaijl,Ga naar voetnootd
 
en brenght die inder daadt;Ga naar voetnoote daar vindij daatlijkGa naar voetnootf heijl.
 
Ter daatGa naar voetnootg moet waarheijts kennis nootlijkGa naar voetnooth hullip geven;
150[regelnummer]
t'beleeven maarGa naar voetnooti doet doode kennisGa naar voetnootj in ons leven.
 
T'is anders niet danGa naar voetnootk droom, verbeeldingh, ijdel waan.
 
Maar lieverGa naar voetnootl (zeijd ik) segt wat gaet dit vollik aan,Ga naar voetnootm
 
dats in dit duijster twist hol dus onrustichGa naar voetnootn woonen,
 
daar hun geen middel schortGa naar voetnooto na wenschGa naar voetnootp hier uijt te koonen?
155[regelnummer]
Recht zoo een ganger gauwGa naar voetnootq het slibber-sneuvelGa naar voetnootr pattGa naar voetnoots
 
treet hij andachtelijk, al is het staijl, en glatt,
 
afbreukich,Ga naar voetnoott smal, en krom, daar reijsigers, noch boeren
 
hulp doen,Ga naar voetnootu op bergh, of klip door grondelooze moerenGa naar voetnootv
 
vaak vaijlichlijk doortreet voor struijkelen bevrijt,Ga naar voetnootw
160[regelnummer]
die diepen dellen schuijn,Ga naar voetnootx en lossen kluijten mijet:
 
Maar treet hij dolkesGa naar voetnooty toe, vermijt hij plas, noch heuvel,Ga naar voetnootz
[pagina 73]
[p. 73]
 
lett hij niet op zijn wegh wis wedervaart hem sneuvel;Ga naar voetnoota
 
zoo zijn wij alGa naar voetnootb gelijk op s'levens wegh gesett,
 
om recht te moghenGa naar voetnootc gaan, of struijkelen te mettGa naar voetnootd
165[regelnummer]
door onkund, of versuijm:Ga naar voetnoote t'voorstGa naar voetnootf doetmen wel onschuldich;
 
zoo doolt eerst, zonder zondt het Jonghe kindt eenvuldich,Ga naar voetnootg
 
het weet niet, twijfelt niet, derft toelegh, en beraat,Ga naar voetnooth
 
ook wroeghen,Ga naar voetnooti en berouw gevolgh van euvel-daadt:
 
Maar krijgt het mooghlijkheijdtGa naar voetnootj om goett en quaat te weten,
170[regelnummer]
versuijmt dan wijsheijds winst,Ga naar voetnootk wil ijmant ook vergeeten
 
tott raads-man kund, en rêen,Ga naar voetnootlGa naar voetnootm zoo wert hij straffens waart
 
die eerst was buijten schuldt. BetGa naar voetnootn weten wroeginghGa naar voetnooto baart:
 
zoo heeft de zond altoos gequel, en straf tott knapen;Ga naar voetnootp
 
gaef;Ga naar voetnootq maar veranderlijk heeft Godt den mensch geschapen,
175[regelnummer]
hij stelt ons allegaar de doot, en t'leven veur,Ga naar voetnootr
 
en laat het reelijk dierGa naar voetnoots een vrije wille-keur.
 
Wie gauwGa naar voetnoott dan op zijn doen lett, vint dat achteloosheijd
 
grond-oorzaak is alleen van onheijl, schuldt, of boosheijd.
 
Dit is een haastich blint toestemmen onbedacht,Ga naar voetnootu
180[regelnummer]
of reukeloosGa naar voetnootv versuijm van t'geen in onse macht
 
meer kund, of mooghlijkheijt is van noch meerder kennis,
 
Wie van ons voelt met smert niet daaghlijkx zonden schennis?
 
datGa naar voetnootw volgh-lust,Ga naar voetnootx nijt, hovaard, en gramschap baart gequel?
[pagina 74]
[p. 74]
 
dat giericheijt,Ga naar voetnoota of staatsuchtGa naar voetnootb strektGa naar voetnootc een aardsche hel?
185[regelnummer]
noch grijpter ellik an:Ga naar voetnootd Doch niemant mach bejaghenGa naar voetnoote
 
met voordachtGa naar voetnootf willich t'geen hij quellik weet te plaghen.
 
Alleen t'onachtzaam blint toestemmen maakt ons boos,Ga naar voetnootg
 
en gauw' andacht vernielt t'versuijmen reukeloos;Ga naar voetnooth
 
Gelijk des vaak-gequetst oud-smits voordachtGa naar voetnooti opletten
190[regelnummer]
hem vaijlighlijk behoett voor s'viers bekendeGa naar voetnootj hetten:
 
Maar doch zoo onverhoets zijn reukeloozeGa naar voetnootk hant
 
t'heet Element genaakt, hem treft onlieveGa naar voetnootl brant.
 
Een die vaak gaat de kenbaarGa naar voetnootm naaste wegh ter kerken
 
die dwaalt niet onderweegh ten zij door t'niet opmerken.Ga naar voetnootn
195[regelnummer]
zoo du genootzaakt bist een hot-weghGa naar voetnooto onbekent
 
doolbaar gebaantGa naar voetnootp te gaan: maar datter wel ontrent
 
of volk, of middel is het wisgaanGa naar voetnootq te bevraghen,
 
versuijmstu dat, en mist, bistu dan te-beklaghen?
 
Dit schuldich onverstandt, en achteloosheijt quaat
200[regelnummer]
hoet valtGa naar voetnootr alGa naar voetnoots oorzaak is dattet hier qualijk gaat;
 
dat ons tott groot gequel de waan,Ga naar voetnoott en schijn-goedGa naar voetnootu hinderen,
 
quaGa naar voetnootv voorgangh sterkt ook t'quaat in t'opvoen onser kinderen.
 
Lands-wijs baart erref-zond;Ga naar voetnootw en Wennis wort Natuijr;Ga naar voetnootx
[pagina 75]
[p. 75]
 
Verderflijk outt gebruijk maakt heijlzaam deuchdenGa naar voetnoota duijr.Ga naar voetnootb
205[regelnummer]
Merkt ofGa naar voetnootc hier qua gewoont zij oorzaak veeler zonden;
 
eer d'ouen kooken-kunst,Ga naar voetnootd en t'brouwen was gevonden,
 
eer wenstGa naar voetnoote aan honich-mee,Ga naar voetnootf of wijn-smaakGa naar voetnootg sich vertast,Ga naar voetnooth
 
Wat dronkert, ofte vraat heeft zich als doenGa naar voetnooti verbrastGa naar voetnootj
 
an eekel, ooft, of brun? meeGa naar voetnootk daarze t'gelt niet deelenGa naar voetnootl
210[regelnummer]
wie port tott logh, en droogh,Ga naar voetnootm tot rooven, moorden, steelen?
 
t'waan-kostelijk besittGa naar voetnootn van pop-geproncx cieraatGa naar voetnootoGa naar voetnootp
 
lokt dat den zotten niet tott praal-lusts overdaat?Ga naar voetnootq
 
tott hatenijdt?Ga naar voetnootr tott twist? tott zorgh-lijk herts bedroeven?Ga naar voetnoots
 
U waan is nimmer zat. T'veel hebben leert behoeven.
215[regelnummer]
zulk eijgen-zinlijkheijtGa naar voetnoott stort uGa naar voetnootu (Natuijrs eijsch niet)
 
zulk ikkersGa naar voetnootv mis-verstandt dat brengt ons in verdriett.Ga naar voetnootw
 
De bloem wast onbetreurtGa naar voetnootx in open veld, en waijen:Ga naar voetnooty
 
Het pluijm-gediert toont vreuchd: De beestgjensGa naar voetnootz hen vermeijen
 
na lust in t'groene woutt: ook t'water veeGa naar voetnootaa in t'meijr:
220[regelnummer]
De meer begaafde menschGa naar voetnootbb alleen treurtGa naar voetnootcc even zeerGa naar voetnootdd
[pagina 76]
[p. 76]
 
altijdt, dient hem tott last zijn meer vernuftichGa naar voetnoota oordeel?
 
t'waar tegens de Natuijr; die jont tott ellix voordeelGa naar voetnootb
 
haar heijlbaar gaven al;Ga naar voetnootc Ons hel-gequel, en drukGa naar voetnootd
 
is geenzins inden aart;Ga naar voetnoote qua wenst baart ongeluk.
225[regelnummer]
De gulden eerste eeuw, die wij nu dwaaslijkGa naar voetnootf wenschen
 
wesGa naar voetnootg prijstmen die zoo zeer? zegt waarent meer als menschen?Ga naar voetnooth
 
qua voorbeelt, noch gevolgh,Ga naar voetnooti noch wenst bracht haar geklach,Ga naar voetnootj
 
eenGa naar voetnootk zott die maakter veelGa naar voetnootl; merkt wat land-wijsGa naar voetnootm vermach.
 
Men drinkt bij land-gebruijk door volghzame goet-rondheijtGa naar voetnootn
230[regelnummer]
hierGa naar voetnooto vrinden heijl vergeefs tott eijgen ongezontheijt;Ga naar voetnootp
 
Ia hate-dronkaartsGa naar voetnootq vaak in schijn van goede chierGa naar voetnootr
 
sich dringhen drank in t'lijf door toedrinkens manier.Ga naar voetnoots
 
D'onnutte kostbaar steen,Ga naar voetnoott d'erfleer van s'gouts waardije,Ga naar voetnootu
 
duijr-dek-kleeds ongemak,Ga naar voetnootv prachts ijle hovardije,Ga naar voetnootw
235[regelnummer]
op land-gebruijk gegront veroorzaaken die niet
 
der menschen zott gewoel,Ga naar voetnootx en hertzeerich verdriett?Ga naar voetnooty
 
Dees onwaardeGa naar voetnootz waardij elk hert breijtGa naar voetnootaa cluijster-hechtenGa naar voetnootbb
[pagina 77]
[p. 77]
 
van t'weligh avontuijr;Ga naar voetnoota t'doet kijven, plaijten, vechten.
 
En alsment naakt beooght,Ga naar voetnootb zoo isser geen verscheelGa naar voetnootc
240[regelnummer]
of u kaal watmerGa naar voetnootd dekt, of pluijster-rijkGa naar voetnoote fluweel.
 
Onnoodrufts dwaze boom draaght costbaar bittre vruchten,
 
het dient tott onheijl al daar wij om angstich zuchten.
 
Is d'opper-waan-heijls kroonGa naar voetnootf den koningh-vorst ijet waard?
 
die hem met rijsens hoop, of dalens angst beswaart?
245[regelnummer]
De vrek arm-hertichGa naar voetnootg trekt die voordeel van zijn schatten?
 
De praler van zijn kleer-rijkschap?Ga naar voetnooth erfrijk der matten?Ga naar voetnooti
 
merkt of de lekkerbeet zoo walghmaagh smaakt, en voedt,Ga naar voetnootj
 
als werk-luij honger-rijk de slechte kostGa naar voetnootk wel doett;
 
En om de lekker-brok,Ga naar voetnootl om spaarbek,Ga naar voetnootm staten,Ga naar voetnootn prachtenGa naar voetnooto
250[regelnummer]
leeft elk meest in getreur door snoo land-wijs hoogh achten.Ga naar voetnootp
 
Merkt hoe door land-gebruijk een ijder zich begeeft
 
tott onnoodrufts bejach:Ga naar voetnootq dat naulijx of hij leeft,
 
veel minGa naar voetnootr waar toeGa naar voetnoots niet een van duijzenden zal weeten,
 
Heeft aanwenst niet de schuld dat zielziekt wert vergeeten?Ga naar voetnoott
255[regelnummer]
(al waar zulx niet van noot)Ga naar voetnootu terwijlmen twist verwoett
 
wat t'onbegrijplijk goetGa naar voetnootv is, wil, vermach, en doett?
 
Belett u eijgen anwenst anwensts kracht te wikken;Ga naar voetnootw
[pagina 78]
[p. 78]
 
ziet wat die voormaals kond, en elders vreemts beschikken:Ga naar voetnoota
 
zulkGa naar voetnootb willichGa naar voetnootc koos de doot door Romers land-manier:Ga naar voetnootd
260[regelnummer]
Na Abrams voorbeelt meenich smeet zijn kint in t'vier.Ga naar voetnoote
 
Hoe mocht ghij vaarlijk hertGa naar voetnootf dees grouwel-wrokGa naar voetnootg gedooghen?
 
hier blijkt dat anwenst overtreft Natuijrs vermooghen.Ga naar voetnooth
 
An straffe slaaven straf strengh heerschen t'spaansch kint leert;Ga naar voetnooti
 
d'Italer wraak op t'hoogstGa naar voetnootj door voester-leerGa naar voetnootk begeert;
265[regelnummer]
AvoesenGa naar voetnootl leert de Duijtsch;Ga naar voetnootm na wester-werlds manierenGa naar voetnootn
 
is t'volk hierGa naar voetnooto deughden-rijk, en daarGa naar voetnootp als wilde dieren.
 
ZomGa naar voetnootq leefden God-loos laas noch meer als wij verweent:Ga naar voetnootr
 
zomGa naar voetnoots hadden d'oude EeuwGa naar voetnoott Natuijr-wijsGa naar voetnootu ongespeent:Ga naar voetnootv
 
Elk was daar zonder naam of storij-kundGa naar voetnootw een Christen,
270[regelnummer]
onnoozel,Ga naar voetnootx heijlich, veijlich, voor ons baat-ziekGa naar voetnooty twisten.
 
zij toonden name-loosGa naar voetnootz t'Christ-leven inder daat;
 
Wij leeven God-loos: maar zijn kersten mette praat:
 
De naam ons, hen de daadt was;Ga naar voetnootaa ons veel groofsche zondenGa naar voetnootbb
 
heeft men daar niet gebruijkt, ja niet benaamt gevonden.
[pagina 79]
[p. 79]
275[regelnummer]
Wie heet of wrek,Ga naar voetnoota of dief daar t'goett blijft onverdeelt?Ga naar voetnootb
 
behoefte, noodt, gebruijk eerst naam, en woorden teelt.
 
Dunkt u dit vreemt, en gaat ghij dan van hier na Roemen
 
Zult schendaad onderweegh veel swaarlijk konnen noemen.Ga naar voetnootc
 
in nazaatsGa naar voetnootd deuchd, of zond na t'voordoen anwenstGa naar voetnoote stift,Ga naar voetnootf
280[regelnummer]
Gelijk de PrinsGa naar voetnootg door wenst wiert schoot-vrijGa naar voetnooth voor vergift:
 
zoo wennen braak-mansGa naar voetnooti zich (t'schijnt bouen ons Natuijre)
 
strakGa naar voetnootj in een standtGa naar voetnootk te staan vaak vierentwintich uijren,
 
op gul-zandtGa naar voetnootl Splitter-naakt te staar-ooghenGa naar voetnootm de zon;
 
zoo vondt zulkGa naar voetnootn huijs-gemak genoeghzaamGa naar voetnooto in een ton;
285[regelnummer]
de DooperGa naar voetnootp rijkdom vont alzooGa naar voetnootq in t'gelt begeevenGa naar voetnootr
 
doe hij in s'kemels huijtGa naar voetnoots bij sprink-haans rijk kon leven;
 
Bloots-hoofdGa naar voetnoott eet wat'ren broot; een pij kleet hem bequaam;Ga naar voetnootu
 
woont in een hutt daar hij in legghen kan, noch staan.
 
O mensch acht diesGa naar voetnootv noch Godt, noch ook Natuijr niet schuldigh;Ga naar voetnootw
290[regelnummer]
T'is wonder wat ghij mooght door ijvers vlijt geduldichGa naar voetnootx
 
gebruijkt ghij die te nutt; Siet Iob in drukGa naar voetnooty verheught:Ga naar voetnootz
 
wat wenst in t'quaat vermach, vermags' ook inde deuchdt;
[pagina 80]
[p. 80]
 
En niet alleen voor een, t'goett voorbeelt helpt veel menschen,Ga naar voetnoota
 
Na-nevenGa naar voetnootb leven deed' zo Rechabs voettGa naar voetnootc na wenschen:
295[regelnummer]
Maar na land-wijs steekt elk nu hant, noch vinger an,Ga naar voetnootd
 
En zeijt doet zus, doett zoo; het zelf doen is de man.Ga naar voetnoote
 
Dus schuldich onverstandt, onandacht, quade wennis
 
grond-oorzaak blijven heel van aller menschen schennis.Ga naar voetnootf
 
Onschuldich doolt het kint, de zott, en t'kleijn verstant;
300[regelnummer]
zij voelen onlust min,Ga naar voetnootg ook geen hert-wroegens brant;
 
of immers buijten schuld:Ga naar voetnooth maar isser merk, en machteGa naar voetnooti
 
tott waarheijds kund? en wert die dan versuijmt, verachtet;Ga naar voetnootj
 
Alzulk verstant verzuijmGa naar voetnootk baart bitter zond gequel;
 
men leefter onvernoegtGa naar voetnootl men heefter wroegens hel,
305[regelnummer]
onheijl, beangsteGa naar voetnootm schuld; Sij moeten heijl verliezen,
 
diet ijdel waan-goettGa naar voetnootn voorGa naar voetnooto de waare goetheijt kiesen.
 
Dus waart voor al hoogh-nuttGa naar voetnootp dat elk voor ooghen hildt
 
staagh s'levens hoogste goedt; Die anders doolt in t'wilt,Ga naar voetnootq
 
of kiest ijet inde plaats, daar toe dan voort moet strekken
310[regelnummer]
zijn doen,Ga naar voetnootr dits nu meest gelt. Wie zal dien niet begekkenGa naar voetnoots
 
die hierom niet en waaght zijn leven? of verliest
 
zijn rust? en al zijn tijd? die hier voor wijsheid kiest?
 
bij veel ist weelde-lust, vrouweeren, sluijmen,Ga naar voetnoott duijmen;Ga naar voetnootu
[pagina 81]
[p. 81]
 
dit doett gezontheijt, eer, ja zalicheijt verzuijmen:Ga naar voetnoota
315[regelnummer]
Maar bij de werelt-wijs'Ga naar voetnootb ist eer, en hooghe staat,
 
die hierom lust, en rust (hem wenschelijk) verlaat.
 
staagh afterdochtichGa naar voetnootc leeft, en nimmermeer recht veijlich:
 
Bij schrift-geleerden maar istGa naar voetnootd maarGa naar voetnoote te schijnen heijlich;
 
daart doch veel lichter valt rechtGa naar voetnootf deuchdelijk te zijn.
320[regelnummer]
De deucht geeft vreucht te loon, onlust, en last de schijn:Ga naar voetnootg
 
HijGa naar voetnooth veijnst, en quelt zijn hart met angst, en t'lijf met pijnen
 
en dat al tegen meuchGa naar voetnooti aars als hij is te schijnen.
 
zulk' hooghste goeden noemt de schrift, en reedlijkheijt
 
afgooderij: want waar de mensch zijn hert anleijt
325[regelnummer]
daar isset staagh;Ga naar voetnootj Dit mint hij ook uijt al zijn krachten,
 
verzuijmt en mist hierom wat hij aars hoogh zou achten.
 
Anziet nu ellik waant zijn hoogste goett zijn gelt,
 
Het vollik reukeloos daarom in waaghschaal stelt
 
hun lijf; daar dochGa naar voetnootk het gelt maar dient om afGa naar voetnootl te leven.
330[regelnummer]
Hun zalicheijt, en rust, ja lust, en geld begevenGa naar voetnootm
 
zij, die hier hanghen t'hart aanGa naar voetnootn eer, of hooghe staat:
 
Maar ziet een dronken-slett,Ga naar voetnooto een gulzich lekker vraat
 
een hoeren-aasGa naar voetnootp hoe zij om t'kittelighGa naar voetnootq gevoelen
 
verwaarloozen hun heil; Ia om zijn moet te koelenGa naar voetnootr
335[regelnummer]
alleen wraak-giericheijt den mensch alzoo verhert,
 
dat hij kiest om zijn vijandGa naar voetnoots een veel meerderGa naar voetnoott smert.
 
Dees lieuen t'valsche goettGa naar voetnootu met ganscher hert, en sinnen;
[pagina 82]
[p. 82]
 
ist dan onmoghelijk d'algoede Godt te minnen?
 
wel tegens Godt het quaat?Ga naar voetnoota en t'goett met Gode niet?
340[regelnummer]
daar toe hij hulpe doet, het welk hij hert gebiett?Ga naar voetnootb
 
dat schijnt heel buijten reen.Ga naar voetnootc Ist doenlijk voor ons lieden?Ga naar voetnootd
 
hoe zietment dan zoo zelden, of gansch niet geschieden?
 
wat niet, of zelden schiet is dat niet in ons macht?
 
Wie heeft met rechte ernstGa naar voetnoote gebruijkt oijt al zijn kracht?
345[regelnummer]
Ist moghelijk een vrouw, een vrint, een kint, een koningh
 
uijt jonstGa naar voetnootf te lieuen niet? Ia zonder hoop-belooningh?Ga naar voetnootg
 
verr' boven goett, of eer, of lijf, of sielen-heijl?
 
doett dit een onderdaan? lijf-vrund?Ga naar voetnooth of minnaar geijl?
 
of zott? z'istGa naar voetnooti moghelijk; Ia t'valt om doenGa naar voetnootj veel lichter
350[regelnummer]
dat mannen manlijk wijsGa naar voetnootk den grooten werelt stichter
 
recht lieuen, die haarGa naar voetnootl schept, en hòòplijkGa naar voetnootm weldaat doett,
 
die zij te zijn gevoelen wijs,Ga naar voetnootn almachtigh, goett,
 
en boven alles schoon; Ia niemant mach ontkinnen,
 
wie Godt recht kent, en smaakt,Ga naar voetnooto hij moet hem nootlijkGa naar voetnootp minnen;
355[regelnummer]
Want t'schoon te lieuen zijn wij al van aardtGa naar voetnootq verplicht;
 
Hij is alleen recht schoon; T'schort danGa naar voetnootr aan ons gezicht
 
(zoo meermaal is gezeijt) aan heijlbaar waarheijds kennis,
 
die derftmen door veroud' half angeaarde wennis.Ga naar voetnoots
 
Natuijr niet; maar gewoont (een tweede vrouw Natuijr)
360[regelnummer]
drijft elk, verheertGa naar voetnoott Natuijr, en maakt ons t'leven zuijr.
[pagina 83]
[p. 83]
 
bijzonder maarGa naar voetnoota vrouw sla-loosGa naar voetnootb drijft ons als katijven,Ga naar voetnootc
 
dat wij in onverstandt, en qua gewoont verstijven.Ga naar voetnootd
 
Wert dan aandachtigh, kent, ontwent schauw-lusts onheijl;Ga naar voetnoote
 
hier toe koopt nutbaar kennis, die al om is vaijl;Ga naar voetnootf
365[regelnummer]
hoe duijr? ter schenk,Ga naar voetnootg om niet na t'waare Heijl-lands zeggen;
 
ziet, waakt, bidt, zoekt, ghij vint:Ga naar voetnooth pooght maar u pont t'anleggen;Ga naar voetnooti
 
al om, altijd, bij elk is waarheijts winst gereet:Ga naar voetnootj
 
zij roept u toe op straat, u weet-lust maar besteet.Ga naar voetnootk
 
Orpheus dier-gespel,Ga naar voetnootl en s'barrevoetersGa naar voetnootm preeken
370[regelnummer]
is mij noch klucht, noch droom, ik hoor vaak dieren spreeken
 
met groote nutt, en lust door naakt,Ga naar voetnootn en kort bewijs,
 
doordringend'Ga naar voetnooto meer als t'roem-rijk mont-geklap waan-wijs.
 
Het schob,Ga naar voetnootp en pluijm-gediert; Ia t'veld-gewas der aarden
 
aanspraakGa naar voetnootq ik hoor, bewaar, en houd' in grooter waarden.Ga naar voetnootr
375[regelnummer]
Waant ghij met Midas oor?Ga naar voetnoots O neen ghij vanghter niet,Ga naar voetnoott
 
T'is d'oorGa naar voetnootu wiens openingh ons Heijl-lant u gebiett;
 
T'is d'oor daar mee de ziel t'geluijt ontfangt door d'ooren;
 
het welt-beschouwingh boekGa naar voetnootv leert mij dus dier-spraak hooren.
 
ziet gheen moschGa naar voetnootw zijn onmond'gheGa naar voetnootx Iongskens beurtswijs spijst;
380[regelnummer]
en t'vluggheGa naar voetnooty flux verbijt:Ga naar voetnootz Weet dats' u onderwijst
[pagina 84]
[p. 84]
 
gerechteGa naar voetnoota kinderzorgh: Tott henGa naar voetnootb in t'beurtswijs geven,
 
tott zichGa naar voetnootc in t'weijgren strafGa naar voetnootd als zij zelfs kunnen leuen;
 
T'is rechtGa naar voetnoote Natuijr die port t'onmachtich kint te vôen
 
tott dattet kost verdient: maar port u die te wôen?Ga naar voetnootf
385[regelnummer]
als slaaf u luije neefs meer, als behoeft te werven,Ga naar voetnootg
 
op datze slaven mee,Ga naar voetnooth of door u schat bederven?Ga naar voetnooti
 
ziet wakker ginder braijt een rapsche schalke spinGa naar voetnootj
 
haar spijzichGa naar voetnootk nett, daar valt het reuk-loosGa naar voetnootl vliegjen in:
 
En deze miertghens rijk haar winter kooren zonnen;Ga naar voetnootm
390[regelnummer]
de bedel-vliegh die sterft door hongher ouerwonnen.Ga naar voetnootn
 
zegt spreekenGa naar voetnooto dit gediert niet daadlijkGa naar voetnootp zonder stem,
 
elk arbeijd om behoeft, een ijder hoede hem?Ga naar voetnootq
 
SchouttGa naar voetnootr dees beslobdeGa naar voetnoots visscher met zijn seghenGa naar voetnoott zeghe
 
schier heeft,Ga naar voetnootu had d'oude baars zich niet snel uijt de weghe
395[regelnummer]
in gront geboort, en zoo het slepend' lootGa naar voetnootv onslipt,
 
of hadd' de looze snoek de dobbers niet ontwipt:Ga naar voetnootw
 
Diet merkt dien spreekt dit:Ga naar voetnootx Weest daad-vaardich,Ga naar voetnooty en voorzichtigh,Ga naar voetnootz
 
ziet dees Pauw veder-rijk; ziet geene zwanen wightichGa naar voetnootaa
[pagina 85]
[p. 85]
 
zich nau met arbeijt swaarGa naar voetnoota opheffen vander aard,
400[regelnummer]
den leeuwerk dun geveertGa naar voetnootb staijl vlieghen hemel-waart,
 
en zinghen scheppers lof. Blijkt hier niet naer uw oordeel
 
groot hof-besittings last,Ga naar voetnootc en kleijn behoeuens voordeel?Ga naar voetnootd
 
Ooght op dit brackgienGa naar voetnoote mee dat hongrich knaaghde t'been,
 
door schrik hijt draghen laat doch grooter blaffert heenGa naar voetnootf
405[regelnummer]
heel treur-loos.Ga naar voetnootg Kiesen leert dit kleijnGa naar voetnooth voor groot gequelle,
 
en dat ons kiesbaarGa naar voetnooti goeds verlies niet zeer ontstelle.
 
Dicht voor u voeten neerGa naar voetnootj trou-aardrijkx preeken hoort;
 
brenght daar t'begraven zaadGa naar voetnootk niet zaad veelvoudigh voort?
 
en straft ons van t'ontfanghen ponts versuijmdeGa naar voetnootl renten?
410[regelnummer]
Die wasbaarGa naar voetnootm korrelplantGa naar voetnootn ook meer voor mis,Ga naar voetnooto en enten
 
met vrucht betaalt genooten weldaads woekerGa naar voetnootp ruijm
 
tott hòòn der hòògh begaafder menschen dank verzuijm.Ga naar voetnootq
 
Ten oordeel tegens onsGa naar voetnootr dees keijzel-steensGa naar voetnoots op-rijzen,
 
die met groen mos-fluweel haarGa naar voetnoott schepper eer bewijzen.
415[regelnummer]
Dees haan de dierbaarGa naar voetnootu steen weghschrabt, en kooren bikt,Ga naar voetnootv
 
ditGa naar voetnootw preekt dat zotte waan u oordeel heeft verstrikt.Ga naar voetnootx
 
Hij kiest noodruftich voetzelGa naar voetnooty voor d'onnutte bagghe;Ga naar voetnootz
[pagina 86]
[p. 86]
 
Swijgt praal-zottGa naar voetnoota tegens u voert wijzer haan de vlagghe.Ga naar voetnootb
 
Of lust u bòòghen?Ga naar voetnootc zegt wats u leen-pronx onmaat
420[regelnummer]
bij dees verachte rijps gesprenkelde cieraat?Ga naar voetnootd
 
ziet deze bijen honich zoeken, en vergaaren;
 
merkt hoe zij afterdochtighGa naar voetnoote winter kost bewaaren.
 
Dees spreeken wijslijk strakGa naar voetnootf den jonghen menschen an
 
voor winneloosheijtGa naar voetnootg sparen, en voor d'oude man.Ga naar voetnooth
425[regelnummer]
Anschoutt natuijr-deuchds aartGa naar voetnooti in nieuw kruijd-lievers hoven;Ga naar voetnootj
 
d'inlandsche rook-rijkGa naar voetnootk bloem, en kruijt veracht, verschovenGa naar voetnootl
 
bewijzen doch haar deuchdGa naar voetnootm ook dien die haar veracht,
 
en thoonen onversteurtGa naar voetnootn haar goede scheppers kracht.
 
die elk in allen val met weldaad komt bejegenen,Ga naar voetnooto
430[regelnummer]
die laat op goed' en quaden zonneschijn, en reegenen.Ga naar voetnootp
 
Zijn goedheijt blijkt in al dat hij geschapen heeft:
 
maar laas d'ondankbre mensch (doch meest begaaft)Ga naar voetnootq begeeftGa naar voetnootr
 
zijn heijl; dats goedheijd; die hem zaligh maken zoude,
 
en leeft verkeertGa naar voetnoots met wil in weer-wilGa naar voetnoott al na t'oude.Ga naar voetnootu
435[regelnummer]
door mis-verstandt verroktGa naar voetnootv quelt hem schijn-goeds onlust;
 
noch roemt hij zijn vernuft, snapt veel van heijl, en rust.
 
ziet ghij bet,Ga naar voetnootw zoekt ghij vreucht door waarheijds heil te winnen?Ga naar voetnootx
 
T'nutst waar an zellefs-kunGa naar voetnooty van voor-voetsGa naar voetnootz te beginnen.
[pagina 87]
[p. 87]
 
merkt wie, en waar ghij zijt, en wat u hooghste goett
440[regelnummer]
mach wezen, daar toe strekt geheel al wat ghij doet.
 
Mensch is een reelijk dier;Ga naar voetnoota van twee ondeelbaar deelen
 
gemenght, als lijf, en siel, die onderlingh verscheelen:
 
In t'lijf op zinnen acht, hert, breijn, teel-lidt, en hant,
 
Op siel-neijgingh, op moett, op hertstocht, op verstant
445[regelnummer]
t'vernuftGa naar voetnootb heeftet bestier; Het lichaam laat zich leeden,
 
hertstochten terghlijk wuftGa naar voetnootc meest horten tegensGa naar voetnootd reeden,
 
als gramschap, min, en haat, vrees, droefheijt, hoop, en vreuchd;
 
An t'goett bestuijr van deesGa naar voetnoote staat s'menschen eerste deuchd.
 
Geneijgt tott weetenschap,Ga naar voetnootf en heijl,Ga naar voetnootg te weeren schennis,Ga naar voetnooth
450[regelnummer]
te lieuen t'schoon, en meest het schoonst (dats Godt) na kennis,
 
ook kinder-voesteringh,Ga naar voetnooti afweer van ongelijk,Ga naar voetnootj
 
erbarm, en dankens tochtGa naar voetnootk is rechte neijgings blijk.Ga naar voetnootl
 
De mensch wert in dit dalGa naar voetnootm al stadichGa naar voetnootn omgedreuenGa naar voetnooto
 
(deen min,Ga naar voetnootp doch d'ander meer) ramp-zalich al zijn leuen;
455[regelnummer]
zwaar arbeijt, ziekte, koude' oudheijt,Ga naar voetnootq hongers noott,
 
bedrogh, nijt, haat, gewelt, krijgh, vangenis, de doott,
 
verlies van wijf, en kind, goed, ouders, vrunden, maghen
 
meest onvermijdelijk met wil,Ga naar voetnootr of onwilGa naar voetnoots draghen
 
men moet; op zulke voorwaard' zijn wij in dit foreestGa naar voetnoott
460[regelnummer]
daar ramp valt veelerleij: doch dwaze krijgent meest.
 
Al kan T'Natuijr geschikGa naar voetnootu niet weeren ghij, noch ikke,
[pagina 88]
[p. 88]
 
Wij konnen doen, en toelegh licht al daar na schikken,Ga naar voetnoota
 
dat ongevall min tref, of quets door gauw andacht;Ga naar voetnootb
 
ia meer ramp-quetzeloosheijtGa naar voetnootc staat heel in u macht,
465[regelnummer]
door willigh dragens wil van t'nootlijk wedervaaren.Ga naar voetnootd
 
Geen weerwilGa naar voetnoote onrust kan in zulken wijs-geerGa naar voetnootf baarenGa naar voetnootg
 
die niet lieft boven waard,Ga naar voetnooth dien t'schijn-goett niet bekoort;
 
Wie gauw in al zijn doen zijn meeste heijl naspoort,Ga naar voetnooti
 
die treurt om geen geval,Ga naar voetnootj doett ramp in droefheijt sneven?Ga naar voetnootk
470[regelnummer]
zoo weet dat ghij datGa naar voetnootl zelf hebt zulken macht gegeven.
 
Vraaghdij wat in dees tijtGa naar voetnootm zij s'menschen hoogste goett?
 
goed-wordingh; neijgings-blusschingh van lijf, en gemoett.Ga naar voetnootn
 
Het lijf behoeft hier toe goe lucht, huijs, dexel, spijzingh,
 
de ziel eervarentheijt, en kund,Ga naar voetnooto en onderwijzingh.
475[regelnummer]
Gewis terwijl de ziel, en t'lichaam hier zijn een,
 
moet s'menschen hooghste goett die beijde zijn gemeen.
 
Maar kanmen elker nutt niet even wel verlijken?Ga naar voetnootp
 
Het zwaarst weeght meest, de knecht die moet de Meester wijken.
 
merkt;Ga naar voetnootq beterdij t'gemoett doort' temmen van u vlees?Ga naar voetnootr
480[regelnummer]
doet arbeijt, waakt, of vast, of zoo ijet na den eesch?Ga naar voetnoots
 
maar swaktet u verstant, en kant de ziel niet vroomenGa naar voetnoott
 
T'schijnt zotheijd dat u lijf zijn wel-vaartGa naar voetnootu wert benomen.Ga naar voetnootv
[pagina 89]
[p. 89]
 
zal d'Ezel overweeghGa naar voetnoota daar moet zijn opgepast,
 
u draghen,Ga naar voetnootb of hij stort te neder met zijn last:
485[regelnummer]
Maar meer ontzinnicheijtGa naar voetnootc ist d'Esel zoo te mesten
 
dat voor den drijver niet,Ga naar voetnootd of weijnich blijft ten besten,Ga naar voetnoote
 
bezorgh verdeelingh zoekt die minst elk ander lett:Ga naar voetnootf
 
En heeft Natuijr t'bestuijr heel inde ziel gezett?
 
zoo dient die eerst verzorgt om alles wel te stuijren,
490[regelnummer]
die acht elk minst, dies zietment hen ook meest besuijren.
 
Nadenkt, en weeght dit gauw in dijner zielen grondt,
 
door waarheijds kennis maakt voor alGa naar voetnootg dijn ziel gezontt.
 
Uijt alle voor-val leert hiertoe wijsGa naar voetnooth leeringh trekken;
 
maakt dat eens anders misgreep dij een baak verstrekke,
495[regelnummer]
en niet verleij, of quets. DitGa naar voetnooti doet andachticheijt.Ga naar voetnootj
 
T'schort an t'bestaan.Ga naar voetnootk Adieu t'is haast genoech gezeijt.Ga naar voetnootl
voetnoota
span (gezegd van trekdieren), associatie met Apollo's vierspan
voetnootb
scherp
voetnootc
het denkvermogen
voetnootd
om te peilen
voetnoote
de grond(oorzaak) van alle menselijke tekort
voetnootf
zeer hoog
voetnootg
in de richting van het hoogste punt van de laatste kring (= sfeer)
voetnooth
bijw.bep. bij sweeft
voetnooti
hemelgewelf
voetnootj
van hier (de melkweg) op, vgl. hgd. hinauf
voetnootk
onthoud u ervan te hoog te stijgen
voetnootl
de sfeer, de ring, waarin de planeet Mercurius zich beweegt
voetnootm
met preciesheid gade te slaan, te bespieden
voetnootn
scherpte van het oog
voetnooto
broedsel uit de lente-maand
voetnootp
in de slijkachtige poel waarin de padden zich ophouden
voetnootq
half mismaakte jongen (omdat ze niet direct op de volwassenen lijken)
voetnootr
der kikkers
voetnoots
verward dooreen
voetnoott
voortdurend
voetnootu
door onmatige begeerten gedreven worden
voetnootv
zuchten
voetnootw
falen (in daden en in het doen van een keuze)
voetnootx
jonge maagd die alles nagaat vgl. IV, 402
voetnooty
waarom
voetnootz
zijt gij onachtzaam in het uitvoeren van de (gevraagde) zaak en komt gij niet op tijd
voetnootaa
maar is het niet het juiste ogenblik om omhoog te stijgen
voetnootbb
diepte
voetnoota
van de aardbodem, van de aarde
voetnootb
de gedragingen van alle mensen
voetnootc
diep ellendig ontluisterd zijn
voetnootd
die
voetnoote
heil, geluk dat de natuur geeft
voetnootf
gemoedsrust
voetnootg
behagen schept, of: wie toch ... aangenaam is, bevredigt
voetnooth
zwanger van, vervuld met
voetnooti
in de richting van
voetnootj
hier niet te denken aan de kust van de Veluwe, maar kust = regio, streek, dus de streek van de Veluwe, of de Veluwe; de zin gaat verder in vs. 21
voetnootk
juist toen
voetnootl
het aanbreken van de dag, hier gepersonifieerd, zoals blijkt uit haar ... vlechten; gedacht kan worden aan de Romeinse godin Aurora; de vlechten zijn goudkleurig, roodkleurig, en van gemengde kleur, zij zijn beeld voor de veelkleurige horizon
voetnootm
begon zich op te richten
voetnoota
zo ook
voetnootb
dit staat tegenover het veelkleurige, maar gedempte licht van de dach-kriek
voetnootc
kleur
voetnootd
was ik het grensgebied van het moerassige Holland in de richting van het Gooi bijna doorgewandeld
voetnoote
Vlamings commentaar: Hilvers-Beken Zoom / Hilverszoom, een dorp in Gooyland. Deze verklaring gaat echter voorbij aan de Beken. De Jongs interpretatie: ‘... lett. bij de zoom, oever, van Hilvers beken. In de gemeente 's-Gravenland vermeldt Van der Aa een buitenplaats Hilverbeek. (A.J.v.d. Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden i.v.). Tegelijkertijd schijnt Spiegel een woordspeling met Hilversum te bedoelen.’ Dan zou Hilfers-beken-zoom betekenen: aan de rand van de buitenplaats Hilverbeek, een alleszins plausibele verklaring. Toch sluit ik niet uit: tot aan de rand van de Hilfers beek, dus, tot de Hilfers beek. Tot de rand van de buitenplaats Hilverbeek, of, tot de rand van de Hilfers beek.
voetnootf
opmerkzaam-stil, oplettend-stil
voetnootg
overdekt
voetnooth
het alles licht gevende licht = de zon
voetnooti
in het geheel niet
voetnootj
het aangename gevoel, de verkwikking dat / die de reuk- en smaakorganen geven
voetnootk
innerlijke opmerkingsgave
voetnootl
behoedzaam
voetnootm
zonder vrees
voetnootn
na de ontsteltenis van het eerste ogenblik
voetnooto
gemoed, ziel (heel vaak onder het aspect van de emoties)
voetnootp
bewerkte, bracht teweeg
voetnootq
akelige cenzaamheid die geen uitzicht bood
voetnootr
vrees met eerbied gemengd (de ambivalente houding tegenover het goddelijke)
voetnoots
overwegende
voetnoott
zonder doel
voetnootu
blinde toeval
voetnootv
rust houdt
voetnootw
die alles doordringt met Zijn geest
voetnootx
bòògh-zaam hoort bij hert en betekent dan toegewijd en bij leeden in de betekenis van gebogen, nl. geknield
voetnooty
God, die alles regelt, regeert
voetnootz
dit is de hoofdzin, die voorafgegaan wordt door een inleidende causale bijzin beginnende met reenwikkende (vs. 30)
voetnoota
God die alles voltooit
voetnootb
God, die op zichzelf bestaat in volkomenheid, niet bewogen wordt, maar zichzelf beweegt
voetnootc
stof (materie), Form (forma) en tijt zijn de drie momenten die het geschapene bepalen. God staat daar buiten, omdat Hij het onbepaalbare Zijn is
voetnootd
begrijpen
voetnoote
goed met connotatie barmhartig
voetnootf
evenwel
voetnootg
Uw (Gods) inspiratie
voetnooth
de wijzen waarop God Zijn inspraak kan realiseren
voetnooti
duisternis als in de hel
voetnootj
onverwachts
voetnootk
met gespannen innerlijke zinnen
voetnootl
terwijl ik doodstil rechtop bleef staan
voetnootm
heldere
voetnootn
zachtjes
voetnooto
misleid (als geblinddoekt)
voetnootp
aan dwaling onderhevig, dwalend
voetnootq
zoeken
voetnootr
aanmatigend onnadenkend
voetnoots
verwaandheid
voetnoott
hierbij hoort te zien: naar buiten kijken in verband met de handelingen tegenover anderen, vgl. vs. 49
voetnootu
te kijken naar dingen die boven iemands bevatting, macht liggen, vgl. vs. 50
voetnootv
beide zijn oogziekten. Spiegel bedoelt dus dat men uijt / hoogh ziet met beperkte mogelijkheden
voetnootw
hun medemensen te overheersen; de uitdrukking luidt: iemand naar zijn pijpen (= fluiten) laten dansen
voetnootx
om met beperkte verstandelijke vermogens de grote geheimen der eeuwigheid (die eeuwig zijn) te begrijpen
voetnooty
te weten hoe het sterfelijke de onsterfelijkheid nadert: de relatie tussen mens en God
voetnoota
te concluderen
voetnootb
van niets geen iets ooit is geschapen
voetnootc
terwijl
voetnootd
hoe iets uit iets anders voortkomt
voetnoote
uit slijm, zaad, een dier of boom
voetnootf
als zij er maar aan gewend zijn
voetnootg
hoe ondoorgrondelijk het moge zijn
voetnooth
het minder onbekende (vreemde), maar ongewone
voetnooti
draaiing van de hemelkringen
voetnootj
er werd aangenomen dat er tien sferen waren; zie de aant. bij vs. 4-6
voetnootk
lijd.vw. bij weet
voetnootl
onderw. bij weet; die in eenvoudiger zaak dwaas of blind als een mol is
voetnootm
het onderw. is. die ... blint, zie de aant.
voetnootn
het zich bezig houden met dingen buiten zichzelf
voetnooto
terecht
voetnootp
het opperste geluk
voetnootq
weetgierigheid die de mens van nature bezit
voetnootr
in hoge mate
voetnoots
evenals
voetnoott
begeerte naar kennis van de dingen buiten iemand
voetnootu
tenslotte alleen
voetnootv
pijnlijk bederf
voetnootw
kostbare
voetnootx
diep
voetnooty
van hun doelstellingen weggerukt
voetnootz
verrast door de slechte aan de omgeving ontleende gewoonten
voetnootaa
let eens op
voetnootbb
bodem
voetnoota
een spleet gelijk aan een hol in de aarde
voetnootb
afbrokkelend
voetnootc
het is zo gevormd dat het op het hart van een mens lijkt
voetnootd
verward rumoer van stemmen
voetnoote
zich eerst aan mijn oren voordeed
voetnootf
daalde af
voetnootg
vermeeten is hier een zelfst.nwd.: vol hoogmoedige aanmatiging door waan (waan = een mening niet berustend op gefundeerde kennis) de woordgroep is bijv.bep. bij menschen
voetnooth
dat zich in de plaats stelt van zon en maan
voetnooti
aandachtig, met overgave
voetnootj
voor hen geplaatste, tegenover hen
voetnootk
waarop beurtelings schaduwbeelden van allerlei zaken voortdurend afwisselen
voetnootl
ieder (als individu)
voetnootm
in overeenstemming met zijn begeerten, of met wat hij meegekregen had door de zeden van het land, de gewoonten thuis
voetnootn
beroofd van verstand
voetnooto
op ronde gouden en zilveren munten
voetnootp
de ander
voetnootq
loert begerig
voetnootr
vlaai
voetnoots
weer een ander
voetnoott
werpt begerige blikken naar het kostbare maaksel van valse kroon en scepter
voetnootu
postpositum bij Venus in de betekenis van begeerlijk, of adv. bij loerooght in de betekenis van begerig
voetnootv
de lauwerkrans als het hoogst bereikbare
voetnootw
blijkbaar wordt hier iemand gekenschetst die traagheid bewondert, en die eigenschap bezit
voetnootx
het hoogmoedig-zijn op uiterlijkheden wordt in dit vers afgeschilderd
voetnoota
pred.attr. bij meenich, in de betekenis van verbasterd van zijn eigenlijke aard; er is sprake van iemand die de ondeugd der gulzigheid bezit
voetnootb
in dit vers gaat het om de wreedheid
voetnootc
vreugde in angst gedompeld; in de vreugde zit de angst het aanschouwen te zullen verliezen
voetnootd
zotte vertoning
voetnoote
alle symbolen van wereldse grootheid en rijkdom
voetnootf
verachtelijk goed met slechts schijnbare waarde
voetnootg
alle
voetnooth
aandachtig
voetnooti
op ieder ding afzonderlijk richt elk, verschillend van een ander, zijn blikken
voetnootj
schimpend op (de keuze van) een ander
voetnootk
zijn uitgekozen speelgoed
voetnootl
berispen, hun handelen afkeuren
voetnootm
vijandig-bijterig
voetnootn
bijna altijd, of: bijna allen
voetnooto
een uiting van machteloos verzet
voetnootp
bezinning in zijn ziel: zich zijn situatie als levend wezen, i.c. als mens bewust maken
voetnootq
neemt in aanmerking, om er zich in het handelen naar te richten
voetnootr
begerige naar lering, naar kennis
voetnoots
boven alles
voetnoott
de voorkeur geeft boven
voetnootu
beroering
voetnootv
eveneens, ook
voetnootw
deze woorden zijn hier absoluut gebruikt, men zou kunnen toevoegen: gedragen zij zich
voetnootx
met overgave
voetnooty
liefde voor de schaduwbeelden
voetnootz
òf adv. bij hingh in de betekenis van met toewijding, met alle ijver, òf postpos. bij schauw-min = waaraan men gebonden, onderworpen is (waarvan men zich niet los kan maken). Het W.N.T. XIII, I, 63/64 prefereert de laatste mogelijkheid
voetnoota
naar (heijl-leer) wordt weinig geluisterd, en in overeenstemming daarmee wordt in die richting niet gehandeld
voetnootb
het is nu bij de beelden, zoals het bij de schaduw-beelden toeging
voetnootc
hier een versterkend bijw. in de zin van voorzeker, ongetwijfeld
voetnootd
vgl. vs. 72
voetnoote
tot het uiterlijk van dingen, die meer waarheid bevatten
voetnootf
en (ik) steeg op
voetnootg
niet door driften bewogen
voetnooth
ik sprak aan
voetnooti
misschien wordt hiermee Esopus bedoeld, waarschijnlijk echter Socrates
voetnootj
licht mij in, breng mij op de hoogte
voetnootk
lees: dees beeld-liefd en schaduw-liefd
voetnootl
zinledige kennis (niet op juiste gronden berustend)
voetnootm
houdt hij daaraan onverzettelijk vast
voetnootn
onrustig, angstig makend leed; nl. de angst te verliezen waarin hij behagen schept
voetnooto
door het behagen scheppen in liefde voor zinledige dingen
voetnootp
de waan, d.i. de valse kennis voortkomend uit de vangst in een droom gedaan, dus onwerkelijk
voetnootq
de honger, de begeerte, naar de lust, de vreugde, die het aardthaijl, d.i. het heil dat in overeenstemming is met de natuur, met de aard van de mens geeft
voetnootr
onnadenkenden
voetnoots
òf postpos.= alle, òf adv.= geheel
voetnoott
aanmatigend makend
voetnootu
beuzelingen
voetnootv
pred. attr. bij menschen= partijdig, omdat men zijn eigen keus vijandig afzet tegen die van anderen
voetnoota
verheugt zich
voetnootb
daar echter
voetnootc
onzeker, onbetrouwbaar
voetnootd
nl. van het lust-gewin
voetnoote
nl. voor het verlies
voetnootf
lastig, onaangenaam
voetnootg
voor degene
voetnooth
iets dat men waant goed te zijn; waant= valse kennis bezitten, vgl. valsch-goett in vs. 133
voetnooti
zonder na te denken
voetnootj
ongestadigheid
voetnootk
die vindt toch niet
voetnootl
het kwellen van de honger naar ziele-heil; dit wordt omschreven in vs. 135
voetnootm
elders
voetnootn
onbezonnen
voetnooto
vreugde aan schaduwbeelden
voetnootp
onderstellend in de betekenis van indien, als
voetnootq
kennis verkregen door het aanschouwen van beelden, vgl. vs. 102
voetnootr
nl. het verlaten van het hol en het treden in de werkelijkheid, of het in praktijk brengen van de waare deuchdt (vs. 135)
voetnoots
zo is het
voetnoott
daadeloos: beeld-kennis bestaat alleen in het aanschouwen van de beelden, daarmee stelt men zich tevreden
voetnootu
zo dat het waar schijnt
voetnootv
velen
voetnootw
met aandrang en overreding spreken, daarbij een stemming suggererend van het doen van boete voor eigen vroegere tekortkomingen
voetnootx
doorziet
voetnooty
de kunst ergens mooi over weten te praten (treft het eigen hart niet)
voetnootz
de diklip (vs. 115) is nog altijd aan het woord; in t'bewerken: in het doen
voetnoota
het zich bekommeren om anderen
voetnootb
zich zelf veronachtzamen
voetnootc
de meesters van de waankunde, d.i. kennis die op valse gronden berust, die tegenover die welke op waarheid berust, staat
voetnootd
te koop, te verkrijgen
voetnoote
zet die om in daden
voetnootf
òf bijv.nw. = werkelijk, òf bijw. = in werkelijkheid
voetnootg
aan de daad
voetnooth
beslist
voetnooti
alleen het beleven
voetnootj
inactieve kennis
voetnootk
anders betekent het niet dan ... (nl. als die kennis niet ten goede gebruikt wordt)
voetnootl
mijn beste, mijn waarde
voetnootm
wat overkomt deze mensen, wat is er aan de hand met deze mensen (in de zin van: welke hartstochten beroeren deze mensen?)
voetnootn
twistziek
voetnooto
ontbreekt
voetnootp
als zij het wensen
voetnootq
een zich snel voortspoedende reiziger
voetnootr
bijw. bijz. van vergelijking, in de hoofdz. (= vs. 163) samengevat door zoo
voetnoots
het pad waarop men gemakkelijk slibbert, uitglijdt
voetnoott
afbrokkelend
voetnootu
bijw. bijz. van voorwaarde, waarin de bijw. bijz. van toegeving: al is ... doen, hierin de bijw. bijz. van omstandigheid: daar ... doen Men kan treet ... moeren als een parenthesis zien. Ik lees dan: Vs. 155 - parenthesis - vs. 159-160 Vs. 160 is een relatieve bijz. (die wijst naar ganger terug) met voorwaardelijke betekenis
voetnootv
bijv. bep. bij patt, òf bijw. bep. van plaats
voetnootw
behoed
voetnootx
scheef aflopende diepe kuilen (in de weg)
voetnooty
doldriest
voetnootz
nl. in de weg; heuvel = bobbel
voetnoota
overkomt hem een ongeluk, onheil
voetnootb
òf allen, òf geheel
voetnootc
kunnen
voetnootd
somtijds, eventueel
voetnoote
nalatigheid
voetnootf
het eerste, nl. het struikelen door onkunde
voetnootg
argeloos
voetnooth
mist opzet, plan en overleg
voetnooti
boete doen
voetnootj
kracht
voetnootk
het voordeel geput uit wijsheid
voetnootl
bijw. bijz. van voorwaarde, samengevat in de hoofdz. door zoo (vs. 171)
voetnootm
(een hendiadys) redelijke kennis
voetnootn
beter
voetnooto
knagen van het geweten
voetnootp
volgelingen, dienaren
voetnootq
ongeschonden
voetnootr
zie Deut, 30:19; vgl. de aant.
voetnoots
het redelijk schepsel
voetnoott
met aandacht
voetnootu
onbezonnen
voetnootv
lichtzinnig
voetnootw
de beide dat-zinnen, vs. 183 en vs. 184 zijn lijd.vw. bij voelt (vs. 182)
voetnootx
het volgen van de lusten
voetnoota
begerigheid
voetnootb
begeerte naar hoge staat
voetnootc
tot gevolg heeft
voetnootd
nochtans (toch) begint iedereen eraan
voetnoote
is in staat te streven naar
voetnootf
waarbij men vooruit zich de uitkomst van een handeling realiseert, bedachtzaam
voetnootg
alleen het zorgeloos toegeven aan begeerten zonder de rede in te schakelen maakt ons zondig
voetnooth
en de snel-gewekte oplettendheid vernietigt het lichtzinnig nalatig-zijn (in het betrachten van de waare deuchdt vs. 135)
voetnooti
voorzichtig
voetnootj
die hij kent
voetnootk
onvoorzichtige
voetnootl
onplezierige, die men graag vermijdt
voetnootm
de duidelijk herkenbare
voetnootn
door onopmerkzaam te zijn
voetnooto
dwaalweg
voetnootp
zo getraceerd dat men er gemakkelijk op kan verdwalen
voetnootq
het zeker gaan
voetnootr
hoe het zij
voetnoots
geheel en al
voetnoott
een mening op ondeugdelijke gronden gevestigd
voetnootu
iets dat in schijn goed is, niet in werkelijkheid
voetnootv
slechte
voetnootw
gewoonten (tradities) van een land brengen zonden voort die van het ene geslacht op het andere overgaan en onuitroeibaar zijn
voetnootx
wat men zich aanwent lijkt op den duur tot de natuur te behoren en wordt dus onveranderlijk
voetnoota
deugden die het heil, het geluk bevorderen
voetnootb
schaars
voetnootc
let op dat
voetnootd
het bakken
voetnoote
gewenning
voetnootf
sterke drank met honing bereid
voetnootg
behagen scheppen in wijn
voetnooth
in overmatig gebruik ontaardt
voetnooti
destijds, toen
voetnootj
zich te buiten gegaan
voetnootk
eveneens
voetnootl
daar zij het geld niet verdelen, d.w.z. het mijn en dijn bestaat nog niet: de gouden era
voetnootm
leugen en bedrog
voetnootn
het bezit in waan kostbaar, (maar waan is een valse opvatting)
voetnooto
voorop geplaatst onderw., hervat in vs. 212 door dat
voetnootp
sieraad van de wufte pronk
voetnootq
het overdadige van de lust in pralen
voetnootr
afgunst
voetnoots
kommervol verontusten van het hart
voetnoott
zinlijkheijt = gemoedsbewegingen, die kunnen positief zijn, als zij van de Natuijr komen. Hier is sprake van gemoedsbewegingen opgewekt door eigen zelfzuchtige begeerten, eigenzinnigheid
voetnootu
doet u vallen
voetnootv
duivels, met de bijgedachte aan het ik, dus zelfzuchtig
voetnootw
ellende
voetnootx
zorgeloos, aan zichzelf genoeg
voetnooty
weiden
voetnootz
(lees: beestjes): viervoetige dieren; het verkleinwoord correleert met vermeijen en t'groene woutt; zie aant.
voetnootaa
waterdieren
voetnootbb
de mens bezit boven planten en dieren de rationele ziel, heeft dus meer gaven gekregen
voetnootcc
is in zorgen
voetnootdd
in gelijke mate, nl. als de opgewektheid van planten en dieren
voetnoota
rationeel
voetnootb
tot ieders nut
voetnootc
al haar heilzame gaven
voetnootd
helse kwelling en ellende
voetnoote
is allerminst in overeenstemming met onze natuur
voetnootf
in onze dwaasheid
voetnootg
waarom
voetnooth
was er sprake van super-mensen? Spiegel bedoelt, in de gouden tijd, waren het ook ‘gewone’ mensen
voetnooti
navolging
voetnootj
gaf hun reden tot klagen, omdat qua voorbeelt, gevolgh en wenst niet bestonden
voetnootk
één
voetnootl
lees: veel zotten
voetnootm
de zeden van het land
voetnootn
gulheid, waarbij men geen spelbreker wil zijn tegenover de gebruiker
voetnooto
in Holland
voetnootp
men brengt een dronk uit op hel geluk van vrienden, vergeefs, omdat hun geluk daardoor niet bevorderd wordt, en men benadeelt er zijn eigen gezondheid mee
voetnootq
zij die een afkeer van dronkaards hebben
voetnootr
in schijn van goed onthaal
voetnoots
door het gebruik iemand toe te drinken
voetnoott
edelsteen
voetnootu
de traditie van de waarde van goud
voetnootv
de last die dure kleding meebrengt
voetnootw
de zinledige hoogmoedigheid van het prachtvertoon
voetnootx
het dwaze sloven der mensen
voetnooty
ellende die de ziel diep grieft
voetnootz
waardeloze, verachtelijke
voetnootaa
vlecht
voetnootbb
boeien
voetnoota
het dartel geluk
voetnootb
en als men het zonder vooroordelen bekijkt
voetnootc
verschil; isser geen verscheel: maakt het weinig uit
voetnootd
blijkbaar een goedkope stof. Vlaming geeft als verklaring: ‘Een grove en slechte dracht van arme menschen.’
voetnoote
volgens het W.N.T. XII, II, 2851 ‘met pluizen voorzien’; bedoeld zal zijn: met hoge pool
voetnootf
de kroon, die het heil, hel geluk, van de opperste (= verst doorgevoerde) waan is
voetnootg
bekrompen
voetnooth
kast rijk aan kleren
voetnooti
motten
voetnootj
let erop of de walghmaagh (d.i. de maag die walgt van het vele en copieuze voedsel) evenzeer de lekkerbeet smaak geeft en voedt als ...
voetnootk
eenvoudig voedsel
voetnootl
het lekkere hapje
voetnootm
wat men uit zijn mond spaart, gierigheid
voetnootn
hoge functies, waardigheden
voetnooto
pralerijen
voetnootp
door het verderfelijk op hoge waarde schatten van de zeden van het land
voetnootq
tot het najagen van onnodige dingen
voetnootr
veel minder
voetnoots
lees: waar toe hij leeft
voetnoott
heeft aanwenst niet de schuld dat het ziekzijn van de ziel wordt vergeten? Zielziekt is hier de verkeerde instelling van de ziel ten opzichte van de bestemming van de mens; vgl. bk. II, vs. 339
voetnootu
alsof zulks niet nodig was, nl. het niet vergelen van de zielziekte
voetnootv
God
voetnootw
te overwegen (nl. waartoe die in staat is)
voetnoota
ziet wat die (de kracht van de aanwenst) vroeger en elders voor wonderbaarlijks kon volbrengen
voetnootb
menigeen
voetnootc
vrijwillig
voetnootd
volgens Romeinse landzede
voetnoote
gaf zijn kind als brandoffer; vgl. Gen. 22
voetnootf
vaderlijk hart
voetnootg
gruwelstuk
voetnooth
macht
voetnooti
het Spaanse kind leert hard heersen aan (het opleggen van) strenge slaven-straf
voetnootj
ten zeerste
voetnootk
door de opvoeding van de voedster, dus: van de prille jeugd af
voetnootl
toasten met de woorden à vous
voetnootm
de Nederlander
voetnootn
(in vergelijking met) de wijze van leven in de westelijke wereld= Amerika
voetnooto
in Europa
voetnootp
in Amerika
voetnootq
sommigen
voetnootr
aanmatigend, ontaard
voetnoots
anderen
voetnoott
de gouden eeuw
voetnootu
volgens de natuur; Natuijr-wijs staat in tegenstelling tot land-wijs
voetnootv
nog niet gespeend, nog niet losgemaakt
voetnootw
zonder de naam (van christen) en zonder kennis van het verhaal der geschriften
voetnootx
onschuldig, argeloos
voetnooty
egoïstisch
voetnootz
zonder de naam van christen te bezitten
voetnootaa
de naam (van christenen) komt ons toe, hun het geloof naar daden
voetnootbb
onze zeer ongehoorde zonden, of onze talrijke ongehoorde zonden, al naar men veel interpreteert als een bijw. of een bijv.nw.
voetnoota
gierigaard
voetnootb
zie vs. 209
voetnootc
zie de aant. bij deze verzen
voetnootd
(meerv.) nakomelingen
voetnoote
is hier onderw.
voetnootf
brengt aan. Vs. 279 betekent dus: aanwenst brengt in overeenstemming met het voorbeeld bij nakomelingen deugd of zonde aan
voetnootg
de vorst, bedoeld zal zijn Mithridrates van Pontus
voetnooth
onvatbaat, onkwetsbaar
voetnooti
Brahmanen; Vgl. IV, 64-69
voetnootj
onbeweeglijk
voetnootk
in één houding
voetnootl
los, rul zand, stuifzand
voetnootm
de ogen strak op de zon richten
voetnootn
een zeker iemand (nl. Diogenes, tijdgenoot van Alexander de Grote)
voetnooto
voldoende huiselijke gerieflijkheid
voetnootp
Johannes de Doper, vgl. Matth. 3 en Marc. 1
voetnootq
evenzo
voetnootr
in het opgeven van geld
voetnoots
kemelsharen kleed
voetnoott
volgens Vlaming zou een man Joost Blootshoofd in Spiegels tijd in de duinen bij Haarlem hebben geleefd, vgl. VI, 89, 399
voetnootu
in voldoende mate
voetnootv
daarom
voetnootw
nl. aan de onmatigheid, de voorbeelden wijzen anders uit
voetnootx
door de geduldige inspanning van de toewijding
voetnooty
ellende
voetnootz
opgewekt gestemd
voetnoota
en niet alleen voor één mens helpt het goed voorbeeld, ook voor veel mensen
voetnootb
nakomelingen (lijd.vw.)
voetnootc
de wijze van leven van de Rechabieten (Rechabs voett is hier onderw.)
voetnootd
maar naar de zeden van het land steekt nu niemand een hand of vinger uit (om die ten goede te veranderen)
voetnoote
ieder handelt naar eigen goeddunken
voetnootf
van de (geestelijke) misvorming van alle mensen
voetnootg
minder (nl. dan iemand die bewust zondigt)
voetnooth
of tenminste (stellig) buiten schuld (wanneer kinderen, dwazen, en mensen met geringe verstandelijke vermogens wel enigermate onlust en berouw gevoelen, dan zijn die gevoelens niet gemengd met schuld)
voetnooti
maar indien er mogelijkheid, capaciteit (tot het acht slaan op) en kracht is (tot de kennis van waarheid)
voetnootj
en wordt die dan verwaarloosd en veracht
voetnootk
nalatigheid in het gebruiken van het verstand
voetnootl
onvoldaan
voetnootm
schuld waarin angst is verweven
voetnootn
die het waardeloze goede dat de waan aanbeveelt
voetnooto
boven
voetnootp
dus zou het van het allerhoogste belang zijn
voetnootq
die op een andere wijze dwaalt zonder doel
voetnootr
waarop hij vervolgens zijn handelen moet richten
voetnoots
de draak steken met, bespotten
voetnoott
slempen
voetnootu
fuiven
voetnoota
verwaarlozen
voetnootb
een werelds persoon
voetnootc
wantrouwig
voetnootd
gaat de roep, gaat het er maar om
voetnoote
slechts
voetnootf
echt
voetnootg
lees: de schijn geeft onlust, en last te loon
voetnooth
degene die slachtoffer van de schijn is
voetnooti
tegen zijn natuur
voetnootj
vgl. Matth. 6, 21
voetnootk
terwijl toch
voetnootl
van
voetnootm
(van ...) doen (zij) afstand
voetnootn
die hier verknocht zijn aan ...
voetnooto
dronkelap
voetnootp
iemand die de hoeren ten prooi valt
voetnootq
zinnenstrelend
voetnootr
zijn verbolgenheid bot te vieren
voetnoots
terwille van zijn vijand
voetnoott
groter
voetnootu
het onbetrouwbare goed, nl. het geld, de eer, de hoge staat, wraakgierigheid
voetnoota
lees: wel ... quaat te minnen; evenzo achter het tweede gedeelte van het vers
voetnootb
bij hetgeen Hij met klem gebiedt, geeft Hij hulp
voetnootc
dat lijkt geheel zonder grond
voetnootd
voor ons mensen
voetnoote
met volledige overgave
voetnootf
uit genegenheid
voetnootg
zonder hoop op beloning
voetnooth
boezemvriend
voetnooti
zo is het
voetnootj
om te doen
voetnootk
mannen met een krachtige wijsheid, of, mannen, wijs zoals een man betaamt
voetnootl
hen
voetnootm
overvloedig W.N.T. VI, 1071, of naar gehoopt mag worden
voetnootn
lees: die zij gevoelen wijs te zijn; die wijst terug naar den grooten werelt stichter (vs. 350)
voetnooto
ervaart
voetnootp
noodzakelijkerwijs
voetnootq
door onze natuur
voetnootr
geeft aan dat de inhoud van de zin logisch voortvloeit uit de vorige; hier wordt een tegenstelling gerealiseerd
voetnoots
verouderde gewenning half in de natuur, in onze aard geïntegreerd
voetnoott
overheerst
voetnoota
in het bijzonder toch
voetnootb
vrouw achteloos, dus achteloosheid; sla-loos is hier een gesubstantiveerd adj.
voetnootc
slaven, gevangenen
voetnootd
verharden
voetnoote
dit vers geeft drie fasen: oplettend worden, d.i. open staan voor andere mogelijkheden; het onderkennen van de schade die de schaduwen veroorzaken; het ontwennen ervan, d.i. het zich ervan losmaken
voetnootf
overal te koop is
voetnootg
cadeau
voetnooth
vgl. Matth. 7:7-8 en Mark. 13:33
voetnooti
probeer slechts uw (verkregen) pond uit te zetten; vlg. Luc. 19:11-27
voetnootj
voorhanden
voetnootk
stel te werk, wend aan
voetnootl
Orpheus' spelen voor de dieren, het betoveren van de dieren
voetnootm
de barrevoeter is Franciscus van Assisi, die voor de vogels preekte
voetnootn
duidelijk
voetnooto
volkomen begrijpelijk
voetnootp
lees: schob-gediert= de vissen
voetnootq
vormt een eenheid met vs. 373
voetnootr
beschouw als van grote waarde
voetnoots
een ezelsoor, dus: een groot lichamelijk oor
voetnoott
gij vangt er niets mee op
voetnootu
het inwendig oor; ook in vs. 377
voetnootv
het boek der natuur
voetnootw
die mus daar
voetnootx
onvolwassen, die nog niet voor eigen voedsel kunnen zorgen
voetnooty
dat zich op de voorgrond dringt
voetnootz
door pikken terugwijst
voetnoota
rechtvaardige
voetnootb
tegenover de kinderen
voetnootc
tegenover zich zelf (de ouders)
voetnootd
onvermurwbaar
voetnoote
een versterkend bijv. nw. in de zin van echt, in essentie
voetnootf
spoort die (de natuur) u aan als een waanzinnige te schrapen
voetnootg
als een slaaf voor uw luie nakomelingen meer dan nodig is te vergaren
voetnooth
zich eveneens afbeulen
voetnooti
te gronde gaan
voetnootj
een kwieke, slimme spin
voetnootk
spijs gevend
voetnootl
onbedachtzaam
voetnootm
drogen (in de zon)
voetnootn
ten onder gebracht
voetnooto
ad sensum geconstrueerd
voetnootp
met (hun) daden
voetnootq
een ieder moet ervoor oppassen dat hij niet in de situatie van bedel-vliegh komt, of ieder moet op zijn hoede zijn
voetnootr
zie
voetnoots
beslijkte
voetnoott
zegen= net dat over de bodem sleept
voetnootu
heeft bijna succes
voetnootv
part pro toto: het slepend net (dit was onder met lood bezwaard)
voetnootw
het wippen (= het op en neer gaan van de dobbers) doen ophouden
voetnootx
wie op de tekenen acht slaat, zegt dit
voetnooty
gereed om te handelen
voetnootz
vooruitziend
voetnootaa
gindse zware zwanen
voetnoota
ternauwernood met veel moeite
voetnootb
met een licht verenpakje
voetnootc
de last van het bezit van een groot slot, of meer algemeen: van groot bezit
voetnootd
het voordeel van weinig nodig te hebben
voetnoote
in het Mnl. komt brec en brecskijn voor als schoothondje. Ook is een brak een jachthond. Hier moet wel aan een hondje in het algemeen gedacht worden
voetnootf
uit angst laat hij echter het heen draghen aan een grotere hond
voetnootg
zonder al te veel verdriet
voetnooth
lees: kleijn gequelle
voetnooti
ter keuze staand, òf als goed, òf als kwaad, zoals rijkdom en eer
voetnootj
op de grond, vlak voor uw voeten
voetnootk
het in de grond verborgen zaad, vgl. Matth. 13:3-9; Marc. 4:3-9; Luc. 8:5-8
voetnootl
niet gerealiseerde; vgl. Luc. 19:23
voetnootm
in staat te groeien
voetnootn
plant uit een pit
voetnooto
mest
voetnootp
intrest, het woord wordt hier gebruikt in gunstige zin
voetnootq
verwaarlozing van dank
voetnootr
tot een oordeel over ons
voetnoots
keistenen, steenblokken
voetnoott
hun
voetnootu
kostbaar
voetnootv
pikt, eet
voetnootw
nl. dit voorbeeld
voetnootx
in zijn strikken gevangen
voetnooty
voedsel dat hij nodig heeft
voetnootz
boven de nutteloze kostbare steen
voetnoota
dwaas die genoegen schept in opschik
voetnootb
heeft de overhand
voetnootc
pochen
voetnootd
vergeleken bij de gespikkelde tooi van de geringschatte rijp
voetnoote
bezorgd voor de toekomst
voetnootf
met nadruk
voetnootg
tijden dat men niet meer kan verdienen
voetnooth
voor de ouderdom
voetnooti
de hoedanigheid van de kracht van de natuur
voetnootj
in de tuinen van liefhebbers van nieuwe kruiden, planten
voetnootk
welriekend
voetnootl
achteruitgezet
voetnootm
kracht, vaak: geneeskracht
voetnootn
zonder zich te ergeren
voetnooto
helpen
voetnootp
vgl. Matth. 5:45
voetnootq
toch met de meeste gaven begiftigd (nl. de rationele ziel)
voetnootr
laat varen, geeft op
voetnoots
averechts
voetnoott
met behagen in zijn tegenzin (nl. in de goedheid)
voetnootu
geheel in overeenstemming met wat hij gewend was
voetnootv
van de goede weg gedrongen
voetnootw
ziet gij beter, nl. dan de net beschreven mens
voetnootx
zoekt gij levensvreugde door het heil (geluk) te bemachtigen dat de waarheid schenkt
voetnooty
zelfkennis
voetnootz
terstond
voetnoota
een schepsel met rede begaafd
voetnootb
de geest, zetelend in het opperste gedeelte van de ziel
voetnootc
tergend lichtzinnig
voetnootd
botsen tegen, lopen storm tegen
voetnoote
over deze
voetnootf
weten (cognitio)
voetnootg
gelukzaligheid, verbinden met geneijgt tot
voetnooth
schade
voetnooti
opvoeding van kinderen
voetnootj
onrecht
voetnootk
geneigdheid tot erbarming en dank
voetnootl
bewijs (teken) van de juiste gezindheid
voetnootm
deze wereld
voetnootn
aan één stuk door
voetnooto
her- en derwaarts geslingerd
voetnootp
minder
voetnootq
ouderdom
voetnootr
geduldig
voetnoots
tegenstribbelend
voetnoott
voorwaard' = voorwaarden; woud, hier wereld
voetnootu
de door de natuur bepaalde loop der dingen
voetnoota
regelen
voetnootb
schrandere oplettendheid
voetnootc
onkwetsbaarheid voor rampen
voetnootd
door de wil gewillig te dragen wat ons noodwendig te beurt valt (door de door de natuur vastgestelde loop der dingen)
voetnoote
verzet van het gemoed tegen iets, tegenzin, onwil
voetnootf
begerige naar wijsheid (niet specifiek een wijsgeer)
voetnootg
teweeg brengen
voetnooth
boven de waarde die iets werkelijk bezit
voetnooti
najaagt
voetnootj
lotsbeschikking
voetnootk
doet een ramp (u) in droefheid ondergaan, dus: dompelt een ramp u in droefheid
voetnootl
het in droefheid gedompeld worden door een ramp, of door het geval
voetnootm
in dit leven
voetnootn
het tot rust brengen (uitdoven) van de begeerten van lichaam en gemoed (het gemoed is de ziel onder het aspect van de driften)
voetnooto
kennis
voetnootp
toch kan men ieders nut niet evenzeer op één lijn stellen
voetnootq
let eens op
voetnootr
maakt ge de ziel beter door het temmen van de begeerten van het lichaam (door ascetisme)
voetnoots
naar geëist wordt (om tot een resultaat te komen)
voetnoott
tot nut strekken
voetnootu
goede gezondheid
voetnootv
wordt ontnomen
voetnoota
de weg op, op pad
voetnootb
lees: om u te dragen
voetnootc
groter waanzin
voetnootd
niets
voetnoote
tot zijn voordeel
voetnootf
zoek een verdeling in de zorg (voor lichaam en ziel) die het minst ieder van beide schade toebrengt
voetnootg
voor alles
voetnooth
òf bijv. nw. of pred. attribuut
voetnooti
wijst terug naar vs. 494-495a
voetnootj
zorgvuldige beschouwing
voetnootk
het ontbreekt maar aan het ondernemen
voetnootl
er is nu wel genoeg over gezegd

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken