Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hert-spiegel (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hert-spiegel
Afbeelding van Hert-spiegelToon afbeelding van titelpagina van Hert-spiegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.06 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Veenstra



Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hert-spiegel

(1992)–H.L. Spiegel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 118]
[p. 118]

Hertspiegels Terpsichore vijfde boekaant.

 
Te herpenGa naar voetnoota seeker-scherpGa naar voetnootb heijl-leeringh-sanghGa naar voetnootc is lusteGa naar voetnootd
 
en meest, als onsenGa naar voetnootf Geest (verquikt door slaaps soett ruste)
 
geen muffich bettGa naar voetnootf het beste leuens lustGa naar voetnootg ontschaakt;Ga naar voetnooth
 
Een wakkre haan voor dach, voor douw ons wakker maakt;
5[regelnummer]
En kittel-lust,Ga naar voetnooti om t'groene lust-hof vande werelt
 
te zien met uchtend' tranen zilver-schoon bepeerelt:
 
Huijd'Ga naar voetnootj huijs-bezorginghGa naar voetnootk stierd' op Rijn-lants ij-stroomdijkGa naar voetnootl
 
(in d'eerste optrekx teelt der velden webbe-rijk)Ga naar voetnootm
 
ons gangh in t'duijn-grondt water rapse Neurij-dillenGa naar voetnootn
10[regelnummer]
bij koppelsGa naar voetnooto t'melkte bleek-webs melk-zopGa naar voetnootp zienGa naar voetnootq uijt-drillen.Ga naar voetnootr
 
het gras-rijk groene velt met lijwaat dicht bedekt
 
strak tegens wint, en weer an d'hennikkenGa naar voetnoots gestekt;
 
Op half-witt linnen schouwenGa naar voetnoott beurt-wijs gieter-reegenenGa naar voetnootu
[pagina 119]
[p. 119]
 
uijt oost, en Wester-slootGa naar voetnoota zich onderlingh bejegenen.
15[regelnummer]
Of bleek-heerGa naar voetnootb baat-ziekGa naar voetnootc mochtGa naar voetnootd mijn vroegh gehennikt doek
 
door ijlaars over-loonGa naar voetnootf vergeeten in een hoek:Ga naar voetnootfGa naar voetnootg
 
NauwGa naar voetnooth toe-zien wisGa naar voetnooti verhoett trouw dienaars snooGa naar voetnootj veraarden;
 
zelf is de man;Ga naar voetnootk Des meesters oogh maakt gladde paarden.
 
Op leegbaarGa naar voetnootl karrersGa naar voetnootm bidden Herkles zeijt uijt spottGa naar voetnootn
20[regelnummer]
slaat hand an t'radt vrint helpt u zelf zoo helpt u Godt.
 
Dit was vroe uijt-tochts werf;Ga naar voetnooto wesGa naar voetnootp voetlings? om te mijen
 
in schuijtGa naar voetnootq gekaakels steurnis;Ga naar voetnootr wagevalGa naar voetnoots in t'rijen,
 
tott lijf-heijl hebbenGa naar voetnoott mee lijf-oeffningh, en daar bij
 
ziel-wellust in des ziel-heijls na-speur,Ga naar voetnootu eenzaam, vrij,
25[regelnummer]
t'gemoettGa naar voetnootv ik leegh' die leeghgangs tijt van koopmans handel,Ga naar voetnootw
 
t'verstantGa naar voetnootx is zorgh-leeghGa naar voetnooty in dees uchtend zin lusts wandel;Ga naar voetnootz
 
Het ij en spaarGa naar voetnootaa verbij langs Albrechts berrighGa naar voetnootbb heen
 
tott op de witte-blenk,Ga naar voetnootcc daar plotzelijk verscheen
 
Terpsichor' ande voett,Ga naar voetnootdd die lokte mij beneedenGa naar voetnootee
[pagina 120]
[p. 120]
30[regelnummer]
an d'overveensche beek; daar hoord' ik deze reeden.
 
Het wereldlijk beloop bij ijmant, bij gebottGa naar voetnoota
 
ontwijflijk wert beweeght, en tuijgt daar is een Godt.
 
Ook dat die machtich, goett, en wijs is, uijt zijn werken
 
blijkt; van ditt schepsel-boekGa naar voetnootb zijt ghij alGa naar voetnootc leerbaarGa naar voetnootd klerken:Ga naar voetnootf
35[regelnummer]
Elk ooghblikGa naar voetnootf elken daat en voorval strekt een les,
 
en ellik schepsel zelf een letter daar inGa naar voetnootg es,
 
die ijglijk zijn gemeen,Ga naar voetnooth en leechlijk in t'verzinnen;Ga naar voetnooti
 
Goods wijsheijt,Ga naar voetnootj goetheijt, macht doen kennen, en beminnen
 
om dat hij schoon; ja t'schoonst' is; en dies boven alGa naar voetnootk
40[regelnummer]
de willich blindenGa naar voetnootl diet onkennen, die t'geval-
 
lich t'samen-kleeuen van t'ondeelbaar stuijf-stofs horten
 
grond-oorzaak zeggen van dit al te zijn; die storten
 
haar zellefs loocheningh;Ga naar voetnootm Datt nietich AvontuijrGa naar voetnootn
 
dat wort zoo Godt; doch bloott vanGa naar voetnooto macht, en van bestuijr,
45[regelnummer]
Onwijs, ongoett, zoo blint als zij blind-schermers zelven;Ga naar voetnootp
 
Wie kan des werelds-standt,Ga naar voetnootq en s'hemels lòòps omwelvenGa naar voetnootr
 
vermoedenGa naar voetnoots òònGa naar voetnoott bestuijr? dees schikkingh kunstGa naar voetnootu gewis
 
tuijght van zijn schepper u;Ga naar voetnootv doch geenzins wat hij is.Ga naar voetnootw
 
Zoo is òòk eijgen ziels gedaant onondervinlijkGa naar voetnootx
[pagina 121]
[p. 121]
50[regelnummer]
voor u; maar datzer is, is ijder licht verzinlijk:Ga naar voetnoota
 
Een letter-moerGa naar voetnootb verstrekts', of een kleijn werelt-boek;Ga naar voetnootc
 
Ja t'nutste werelt-lesGa naar voetnootd krijghts' uijt zelfs onderzoek:
 
door zellef-kunds verzuijmGa naar voetnootf sneeftGa naar voetnootf ellik in verkeertheijt;Ga naar voetnootg
 
maar zellef-kennis voert tott waare God-geleertheijt.Ga naar voetnooth
55[regelnummer]
De zellef-kennis leijt in kundGa naar voetnooti van zellefs kracht,
 
wat ziel, en lijfs-heijlGa naar voetnootj geeft,Ga naar voetnootk en hoemen dat natracht:
 
ziels eerste hooft-gront-krachtGa naar voetnootl is t'lijfs, en t'zielich neijgen,Ga naar voetnootm
 
zulx om te werven heijlGa naar voetnootn is ellik schepsels eijgen:Ga naar voetnooto
 
Geneijghtheijt aard na t'laagh, het vier na d'hooghte heeft,Ga naar voetnootp
60[regelnummer]
ook macht daar toe; t'gediert, en kruijt dat slechtlijkGa naar voetnootq leeft
 
heeft zullix mee;Ga naar voetnootr daar toe ook neijging-tochtGa naar voetnoots tott goetheijt
 
en heijl, diens dervinghGa naar voetnoott quelt: verwervingh maarGa naar voetnootu heeft zoetheijt:
 
Het rêelijk dierGa naar voetnootv heeft meer (tot scheppers meerder prijsGa naar voetnootw)
 
genegentheijtGa naar voetnootx om werdenGa naar voetnooty machtich, goett en wijs,
65[regelnummer]
dats Godlijk; zoo veel zijn Natuijr die is deelachtich;Ga naar voetnootz
 
Na u verstantGa naar voetnootaa is Godt alleen wijs, goett, en machtich
[pagina 122]
[p. 122]
 
wat hij meer is in zich dats boven u begrip,
 
in zijns graats ommetrekGa naar voetnoota moett ellik blijven stip;Ga naar voetnootb
 
De blind' weet van geen zien; T'onreedlijk van geen reeden;
70[regelnummer]
GhijGa naar voetnootc van geen zeijl-steens kracht,Ga naar voetnootd of honden-reuk beleeden;Ga naar voetnootf
 
Noch u vijf zinnen kracht, of werkingh zelfs behend,Ga naar voetnootf
 
ist vreemt dan datt ghij Godt na zijn IsGa naar voetnootg niet en kent?
 
Doch vindij in u graatGa naar voetnooth vol-heijlGa naar voetnooti wildij te deeghenGa naar voetnootj
 
Vol-heijl is neijgings-boett;Ga naar voetnootk diesGa naar voetnootl hoe ghij zijt geneghenGa naar voetnootm
75[regelnummer]
grondeertGa naar voetnootn voor alle dingh,Ga naar voetnooto dats u Natuijrs behoeft;Ga naar voetnootp
 
meest t'onnatuijrlijk, niet natuijr-zuchtGa naar voetnootq u bedroeft:Ga naar voetnootr
 
De neijgingh ongeschentGa naar voetnoots die in u van Natuijren
 
is,Ga naar voetnoott is Goods kracht in uGa naar voetnootu om u tott hem te stuijren;
 
Dees Leijds-manGa naar voetnootv slecht, en recht die maakt u rechtGa naar voetnootw geleert,Ga naar voetnootx
80[regelnummer]
zoo wie met errenst ziett, en waakt,Ga naar voetnooty en hulp begeert:
 
machtGa naar voetnootz is het wittGa naar voetnootaa daar ghij na trachtet al u leven;
 
macht is het pontGa naar voetnootbb dat u op woekerGa naar voetnootcc is gegeven;
[pagina 123]
[p. 123]
 
macht om te werven wijsheijt, Goetheijt, meerder kracht
 
geeft Godt, daar woekert mee,Ga naar voetnoota zoo krijghdij volle-macht:Ga naar voetnootb
85[regelnummer]
Die wijs wort; ende goett die wort daar door ook machtich,
 
die onwijs, en ongoett blijft, die blijft ook onkrachtich:Ga naar voetnootc
 
Des menschen hooghste macht is s'menschen hoogste goett
 
dats lieft Godt bouen al, krijght macht,Ga naar voetnootd krijgt geen onspoett.Ga naar voetnootfGa naar voetnootf
 
Wie Godt lieft die lieft macht, verstandicheijt, en goetheijt,
90[regelnummer]
daar toeGa naar voetnootg geeft hij u macht, en neijging eerst tott vroetheijt:Ga naar voetnooth
 
Weet,Ga naar voetnooti en heijl-geerich beij zoo is de mensch geaart:
 
maar wetenschap wat heijl, of on-heijlGa naar voetnootj zij verklaart,Ga naar voetnootk
 
Om heijl-geericheijts-boettGa naar voetnootl weet-geerich ghij geneghen
 
zijt; die tochtGa naar voetnootm tott gequel dijt,Ga naar voetnootn warerGa naar voetnooto niet en teghenGa naar voetnootpGa naar voetnootq
95[regelnummer]
het schepsel-boekGa naar voetnootr daar weet-zucht door mocht zijn geblust:Ga naar voetnoots
 
U onvernoeghdeGa naar voetnoott weet-zucht dient aars tott onrust:
 
DiesGa naar voetnootu drongh Goods goetheijt hem dit middel te beschikkenGa naar voetnootv
 
dat vaijlich, en gereetGa naar voetnootw u neijgingGa naar voetnootx mocht verquikken.
 
Dit leuensGa naar voetnooty boek den mensch diet ga slaat zoo verlicht,Ga naar voetnootz
100[regelnummer]
dat hij hem zelfs,Ga naar voetnootaa en heijl kent, mee zijn Ampt,Ga naar voetnootbb en plicht
[pagina 124]
[p. 124]
 
tott Godt, en tott zich zelfs, ook tott zijn even mensche,Ga naar voetnoota
 
en niet alleen verlicht; maar ook beweeghtGa naar voetnootb na wenscheGa naar voetnootc
 
door neijging-tocht,Ga naar voetnootd om dat uijt liefd te doen met lust,
 
T'geeft kundschap na behoeftGa naar voetnootf òòn kribse school-onrust;Ga naar voetnootf
105[regelnummer]
Gelijk òòk niemant zonder letter-kundGa naar voetnootg kan lezen,
 
zoo moett voor waarheijts kennis nootlijkGa naar voetnooth bij u wezen
 
eerst schepsel-letter-kund;Ga naar voetnooti want zonder haar bediettGa naar voetnootj
 
wel grondich te verstaan is alle kennis niett:Ga naar voetnootk
 
Dies elk; ja meest de Meesters mis-verstandich swerven;Ga naar voetnootl
110[regelnummer]
leert deesGa naar voetnootm voor al wilt ghij gegront verstantGa naar voetnootn verwerven:
 
Om dees wel te verstaan hoeftmen ter nootGa naar voetnooto geen gront
 
van schoolse kunst-behulp;Ga naar voetnootp het leert zich zelf terstont.
 
In alle rêen-beleetGa naar voetnootq des schijn-geleerdheijds boeken
 
is zij de stof, daar elk in suft voor t'self bezoeken:Ga naar voetnootr
115[regelnummer]
De schijn-geleertheijt dingh-waardeeringhGa naar voetnoots reijkt de hant,Ga naar voetnoott
 
t' ga slaanGa naar voetnootu der dinghen aart dat geeft gegront verstant;Ga naar voetnootv
 
hoeft niemant tott getuijgh,Ga naar voetnootw zij zelf geeft alle klaarheijt;Ga naar voetnootx
 
Des menschen eijgen hart getuijgh is van haar waarheijt:
[pagina 125]
[p. 125]
 
In onder-vinding-kundGa naar voetnoota haar gront-bedietGa naar voetnootb bestaat,
120[regelnummer]
wie dat verzuijmtGa naar voetnootc blijft blind, doolt, weet niet waar hij gaat.
 
Door haar slecht effen laagheijtGa naar voetnootd wert dees zonderlingheGa naar voetnootf
 
bij elk verzuijmt:Ga naar voetnootf want zij begintt an slechte dinghen,Ga naar voetnootg
 
die elk kleijn-acht: Maar die an t'laaghste eerst begintt,
 
klimt hoogst: ontwaakt, bedaart u,Ga naar voetnooth Spieghel u bezintt,
125[regelnummer]
ghij zijt al vroegh verrokt,Ga naar voetnooti u kintheijts valsche beelden
 
zijn ingedrukt,Ga naar voetnootj ghij sneeft,Ga naar voetnootk begeeft waan-wijsheijts weelden.Ga naar voetnootl
 
U kundschapGa naar voetnootm wakkerGa naar voetnootn weeght op reen-wiks waag-schaal vrij.Ga naar voetnooto
 
wat ghij weet, wat ghij waant wat heijl, of onheijl zij.Ga naar voetnootp
 
Begintt van ondren op aan d'alderkleijnste zaaken,
130[regelnummer]
elk onlust in t'gedachtGa naar voetnootq laat die u zijn een baaken;
 
lettGa naar voetnootr waart heeft zijn begin, en werwaarts dat het strekt,Ga naar voetnoots
 
of neijgingh, of verstant, Natuijr, of waan u trekt.Ga naar voetnoott
 
Een kint dat letters leert verkeert, of dat versmaalijkGa naar voetnootu
 
t'wel-spellen overslaat leest al zijn leuen quaalijk:Ga naar voetnootv
135[regelnummer]
zoo ist hier òòk, na speurt het,Ga naar voetnootw doett nau onderzoek
 
van voor-voets opGa naar voetnootx in u, in t'kleijne wereld-boek:Ga naar voetnooty
 
Wat denkt, wat wilt, wat vreest, wat hoopt, wat wenscht gij stadig?
[pagina 126]
[p. 126]
 
Wie dwingt tott weder-wils hert-knaaghen ongenadich?Ga naar voetnoota
 
Wat heerster in u ziel? ist neijging? reen? of wil?
140[regelnummer]
wat is die?Ga naar voetnootb waar ontspruijtse? hoe? wes zwijghdij stil?Ga naar voetnootc
 
kent ghij geen eijgen-will? de gront van u gequelle?
 
voelt ghij door anwensts eeltGa naar voetnootd de brant niet van haar helle?
 
Niet vreemt ist; alleman leijt in dit gast-huijs ziek;Ga naar voetnootf
 
DiesGa naar voetnootf haar grond-tasterGa naar voetnootg gauwGa naar voetnooth behoeft een langhe piek;Ga naar voetnooti
145[regelnummer]
Een dikke nevel-nacht van voor-leers erf-geleertheijtGa naar voetnootj
 
dringt; ja dwinght eel verstandenGa naar voetnootk in droom-ziekts verkeertheid:Ga naar voetnootl
 
S'isGa naar voetnootm zeijtmen in ons ziel een redelijke kracht,Ga naar voetnootn
 
en die als koninghin daar heerscht met volle macht;Ga naar voetnooto
 
geenzins; s'is als een beul die werkt, en rust met staden,Ga naar voetnootp
150[regelnummer]
zij wast, dort, wort, ontwort, na t'waalbaar rêen-beraden.Ga naar voetnootq
 
Wat isse dan? en waar ontspruijtse?Ga naar voetnootr zegt; haar gront
 
dat is genegentheijtGa naar voetnoots die blint is; maar terstont
 
als rêen-beraat ijet toestemtGa naar voetnoott wort daar wil gebooren;
 
en thienderleij beraat zal tien-maal haar verstooren.Ga naar voetnootu
155[regelnummer]
Dus heeftse door haar zelfs gebieden, noch gewoutt,Ga naar voetnootv
[pagina 127]
[p. 127]
 
dieGa naar voetnoota slap, of strenghGa naar voetnootb is naGa naar voetnootc t'verstant is swak, of stoutt.Ga naar voetnootd
 
GrondeertGa naar voetnootf dit in u ziel, erf-voor-verstands verwennenGa naar voetnootf
 
zett an d'een zij; leert grondich dees hooft-letterGa naar voetnootg kennen.
 
U lijf-geneijgtheijtGa naar voetnooth brenght u hongher in t'gedachtGa naar voetnooti
160[regelnummer]
t'welk ziel-genegentheijtGa naar voetnootj (tott heil) port,Ga naar voetnootk dat die tracht
 
dit onheil te ontgaan; Dits geen wil; tis haar moeder:
 
Daar zij spijs:Ga naar voetnootl maar t'verstant (dat Godt als een behoeder,
 
en Vader vande wil u gaff) zeijt, tis Fenijn,
 
daar wortGa naar voetnootm geen will, aldoett u honger smert en pijn;
165[regelnummer]
Of komter goede spijs, en krijghdij wil om t'eeten,
 
zeijt u gedacht t'is vastel-dach, en u geweeten
 
de kerk is onderdaan,Ga naar voetnootn die wil gaat flux te niet;
 
zoo neen;Ga naar voetnooto en datGa naar voetnootp u eenGa naar voetnootq een duijzent kroonenGa naar voetnootr biet,
 
of eer, of staat, of zulx ijetGa naar voetnoots dat ghij acht hoogh-waardich
170[regelnummer]
na u verstantGa naar voetnoott ghij wort of weijgrich, of wil-vaardich:
 
Hier blijkt de wil te zijn een werk-vooghdGa naar voetnootu in u hert,
 
door rêen-beraat uijt neijgingh' zij gebooren wert:
 
De neijgingh een gront-oorzaak aller scheps'len werkinghGa naar voetnootv
 
is, en zij strekt altoos tott heijl en tott versterkingh:
175[regelnummer]
In schepsels rede-loosGa naar voetnootw daar werkte' als oppervooghd;
 
In t'reedelijke dier (hoewel s'ook zullix pooght)
[pagina 128]
[p. 128]
 
daar mach het reen-beraat haar wel, of qualijk stuijren;
 
Genegentheijt tott goett strekt;Ga naar voetnoota Doch blint van NatuijrenGa naar voetnootb
 
is zij, zij drijft den mensch (zoos' al t'geschapen doett)
180[regelnummer]
dat hij niet anders mach als trachten na haar boett;Ga naar voetnootc
 
En meest na t'meeste goett;Ga naar voetnootd Het swaarste moet meest weghen;
 
hier mach wil, noch verstant, noch ziel-kracht strijden teghen:
 
Weet,Ga naar voetnootf en heijl-geerich, minnend' t'schoon, en t'schoonste meest,
 
Eerbarmich, kinder-lievich, dankbaarich van Geest
185[regelnummer]
zijn w'al gelijk geneijgt; deesGa naar voetnootf niemant mach verwerpen,Ga naar voetnootg
 
de snoodste schelmen niett hoes' òòk haar sinnen scherpen.Ga naar voetnooth
 
Is al ons neijgingh goett? is zij alleen die roert?Ga naar voetnooti
 
waan komt het quaat dan her?Ga naar voetnootj De valsche schijn vervoert;Ga naar voetnootkGa naar voetnootl
 
De vrek, de dief, de moorder achten t'gelt-verkrijgen
190[regelnummer]
voor heijl, voor schoon; dit doett haarGa naar voetnootm liegen, stelen, krijghen.Ga naar voetnootn
 
NatuijrlijkGa naar voetnooto lieft de Moer het kind; doch mis-verstant,Ga naar voetnootp
 
of waan-Goods-dienst macht haar doen werpen inden brant:Ga naar voetnootq
 
DienGa naar voetnootr wel-lust, staat, of eer schoon schijnen, en hòògh-waardich
 
hij moets' uijt neijgingh lieuen, en wort dies onaardich.Ga naar voetnoots
195[regelnummer]
Brenght snoodeGa naar voetnoott wraak, en faam (het alder-ijlsteGa naar voetnootu niett)
 
niet door waan-waardicheijtGa naar voetnootv de grootst' in groot verdriett?Ga naar voetnootw
 
De neijgingh die haarGa naar voetnootx t'hooghste goett in haren ooghen
[pagina 129]
[p. 129]
 
te lieven port,Ga naar voetnoota is goett, door waan zijn zij bedrooghen;
 
datGa naar voetnootb zij een ijle niet,Ga naar voetnootc het onheijl,Ga naar voetnootd quellichGa naar voetnootf quaat
200[regelnummer]
zich achten t'hooghste goett; Ia meenich willich laat
 
zijn lust, zijn gelt, zijn staat door mis-verstant gedreven
 
om wraak, om hoeren-min, zijn eer, zijn lijf, zijn leeven:Ga naar voetnootf
 
TeeltGa naar voetnootg neijgingh, en verstant noot-wendichGa naar voetnooth wil in mij?
 
heb ik geen willekeur?Ga naar voetnooti is mijn wil dan onvrij?
205[regelnummer]
geen wil is vrij, die moett verstant, en neijgingh volghen;
 
maar vrije wille-keur (zoo ghij niet zijt verbolghenGa naar voetnootj)
 
(of door moetwil verstoktGa naar voetnootk) is bij de mensch: vermoeijt,
 
verhitt, en dorstich weest daar kil-kout water vloeijt,
 
Heijl-geericheijt die port u dorst-smert. te verzaden;
210[regelnummer]
Te mijen portze òòk des koude waters schade:
 
zoo strijden meesten tijdt de neijgings tegens een;Ga naar voetnootl
 
Daar hebdij wille-keur te kiezen een van tween:
 
Doch moett u wille-keur nootwendich zijn geneghenGa naar voetnootm
 
na t'gheen in u beraat op die tijt meest zal weghen:
215[regelnummer]
Is u beraat bedachtzaam, langhzaam, recht, en slecht,Ga naar voetnootn
 
genegentheeden heijlzaam leijden u te recht:Ga naar voetnooto
 
maar zoo onandacht u, of eijgen-wilGa naar voetnootp beheeren,Ga naar voetnootq
 
licht zal u wille-keur van heijl tott onheijl keeren.Ga naar voetnootr
 
Is eijgen-wil ijet aars als wil? doet ons t'beduijt;Ga naar voetnoots
220[regelnummer]
NatuijrlijkGa naar voetnoott is de will, en wel gegronttGa naar voetnootu, die spruijt
[pagina 130]
[p. 130]
 
uijt recht verstant,Ga naar voetnoota en neijgingh beijde recht natuijrlijk;Ga naar voetnootb
 
recht ist verstant dat in haar rechte waardeGa naar voetnootc puurlijkGa naar voetnootd
 
de dinghen acht, en lieft: maar zoo u eijgen-zin
 
der dinghen rechte waarde acht of meer, of min,Ga naar voetnootf
225[regelnummer]
Wilt ghij het schijn-heijl kiesbaar, t'kiesbaar waar-heijl achten,Ga naar voetnootf
 
of eijgen schattenGa naar voetnootg t'geen niet heel staat in u machte,
 
zoo teelt de eijgen-min de eijgen-wil onwijs:Ga naar voetnooth
 
NatuijrlijkGa naar voetnooti hongher hebt, en slechte voebaar spijs,Ga naar voetnootj
 
genegentheijt Natuijrlijk portt u om te eeten,
230[regelnummer]
die baart dan voort een wil geteelt in u door t'weeten
 
des spijzes deuchd:Ga naar voetnootk in t'eeten zoo geniett ghij lust,
 
die volght zoo waar Natuijrs behoefte wert geblust:Ga naar voetnootl
 
Die neijgingh, het verstant, de wil, het lust gevoelen
 
zijn noch Natuijrlijk goett: Na hongher-smerts verkoelenGa naar voetnootm
235[regelnummer]
zoo ghij dan eeten wilt om lekkerheijts genott,
 
die wil, verstant, en neijgingh strijden teghens Godt,
 
Natuijr-begeert,Ga naar voetnootn en heijl: t'Natuijrlijk hongher-boeten
 
dat sterkt u lijf, an t'lijf-heijl hanght lijf-lusts versoeten;Ga naar voetnooto
 
maar t'lichaam krenkt zoo wie lust tott een eijndtGa naar voetnootp verkiest,Ga naar voetnootq
240[regelnummer]
diesGa naar voetnootr hij lijf-heijl-genott,Ga naar voetnoots ook rechte lustGa naar voetnoott verliest;
 
Natuijrlijk, Godlijk, goett is honger-blussings neijgen:Ga naar voetnootu
[pagina 131]
[p. 131]
 
niet t'lekker lusts-bejach,Ga naar voetnoota dat is geheel u eijghen:Ga naar voetnootb
 
Dees eijgen-zinlijkheijt,Ga naar voetnootc Natuijr-behoeftes zil,
 
en neijgingh, gansch verkeert,Ga naar voetnootd en teelt zoo eijgen-will;
245[regelnummer]
Wort die dan vierich,Ga naar voetnootf wenktse d'heet-bloedighe krachten,Ga naar voetnootf
 
zoo worts' een moet-will trots,Ga naar voetnootg die strakGa naar voetnooth met volle machte
 
geheel den mensch beheertGa naar voetnooti zoo langh die hitte duurt;
 
haar Anwensts eeltGa naar voetnootj ook meenich eewelijk bezuurt;
 
zulk' eijgen-zinnicheijt, en eijgen-wil trots moedichGa naar voetnootk
250[regelnummer]
de menschen meest beheert,Ga naar voetnootl en maaktze zoo verwoedich,Ga naar voetnootm
 
dat zij haar eijgen aart, haar heijl, haar goett, haar rust
 
verzuijmen,Ga naar voetnootn tisGa naar voetnooto in haar door mis-verstant geblust:Ga naar voetnootp
 
maar die door achterdochtGa naar voetnootq kan eijgen-zin begeven,Ga naar voetnootr
 
en Christelijk onnoosle kintsheijt wil ankleven,Ga naar voetnoots
255[regelnummer]
dieGa naar voetnoott zal door waarheijts kennis waarlijk worden vrij
 
van eijgen-zin, en wil,Ga naar voetnootu God-volghigh, vreedich, blij:
 
Hij volght d'onnoosle kintsche Neijgingh der NatuijrenGa naar voetnootv
 
(als Sokrates) die moet hemGa naar voetnootw (bidt hij) tott Godt stuijren.
 
De schijn-geleertheijt lastert,Ga naar voetnootx of houtt mij voor zott;Ga naar voetnooty
260[regelnummer]
zij dedent Sokrates, en Christus was van Godt,
 
van Heijl, van wijsheijt verr',Ga naar voetnootz hij sufte in haar zinne,Ga naar voetnootaa
[pagina 132]
[p. 132]
 
hij revel-kald'Ga naar voetnoota als ik, hij hadd' de Duijvel inne,Ga naar voetnootb
 
alsGa naar voetnootc hij de schijn-geleerde kerrik-vooghdenGa naar voetnootd blinttGa naar voetnootf
 
beveeltGa naar voetnootf eenvoudich slechtGa naar voetnootg te worden als een kintt:Ga naar voetnooth
265[regelnummer]
DeesGa naar voetnooti heb ik op mijn zij 'k veracht het kribbich vlechten
 
haars schik-besluijtens-kunst,Ga naar voetnootj haar reen-loosGa naar voetnootk reen-bevechten:
 
zoo Aristotels feijlGa naar voetnootl door erf-leerGa naar voetnootm haar an-kleeft,
 
en meer als Christus waarheijt aanzien bij haar heeft.
 
Acht ghij haarGa naar voetnootn aan-zien kleijn, en al haar grootsche klerken?Ga naar voetnooto
270[regelnummer]
DochGa naar voetnootp onderwerpt u zinGa naar voetnootq de Algemeene KerkeGa naar voetnootr
 
De waarheijt slecht, en recht: wie die alleen bemintt,
 
en treet in t'perkGa naar voetnoots t'is wel als zij u reklijkGa naar voetnoott vintt.
 
Zij zij alleen u witt;Ga naar voetnootu niet overwinningh-luste,Ga naar voetnootv
 
dieGa naar voetnootw u weet-giericheijtGa naar voetnootx (door neijgingh boett) geeft ruste;
275[regelnummer]
G'lijk al onnoozel kindsche neijgingh drijft tott goett,
 
Weet-geericheijt voor al die puur na wijsheijt spoett
 
om die Goods eijghenschapGa naar voetnooty te worden meer deelachtich,
 
en wijsheijt dieze krijght die maaktse goett, en machtich;Ga naar voetnootz
[pagina 133]
[p. 133]
 
Heijl-geericheijt, die u tott heijl-bejaginghGa naar voetnoota dringhtGa naar voetnootb
280[regelnummer]
en van verscheijden HeijlGa naar voetnootc het meestGa naar voetnootd te kiezen dwinght.
 
Natuijrlijk t'grootste heijl de grootste Neijgingh boetinghGa naar voetnootf
 
is, zulke neijgingh boett geeft ook meest heijl-verzoetingh:Ga naar voetnootf
 
liefd' tott het schoonste schoon al andre neijgingh-kracht
 
voortreft;Ga naar voetnootg maakt datmen d'andre teghens haar kleijn-acht,Ga naar voetnooth
285[regelnummer]
Ia wederstreeft;Ga naar voetnooti wie wraak, of minGa naar voetnootj zoo heeft verheven
 
dat hijze dient alst schoonste schoon; die wort gedrevenGa naar voetnootk
 
dat hij verzuijmtGa naar voetnootl zijn ziel, ook lijf-gezontheijt derft:Ga naar voetnootm
 
ja om dit zellfsGa naar voetnootn gemaakte schoon zelfGa naar voetnooto willich sterft,
 
na waard' Natuijrlijk is:Ga naar voetnootp doch onder alle dinghen
290[regelnummer]
geen schoonder schoon als Godt, dies dringht ons zonderlingheGa naar voetnootq
 
dees schoonheijts liefdeGa naar voetnootr Godt te lieven boven al,
 
als hij maar wort gekent; En uwen weet-zucht zal
 
u Godt doen kennen, wilt ghij bidden, ende waken;Ga naar voetnoots
 
Oòk t'leelijk heijl-loos quaat-doen kennen, ende laken.Ga naar voetnoott
295[regelnummer]
Barmharticheijt, en kinder-liefd òòk niet alleen
 
zoo wijzenGa naar voetnootu Godt, en t'goett: maar maken u gemeen
 
met Godt;Ga naar voetnootv die Neijgingh-boett die maakt u goett na wenschen;Ga naar voetnootw
 
zij maakt u als een Godt der hulp-hoeftighe menschen;
[pagina 134]
[p. 134]
 
Ia deze vonk alleen u krachtich overtuijght
300[regelnummer]
dat Godt in u zij; dat zich ook zoo t'uwaarts buijght
 
het heel-barmhertich Goett;Ga naar voetnoota U hert dat moett verheughenGa naar voetnootb
 
door t'voelen van zijn liefd: maar meer heijl ist te meughen
 
zelfs heijl-rijkGa naar voetnootc hebben lief, als lief gehadt te zijn;
 
HijGa naar voetnootd weet dat dieGa naar voetnootf daar door wort vrij van ik, en mijn:
305[regelnummer]
Waar ikheijtGa naar voetnootf is bij heijl-zucht zelfs om te genietenGa naar voetnootg
 
daar quelt heijl-dervingh,Ga naar voetnooth en verlies-anghst moett verdrieten:Ga naar voetnootiGa naar voetnootj
 
maar daar vernoeginghGa naar voetnootk is, is wenschelijke rust:
 
liefd' en goedadicheijtGa naar voetnootl die geven d'hooghste lust
 
den mensch, als zijGa naar voetnootm na wenschGa naar voetnootn dees neijgingh in hem stelpen,Ga naar voetnooto
310[regelnummer]
waar toe genegentheijt tott dank òòk meestGa naar voetnootp kan helpen,
 
tott u heijl: Godt u staagh oorzaak te danken geeft,
 
dat ghij ziett, dat ghij denkt, dat ghij weet, dat ghij leeft;
 
zijn licht, lucht, kost, en kleedt, zijn gaven meenichvuldich
 
die maaken dat ghij staagh zijn goetheijt dank zijt schuldich.
315[regelnummer]
En dankbaarheijt doett u noch zelfs de meeste deucht,Ga naar voetnootq
 
Een dankbaarich gemoett is d'alderhooghste vreucht.
 
Een wel-genoeghen istGa naar voetnootr an jonst-genott,Ga naar voetnoots geneeghen
 
tott jonst-vergeldinghGa naar voetnoott staaghGa naar voetnootu met lust waart valt geleghen;Ga naar voetnootv
[pagina 135]
[p. 135]
 
Dies is, en leijt tott heijl dees ziel-geneijghtheijt zoett,Ga naar voetnoota
320[regelnummer]
isGa naar voetnootb in t'ontfangh', en in t'beloonen neijgingh-boett:Ga naar voetnootc
 
Dus aller neijgings boettGa naar voetnootd u leijden tott vernoeghen,
 
tott rust, tott heijl, tott Godt, die al t'Natuijrlijk wroeghen,Ga naar voetnootf
 
nood-dwangh,Ga naar voetnootf anprikkelingh des neijgingsGa naar voetnootg maakt, dat strek
 
in alle schepsels tott volmaaktheijt:Ga naar voetnooth menschen gekGa naar voetnooti
325[regelnummer]
ziett u schort niett, alsGa naar voetnootj slechteGa naar voetnootk neijgingh-boett hoogh-waardich,
 
ziett dat ghij sluijt dit heijl niet uijt u hert onaardichGa naar voetnootl
 
door achteloos verzuijm, door mis-verstant verkeert;
 
dit ist, dit ist alleen, o mensche dat u deert;Ga naar voetnootm
 
daar ist daar ghij u vlijt, en pontGa naar voetnootn in mooght besteeden,
330[regelnummer]
daar hebdij toe dees Neijgingh, daar toe hebdij reeden;
 
Dit ist dat tott u heijl leijt, ook dat u verdoemt,Ga naar voetnooto
 
en maakt u snooder dier,Ga naar voetnootp als die ghij rêen-loos noemt.Ga naar voetnootq
 
De hont die knaaght het been met lust, met grooten vlijte,
 
Een grooter blaffert wil dat nemen, of hem bijten,
335[regelnummer]
hij mijdt de smert, begeeft dees,Ga naar voetnootr zoekt een ander lust:
 
Maar Meneläus bruijkt min reens,Ga naar voetnoots dieGa naar voetnoott in onrust
 
zich, en de werelt stelt door moort, door oorlogh brandich,Ga naar voetnootu
 
wats hier de schort?Ga naar voetnootv alleen dat hij is mis-verstandich.
[pagina 136]
[p. 136]
 
T'verliezen van een hoerGa naar voetnoota is dat zoo grooten zaak?
340[regelnummer]
of eijscht de reeden datmen weegh' zoo zwaar de wraak?
 
doett Sokrates alzoo? doen hij eens was gestooten,Ga naar voetnootb
 
en zijn na-volgersGa naar voetnootc (blint in t'ongelijx vergrooten)Ga naar voetnootd
 
hem rieden dat hij zich beklaghen zou voor recht,Ga naar voetnootf
 
en ofGa naar voetnootf t'een Ezel waar, zoud' ik in woort-gevechtGa naar voetnootg
345[regelnummer]
òòk met hem treen? zeijd hij. Diogenes een jonghen
 
zach drinken uijt zijn hant; dit heeft hem voortGa naar voetnooth gedronghenGa naar voetnooti
 
zijn nap te werpen wegh, blij, dat hij min behoeft;
 
In t'jegen deel zitt Alexander heel bedroeft
 
NuGa naar voetnootj al des werelts Heer, alleen door t'ouerweghen
350[regelnummer]
der wereld-meenichts-droom:Ga naar voetnootk Dus isser veel geleghen
 
an recht,Ga naar voetnootl of mis-verstant van elke dinghs waardij:
 
T'rijkGa naar voetnootm weijgert Numa eerst, wil liever leeren vrij,Ga naar voetnootn
 
verbeedenGa naar voetnooto neemt hetGa naar voetnootp an, bevooghtGa naar voetnootq het goedertieren;Ga naar voetnootr
 
En Sijlla raakt door moort, en schen-daadGa naar voetnoots an t'bestieren;
355[regelnummer]
Daar na verlaat hij t'rijk door heerschens last beswaart:
 
Het recht, of misverstant maakt goett, of quaat van aart:
 
Wat drongh eerst Numa om zich zelven te verschoonen?Ga naar voetnoott
 
en naGa naar voetnootu in dienst te treen? t'begin, en t'eijnd bethoonenGa naar voetnootv
 
dat hij dees hoocheijts last voor zich niet heijlzaam acht;
360[regelnummer]
doch uijt barm-herticheijt anvaarde d'opper-macht:
[pagina 137]
[p. 137]
 
D'eenGa naar voetnoota kent der dinghen aart, en draaght zich dies Natuijrlijk;Ga naar voetnootb
 
en d'anderGa naar voetnootc door onkund sneeft voor, en na balstuijrlijk:Ga naar voetnootd
 
Dus hanght al s'menschen heijl an t'dingh waardeeren recht;Ga naar voetnootf
 
Maar om t'verschil in deezen was oijtGa naar voetnootf meest gevecht,Ga naar voetnootg
365[regelnummer]
niet in t'gemeenGa naar voetnooth alleen; maar bij school-wijze menschen:
 
D'een hecht an lust;Ga naar voetnooti in deuchd stelt d'ander al zijn wenschen:Ga naar voetnootj
 
De derde deijlt het goett in driederleij geslacht,Ga naar voetnootk
 
des ziels, des lijfs, en diemen der Fortuijnen acht:
 
zulk zeijt daar is niet zeekers als het komt op t'knijpen:Ga naar voetnootl
370[regelnummer]
Een ander dat wij zwaarlijk zeekers ijetGa naar voetnootm begrijpen:
 
GeenGa naar voetnootn zeijt, Ik weet alleen dit dat ik weete niett,
 
Dat rechtGa naar voetnooto is alsmen hoogh op Goods alwijsheijt ziett:Ga naar voetnootp
 
T'en is geen mensch van nood'Ga naar voetnootq Goods wijsheijt te door-groeven;Ga naar voetnootr
 
T'schijnt billik doch,Ga naar voetnoots dat zij zoo veel alsse behoeven
375[regelnummer]
hierGa naar voetnoott vinden weet-zuchts boett,Ga naar voetnootu mits datGa naar voetnootv geen schepsel derftGa naar voetnootw
 
hun neijgingh-boett;Ga naar voetnootx Een steen, een boom, een beest verwerft
 
voor zijn genegentheijt ook middel die te boeten;
 
zou dan de mensch alleen in onvernoeghtheijtGa naar voetnooty wroeten?Ga naar voetnootz
 
Natuijrlijk?Ga naar voetnootaa dat zij verr', de grontt van haar verscheelGa naar voetnootbb
[pagina 138]
[p. 138]
380[regelnummer]
komt niet door nood-drufts feijl;Ga naar voetnoota maar ikkers weeten-veel.Ga naar voetnootb
 
Het kint met Aasem-haal, met zuijken,Ga naar voetnootc met beweeghen
 
heeft middel om te boetenGa naar voetnootd daart toe is geneeghen.
 
Heeft het an lucht, an zok,Ga naar voetnootf of roeringh-tochtGa naar voetnootf gebrek,
 
het derft dies macht te krijghen wasdoms groeij-bestek;Ga naar voetnootg
385[regelnummer]
Derft òòk het kruijtGa naar voetnooth of bòòm de zon, of was-baarGa naar voetnooti aarde
 
zoo wortett nimmermeer een cierselGa naar voetnootj vande gaarde:
 
Daarom zoo deez' of die dit, of dat komt te kort,
 
dats geenzins blijkGa naar voetnootk dat dies zijn heele aart ijet schort.
 
zijt ghij geneijght tott weet,Ga naar voetnootl en heijl-zuchts-boett verzoetingh,Ga naar voetnootm
390[regelnummer]
ontwijflijk na u aart vint ghij òòk neijgings boetingh;Ga naar voetnootn
 
Wort elk meest door verzuijm, en erref-zond verrokt,Ga naar voetnooto
 
of doolt hij die te veel erf-mis-verstantGa naar voetnootp inslokt?
 
dit vestichtGa naar voetnootq niet dat niemant dies komt tott bezinningh'
 
tott kindsch' onnoozelheijt,Ga naar voetnootr tott die sphinx overwinningh.Ga naar voetnoots
395[regelnummer]
Ik weet wel dat ik hier ijet held-achtichsGa naar voetnoott besta,Ga naar voetnootu
 
dat ik met Herkles tegens t'hooft-rijk HydraGa naar voetnootv sla;Ga naar voetnootw
 
dat heele werlden nu zijn in verkeerde wennis;Ga naar voetnootx
 
dat elk een Christen heet, heel zonder Christe kennis;Ga naar voetnooty
[pagina 139]
[p. 139]
 
Doch zellefs in zijn EeuwGa naar voetnoota wie heefterGa naar voetnootb doe ontwaakt?Ga naar voetnootc
400[regelnummer]
Hij deed' MirakelsGa naar voetnootd veel; maar heeft hij oijt gemaakt
 
de zotten wijs? of reijn van harten den verkeerden?Ga naar voetnootf
 
Wie brocht hij tott bezinningh oijt der schrift-geleerden?
 
zij zijn te zeer begoochgeltGa naar voetnootf door haar schoolsche praat;Ga naar voetnootg
 
zou ijmant hem verstaan eer hij zich zelf verstaat?Ga naar voetnooth
405[regelnummer]
Dus zijns' in onsen eeuwGa naar voetnooti meest zellefsGa naar voetnootj te bespotten,
 
die om de zotten wijs te maken zich verzotten:Ga naar voetnootk
 
Wie bett ziett, beeter leef,Ga naar voetnootl God-volgich, simpel,Ga naar voetnootm slecht,
 
keer zich niet an zijn naastens feijl:Ga naar voetnootn maar leve recht,
 
en laat de werrelt werren,Ga naar voetnooto schrijven, kijven, rasen,Ga naar voetnootp
410[regelnummer]
het is zoo t'was meest krijten meest de meeste dwazen.Ga naar voetnootq
 
k'weet dat het haar een droom schijnt dat ik u voor-stell:Ga naar voetnootr
 
maar dieGa naar voetnoots uijt d'algemeene eijgen-willes-hel
 
ontwaket, en ontvlucht; ziet en zeijt onverbolghen,Ga naar voetnoott
 
dat niemant Christen is, of hij moet Christum volghen,
415[regelnummer]
eerst door bezinnings zeegh, en door ootmoedicheijt
 
dieGa naar voetnootu HeijlandtGa naar voetnootv geeft tott Heijl zijn aart, zijn goedicheijt,Ga naar voetnootw
 
Dit valtGa naar voetnootx niet zonder eerst te worden reijn van herten,
 
dan zietmen Godt, en t'goett:Ga naar voetnooty zoo langh u IkkersGa naar voetnootz smerten,
[pagina 140]
[p. 140]
 
of eijgen-will noch drukt,Ga naar voetnoota zoo koomtmen tott geen heijl
420[regelnummer]
dat heelt;Ga naar voetnootb wie die ontwortGa naar voetnootc die ziet (nu wakker) t'feijl
 
daar t'ellik schort,Ga naar voetnootd dat zij door t'zellef-wijsGa naar voetnootf verkiezen
 
van heijl, van goett in schijnGa naar voetnootf t'waar-heijl, en goettGa naar voetnootg verliezen;
 
De sneuvel-boomGa naar voetnooth die in elx hert verhevenGa naar voetnooti staat
 
is wikken na haar zin,Ga naar voetnootj en achten goett, en quaat
425[regelnummer]
dat in zichGa naar voetnootk van NatuijrGa naar voetnootl noch goett, noch quaat kan wezen;
 
waan-kennisGa naar voetnootm die belett dat zij geenzins geneezen:
 
Elk onderzoek zijn hert, en zie daar waart hem faalt;Ga naar voetnootn
 
Heijl-loosheijtGa naar voetnooto heeft den mensch zelfs op zijn hals gehaalt:
 
Maar Christus vrijt van deese knechticheijt der zondenGa naar voetnootp
430[regelnummer]
wie met zijn pont wort trouw in woeker-winst bevonden,Ga naar voetnootq
 
die ziet, en lieft waar-heijl, en leeft dies onbedroeft;Ga naar voetnootr
 
O mensch u wensch is kleijn kendij u kleijn behoeft;
 
U lijf heeft slechteGa naar voetnoots kost, en kleed alleen van noode;
 
U ziel wijsheijt, en goetheijt,Ga naar voetnoott leeft van s'Hemels broode:Ga naar voetnootu
435[regelnummer]
Wilt ghij zien watGa naar voetnootv verstant, en neijgingh zij gezontt,
 
wat wil, en wat begeert dat recht zij, en gegrontt
[pagina 141]
[p. 141]
 
ziet ofse hebben eijndt;Ga naar voetnoota wiktGa naar voetnootb ofse zijn Natuijrich;Ga naar voetnootc
 
dan ofse zijn geteelt door eijghen-zin balstuurich;Ga naar voetnootd
 
Ghij hoeftGa naar voetnootf wel spijs, en drank, Ghij hoeft te zijn gedost;
440[regelnummer]
Maar niet dit zijden kleet; niet lekker drank, en kost.
 
Slecht nood-druft u Natuijr eijscht:Ga naar voetnootf kostelheijd u Ikker;Ga naar voetnootg
 
Natuijr niet, u verkiezingh dat is u verstrikker;Ga naar voetnooth
 
begeeft die,Ga naar voetnooti wederstreeft hem, hij zal van u vlien;Ga naar voetnootj
 
blijft slechte neijgingh-boett u witt,Ga naar voetnootk wis zuldij zien
445[regelnummer]
dat al des werelds wijsheijt, al des school-twists woeden
 
maar ikkerwarringhGa naar voetnootl is, en al haar hooghste goedenGa naar voetnootm
 
zelf-maakt' afgoderij,Ga naar voetnootn een schijn, een schim, een niett;
 
Wat is haar Af-Goods-wellust-zoekings eijndt?Ga naar voetnooto verdriett.
 
De hongher-blusschinghGa naar voetnootp krijght door neijging-boettGa naar voetnootq welluste:
450[regelnummer]
maar wellust zoekings lust weert lust,Ga naar voetnootr plaagt met onruste:
 
NatuijrlijkGa naar voetnoots u vernuftGa naar voetnoott hier speurtGa naar voetnootu dat t'hooghste goettGa naar voetnootv
 
geen wellust-zoekingh zij; maar slechte neijgingh-boett,
 
die blijft God-volgers witt, heeft wellust tott geselle.
 
neemt ghijz' u tott u witt,Ga naar voetnootw zoo dientz' u tott gequelle.
455[regelnummer]
Dees eijgen-afgodt-maakingh, deeze ikkerijGa naar voetnootx
[pagina 142]
[p. 142]
 
lettGa naar voetnoota u Natuijrlijk heijl-genott,Ga naar voetnootb maakt u onvrij;
 
Weeght op dees evenaarGa naar voetnootc al t'misverstandich sneven:Ga naar voetnootd
 
Eerst rijkdoms Afgodt, die bij elk is hoogst verheven;
 
Na u behoevens eijsch, en slecht vernufts beleet
460[regelnummer]
is rechte rijkdom, niet als hebben kost, en kleet.Ga naar voetnootf
 
Rijk zijn zij; Ia ook Godlijk die niets niet behoeven,Ga naar voetnootf
 
en rijker noch die in t'gebrek haar niet bedroeven.
 
Des lijfs-lusts kiesbaar-heijls verwervinghGa naar voetnootg die baart vreucht;
 
maar dervinghGa naar voetnooth dies geen oorzaak is van ongeneucht:Ga naar voetnooti
465[regelnummer]
Die wijslijk lett op zich, en t'Goddelijk bestieren,
 
die t'alles tott zijn heijl bruijkt wijs, en goedertierenGa naar voetnootj
 
dien wedervaart niet quaats: De rijkste die hier leeft
 
is hij die wel vernoeght met t'geen is dat hij heeft.
 
GelijktGa naar voetnootk een gelt-rijk man hier bij die staagh zijn schatten
470[regelnummer]
met Angst, en ZorghGa naar voetnootl bewaart,Ga naar voetnootm zijn kleeren voor de matten;Ga naar voetnootn
 
zegt mij (zoo ghij Natuijrlijk vonnist) wat genott
 
trekt desen van zijn gelt? van zijn gemaakte Godt?
 
De boer na t'anghstich langh anbiddens niet verwervenGa naar voetnooto
 
wiert rijk doen hij zijn eijghen af-Godt brak an scherven:
475[regelnummer]
zoo wie Esoopsche wijsGa naar voetnootp Natuijr-grondeeringh slecht
 
in allen dinghenGa naar voetnootq volght, zij wijst hem licht te rechtGa naar voetnootr
 
der dinghen rechte waard; Aanziett de hooghe statenGa naar voetnoots
 
die elk te hebben tracht en zwaarlijk kan verlaten
[pagina 143]
[p. 143]
 
al valtet dienen zwaar, geeft henGa naar voetnoota de hooghe staat
480[regelnummer]
voor haar ziel, voor haar lijf of neijgingh-boett, of baat?
 
Geen vijgh, olijf, of wijnstok mach die dienst begheeren;Ga naar voetnootb
 
D'onvruchtbaar dooren-struijk die staat na staat en eeren:Ga naar voetnootc
 
Maar zoo ghij in u grondtGa naar voetnootd lett op der dinghen aart
 
is al des werelts eer wel een spogh watersGa naar voetnootf waart?
485[regelnummer]
Nochtans de schijn-geleerd', De rijk', de hoogh-verheven
 
die geven hier om t'goett, de staat; Ia lijf, en leuen:
 
maar boven wellust, eer, of gelt, of staat-geschaakGa naar voetnootf
 
is bij de meeste meest geacht de snoodeGa naar voetnootg wraak:
 
Dit alder snoodste dinghs hoogh-achtbaare waardije
490[regelnummer]
toont dat gemeen' wegh geen wech is:Ga naar voetnooth maar overschrijen
 
des algemeenen pads:Ga naar voetnooti zoekt dat in u gemoett,Ga naar voetnootj
 
Vaart wel:Ga naar voetnootk Ghij hoeft geen leer meer: volgt ziel-neijgingh-boett.
voetnoota
eig. op de harp begeleiden; overdrachtelijk: dichten
voetnootb
nauwkeurig omlijnd, of nauwkeurig en met fijn onderscheidingsvermogen
voetnootc
de sangh, het gedicht waarin geleerd wordt hoe het heijl, het geluk machtig te worden
voetnootd
geeft een gevoel van bevrediging
voetnootf
meew.voorw.
voetnootf
onderw.
voetnootg
het beste, nl. levenslust
voetnooth
ontrooft
voetnooti
een zinnen prikkelende begeerte
voetnootj
huijden = vandaag
voetnootk
het bezorgen van de huiselijke zaken (economie)
voetnootl
de zuidelijke dijk van het Y was de noordelijke van het Hoogheemraadschap Rijnland
voetnootm
in de tijd van het eerste optrekken van het doek dat de velden dicht bedekt als (spinne)webben
voetnootn
kwieke (onder hun werk) zingende meisjes
voetnooto
bij tweeën
voetnootp
de karnemelk (deze werd bij het procédé van het bleken gebruikt) van het melkkleurige bleek-doek
voetnootq
geeft het doel aan, dus: om te zien, afhankelijk van stierd' ... ons gangh
voetnootr
uitwringen
voetnoots
koorden aan het doek vastgemaakt, die men door stekken = stokken kon steken om het doek te spannen en voor wegwaaien te behoeden (gestekt)
voetnoott
om te schouwen: om te zien, te aanschouwen
voetnootu
de gieter was een stuk gereedschap van de blekers: een houten vat met lange steel, waarmee water werd opgeschept. Dat werd omhoog geworpen en als een regen over het linnen verspreid, vandaar gieter-reegenen (meerv. zelfstandig naamw.)
voetnoota
Beurt-wijs = om beurten (vs. 13)werd het water uit de sloten ten oosten en ten westen van het bleekveld geschept, in het midden daarvan bejegende = ontmoette dat elkaar (zie vorige aant.)
voetnootb
meester-bleker
voetnootc
uit op eigen voordeel
voetnootd
zou kunnen
voetnootf
de extra-beloning die iemand geeft als hij haast heeft
voetnootf
de beide componenten versterken elkaar; in een hoek = verwaarloosd zijn
voetnootg
afhankelijk van schouwen (vs. 13)
voetnooth
nauwkeurig
voetnooti
ontwijfelbaar
voetnootj
van aard veranderen in moreel slechte zin; de componenten versterken elkaar
voetnootk
het komt op de man zelf aan
voetnootl
werkeloos
voetnootm
voerman
voetnootn
spottend
voetnooto
streven, doel
voetnootp
waarom
voetnootq
in de trekschuit
voetnootr
het storen door het vele gepraat
voetnoots
het stoten van de wagen (over oneffenheden)
voetnoott
lees: om te hebben
voetnootu
zoeken (het trachten te verkrijgen van) naar zieleheil
voetnootv
de geest onder het aspect van de emoties
voetnootw
gedurende die tijd dat ik mij niet bezig hield met de handel
voetnootx
de geest onder het aspect van het overleggen, combineren, denken
voetnooty
vrij van beslommeringen
voetnootz
in deze ochtend-wandeling, een lust voor de zinnen, of: in deze ochtend-verandering van zinnenlust
voetnootaa
het Spaarne
voetnootbb
Albrechts burcht, eens aan de graven van Holland behorend, in latere tijd een burgerlijke buitenplaats, volgens Vlaming
voetnootcc
een hoog, kaal duin bij Haarlem, vandaar de naam Blinkerd (vgl. bk. VII, vs. 66)
voetnootdd
aan de voet van de blenk
voetnootee
Spiegel bevond zich op hoger gelegen duingronden
voetnoota
door gebod (door Zijn macht), door Zijn machtswoord
voetnootb
de natuur, boek der natuur
voetnootc
allen
voetnootd
die daaruit kunnen leren
voetnootf
leerlingen
voetnootf
ogen-blik
voetnootg
in het schepsel-boek
voetnooth
wijst ad sensum uit naar letter(s), waaraan ieder deel heeft
voetnooti
gemakkelijk te begrijpen
voetnootj
lees: die Goods wijsheijt ...
voetnootk
daarom (verheven) boven alles
voetnootl
de opzettelijk blinden, bedoeld worden de aanhangers van de antieke atoom-theorie; zie aant.
voetnootm
die brengen hun eigen ontkenning (van Gods bestaan) ten val
voetnootn
nietig, onbeduidend toeval
voetnooto
beroofd van
voetnootp
even blind (nl. hun God) als zij zelf als in den blinde schermers zijn
voetnootq
de gesteldheid van de aarde
voetnootr
het gewelf waarlangs de hemel-lichamen draaien
voetnoots
denken, zich voorstellen
voetnoott
zonder
voetnootu
kunst van het ordenen
voetnootv
toont u zijn schepper
voetnootw
Zijn essentie
voetnootx
niet waarneembaar
voetnoota
begrijpelijk, duidelijk
voetnootb
matrijs, waarin de letter gegoten wordt
voetnootc
een boek van de mikrokosmos waarin zich de makrokosmos (heelal) weerspiegelt
voetnootd
Spiegel behandelt les als een onzijdig woord; de nuttigste informatie over wat het heelal behelst
voetnootf
verwaarlozen van zelfkennis
voetnootf
valt, gaat onder
voetnootg
slechtheid, verdorvenheid
voetnooth
kennis van God
voetnooti
kennis
voetnootj
lees: zielsheil, en lijfs-heijl
voetnootk
lees: in kund van wat enz., natracht = streeft te bereiken
voetnootl
een gront-kracht is een fundamentele kracht, het woord hooft maakt die tot de belangrijkste, 't geheel wordt nog versterkt door eerste
voetnootm
de geneigdheid, begeerte naar iets van lichaam en ziel
voetnootn
om heil te verkrijgen
voetnooto
eijgen is hier zelfst.naamw. in de zin van bezit, kenmerkende eigenschap, of praevdic.bijv.n.w.: behoort toe aan ...
voetnootp
lees: aard (=aarde) heeft geneijghtheijt na t'laagh, het vier heeft geneightheijt na d'hooghte, d.i. de aarde heeft een trek naar omlaag, het vuur naar omhoog
voetnootq
eenvoudig
voetnootr
eveneens
voetnoots
aandrift, drang tot perfectie (neijging-tocht is een tautologische samenstelling)
voetnoott
het missen daarvan
voetnootu
slechts, alleen
voetnootv
het met rede begaafd schepsel, de mens
voetnootw
lof
voetnootx
heeft meer, nl. dan begeerte tot perfectie en heil (zoals de dieren en planten)
voetnooty
om te worden
voetnootz
dat is goddelijk, voorzover zijn natuur (aard) die (= de drang tot het machtige, goede en wijze, het goddelijke) bezit
voetnootaa
in overeenstemming met wat gij kunt bevatten
voetnoota
binnen de grenzen van de hem gestelde norm
voetnootb
stipt
voetnootc
lees: Ghij weet
voetnootd
kracht van een magneet
voetnootf
de leiding aan een honden-reukorgaan geven
voetnootf
hoort bij Ghij; de betekenis: gij, hoewel zelf schrander, (weet)
voetnootg
wat betreft Zijn wezen
voetnooth
binnen de norm u gesteld
voetnooti
volledig heil
voetnootj
als ge het intens, met kracht wilt; of te deeghen is bijw.bep. bij vind in de betekenis van: naar behoren
voetnootk
bevrediging van neiging
voetnootl
daarom
voetnootm
hoe uw neigingen zijn
voetnootn
onderzoek
voetnooto
vòòr alles
voetnootp
dat eist uw aard (natuur)
voetnootq
de begeerte die de natuur geeft
voetnootr
brengt u in moeilijkheden, ontneemt u uw heil
voetnoots
ongeschonden
voetnoott
die de natuur in u gelegd heeft
voetnootu
vgl. Coornherts ‘uijt ghenaden’ hiermee, ziet de aant. bij vs. 65
voetnootv
wijst terug naar neijgingh ongeschent en Gods kracht
voetnootw
eenvoudig en eerlijk, geeft u de kennis die ge nodig hebt
voetnootx
geeft u het juiste inzicht
voetnooty
verwijst naar Mark. 13:33: Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. Spiegel vervangt bidt door hulp begeert, misschien wel uit rijmdwang, de betekenis is dezelfde
voetnootz
dit woord komt veel in de bijbel voor, evenals het woord kracht. Reeds in Mark. 13:34 vinden wij het. Gelijk een mensch, buiten 's lands reizende, zijn huis verliet, en zijnen dienstknechten macht gaf .... Van Jezus wordt gezegd dat hij leerde, ‘als macht hebbende’ (Matth. 7:29). Het lijkt mij dat de macht een potentie is, de uitstraling ervan is kracht
voetnootaa
doel
voetnootbb
verwijst naar de gelijkenis van de tien ponden (Luk. 19:11-27).
voetnootcc
om mee te woekeren; vgl. Luk. 19:23: Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eischen?
voetnoota
gebruik die optimaal
voetnootb
macht in haar volheid
voetnootc
van hem gaat geen kracht uit
voetnootd
lees: dats krijght macht
voetnootf
lees: dats krijgt geen onspoett
voetnootf
tegenspoed, tegenslag (bij het verwerven van macht)
voetnootg
wijst terug naar het vorige vers
voetnooth
wijsheid
voetnooti
lees: Weet-geerich
voetnootj
samengetrokken met de vorige zin op is
voetnootk
moet uitgelegd worden
voetnootl
bevrediging van de begeerte naar heil
voetnootm
drang, begeerte wijst terug naar weet-geerich ghij geneghen zijt
voetnootn
strekt tot kwelling
voetnooto
ware er = was er
voetnootp
tegen
voetnootq
zou er niet tegenspreken
voetnootr
boek der natuur
voetnoots
bevredigd
voetnoott
niet tevreden gestelde, onbevredigde
voetnootu
daarom
voetnootv
verschaffen
voetnootw
zonder gevaar (van schade) en zonder moeite
voetnootx
wijst terug naar weet-zucht (vs. 96)
voetnooty
d.i. het schepsel-boek uit vs. 95
voetnootz
licht geeft
voetnootaa
zich zelf
voetnootbb
ook waarvoor hij door God is aangesteld
voetnoota
naaste; vs. 101-102 wijzen uit naar het grote gebod: een wetgeleerde vroeg Jezus: ‘Meester! welk is het grote gebod in de wet?’. En Jezus zeide tot hem: ‘Gij zult liefhebben den Heere, uwen God, met geheel uw hart, en met geheel uwe ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het groote gebod. En het tweede aan dit gelijk, is; Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven.’ (Matth. 22:36-39)
voetnootb
actief maakt, activeert
voetnootc
zoals het wenselijk is
voetnootd
neiging die als een aandrift werkt, een zeer sterke neiging
voetnootf
kennis zoveel als nodig is
voetnootf
zonder de kribbige schoolse tegenstellingen
voetnootg
zonder de letters (geschreven, gedrukt) te kennen
voetnooth
noodzakelijk
voetnooti
de kennis van de schepsels als letters te zien en te kunnen lezen (nl. in het schepsel-boek vs. 95)
voetnootj
hun betekenis
voetnootk
niets, nietswaardig
voetnootl
dwalen (zij dwalen mis-verstandich d.i. zij zijn schuldig, zij weten beter)
voetnootm
wijst terug naar de schepsel-letter-kund; vgl. Coornhert, Wellevenskunde I, I, 22
voetnootn
begrip, inzicht
voetnooto
noodzakelijkerwijs
voetnootp
hulp van schoolse kennis
voetnootq
beleid van de rede, de leiding die de rede geeft
voetnootr
waarin ieder als versuft staat, te kort schiet, tegenover het zelf ervaren
voetnoots
het bepalen van de waarde van een ding naar zijn uiterlijke verschijning
voetnoott
helpt
voetnootu
de beschouwing
voetnootv
gefundeerd begrip, inzicht
voetnootw
onderw. van hoeft is t'ga slaan der dinghen aart; heeft de getuigenis van niemand nodig
voetnootx
duidelijkheid
voetnoota
kennis door ervaring
voetnootb
het fundament waaruit zij interpreteert
voetnootc
verwaarloost
voetnootd
haar eenvoudig gelijkmatige geringheid
voetnootf
in het bijzonder
voetnootf
door iedereen verwaarloosd
voetnootg
bij gewone dingen
voetnooth
kom tot rust
voetnooti
misleid, van de juiste weg afgetrokken
voetnootj
de beelden uit uw jeugd zijn met kracht ingedrukt, ingeprent
voetnootk
raakt ten val, zult te gronde gaan
voetnootl
laat de genietingen van de wijsheid gegrond op waan varen (die in wezen overbodig zijn)
voetnootm
kennis, opvattingen
voetnootn
terdege
voetnooto
gerust
voetnootp
geeft de inhoud weer van kund-schap
voetnootq
gedachten
voetnootr
schenk er aandacht aan, let erop
voetnoots
waaruit het (= onlust in t'gedacht) voortkomt en waarheen het zijn invloed uitbreidt
voetnoott
zie de aant.
voetnootu
minachtend (het kind versmaadt het wel-spellen)
voetnootv
hetzelfde beeld komt voor in Coornherts Wellevenskunste bk. I, I, 11 en 12
voetnootw
onderzoek het nauwgezet
voetnootx
van het begin af aan
voetnooty
zie vs. 51 van dit boek, en de aant.
voetnoota
de meedogenloze wroeging van de ‘tegenwil’, d.i. de wil die zich losmaakt van de ‘eigenlijke wil’ en zich daartegen opstelt; de wil is een drijvende kracht in de ziel om iets te bereiken, hetzij goed, hetzij kwaad
voetnootb
wijst terug naar wil
voetnootc
waarom spreekt ge niet (nog altijd is Terpsichore aan het woord, ge is Spiegel)
voetnootd
het eelt (verharding) van de gewenning
voetnootf
iedereen lijdt aan deze kwaal
voetnootf
daarom
voetnootg
iemand die de bodem peilt
voetnooth
voortvarende
voetnooti
heeft een lange piek (spies) nodig, d.w.z. om de aard van de eigenwil te begrijpen moet iemand diep sonderen
voetnootj
de overgeërfde (voorbeeld-ige) kennis van het vroeger (in de jeugd) geleerde
voetnootk
geesten van hoge zedelijke waarde, onzelfzuchtige geesten
voetnootl
verdorvenheid van de droomziekte, waarbij de werkelijkheid van een leven gewijd aan de deugd niet meer wordt gezien, zie de aant.
voetnootm
zij is nl. de wil
voetnootn
een door de rede bepaalde kracht
voetnooto
zie aant.
voetnootp
al naar de gelegenheid zich voordoet, met onderbrekingen
voetnootq
in overeenstemming met het veranderlijke beraden van de rede
voetnootr
vragen door Terpsichore gesteld, waarop zij geen antwoord verwacht, evenmin als op de aansporing zegt
voetnoots
instinctieve neiging, een aangeboren drang, drift; de dieren volgen deze genegentheijden, de mensen kunnen de rede volgen tegen de genegentheijden in, of de genegentheijden met voorbijgang van de rede
voetnoott
akkoord gaat met, instemt mei iets (nl. wat de genegentheijt begeert) zie aant.
voetnootu
teniet doen
voetnootv
macht
voetnoota
wijst terug naar ze in vs. 155
voetnootb
krachtig
voetnootc
al naar
voetnootd
sterk, kloek
voetnootf
overdenk (dit)
voetnootf
het zegevieren van de overgeërfde mening die het verstand (d.i. de rede in werking) voorafgaat
voetnootg
dit belangrijke feit, nl. de hoofdletter uit het boek der natuur, het schepselboek
voetnooth
drang uit het lichaam voortkomend
voetnooti
de gedachten, zie de aant. bij vs. 148
voetnootj
neiging van de ziel, een aangeboren potentie van de ziel
voetnootk
aanzet
voetnootl
gesteld dat er eten is
voetnootm
ontstaat
voetnootn
het woord is hier bijv.naamw.: onderdanig
voetnooto
indien niet (nl. indien de wil niet ondergaat)
voetnootp
indien
voetnootq
iemand
voetnootr
ongeveer duizend kronen
voetnoots
iets dergelijks
voetnoott
in overeenstemming met uw verstand (inzicht)
voetnootu
iemand die macht heeft in het werk dat hij moet verrichten, en die macht ontleent aan een instantie boven hem, i.c. her verstand
voetnootv
handelen
voetnootw
redeloze schepsels = de dieren; zie de aant.
voetnoota
genegenheid (= neiging) streeft het goede na
voetnootb
blind van aard (nl. blind voor het verkrijgen van deugd), hetgeen impliceert dat zij geleid moet worden
voetnootc
streven naar bevrediging
voetnootd
het hoogste goed
voetnootf
lees: weet-geerich
voetnootf
wijst terug naar vs. 184
voetnootg
zich ontdoen van
voetnooth
hoe zij zich ook in hun geest inspannen
voetnooti
beweegt, (de ziel) in beroering brengt, of, tot handelen aanzet
voetnootj
waar komt het kwaad dan vandaan
voetnootk
verleidt
voetnootl
d.i. het antwoord op de eerste helft van het vers
voetnootm
hen
voetnootn
vechten
voetnooto
van nature
voetnootp
een redenering berustend op onjuiste gronden
voetnootq
in het vuur
voetnootr
aan degene wie
voetnoots
van zijn (natuurlijke) aard vervreemd
voetnoott
boosaardige, verderflijke
voetnootu
het allerleegste niets
voetnootv
de (toegekende) waarde / waardigheid is een waan, geen werkelijkheid
voetnootw
ellende
voetnootx
hen, nl. de grootst' vs. 196
voetnoota
aanzet
voetnootb
zodat
voetnootc
een zinledig niets
voetnootd
het tegengestelde van heijl, niet onheil in onze zin
voetnootf
dat kwelt
voetnootf
de structuur van vs. 200b-vs. 202 is de volgende: a. van Ja t/m gedreven; b. van om t/m leeven; zie de aant.
voetnootg
brengen voort
voetnooth
onontkoombaar (door determinisme)
voetnooti
vrije keus
voetnootj
door toorn meegesleurd
voetnootk
verhard
voetnootl
tegen elkaar
voetnootm
zich gedragen in overeenstemming met hetgeen
voetnootn
op eenvoudige wijze
voetnooto
naar het goede doel
voetnootp
eigenzinnigheid
voetnootq
in hun macht hebben
voetnootr
zich afwenden van ... naar
voetnoots
verklaart het ons
voetnoott
in overeenstemming met de natuur
voetnootu
op deugdelijke gronden berustend
voetnoota
de recta ratio, een potentie die de mens onderscheidde van de dieren, die de mens met God verbond. Deze potentie had God in de mens gelegd, in christenen zowel als heidenen, een gids naar de waarheid, een gids voor een zedelijk gedrag; zie ook vs. 222
voetnootb
beide volkomen in overeenstemming met de natuur, de ‘dienstmaagd’ Gods
voetnootc
op hun juiste waarde
voetnootd
op een zuivere wijze
voetnootf
of overdrijft, of verkleint
voetnootf
indien gij het schijnheil dat gekozen kan worden wilt zien als het waarachtige heil dat (eveneens) gekozen kan worden
voetnootg
beschouwen als uw bezit
voetnooth
dwaze op zichzelf gerichte wil
voetnooti
op natuurlijke wijze
voetnootj
eenvoudig voedzaam eten
voetnootk
die brengt dan vervolgens een wil voort, in u gewekt door de kwaliteit van het voedsel
voetnootl
die volgt namelijk wanneer de natuurlijke behoefte wordt bevredigd
voetnootm
verminderen, tot bedaren brengen, stillen
voetnootn
natuurlijke begeerte (afhankelijk van strijden teghens)
voetnooto
het zoete gevoel van lichamelijke lust
voetnootp
een doel
voetnootq
onderw. van krenkt = verzwakt, schaadt
voetnootr
daarom
voetnoots
het genot van lichamelijk heil (welzijn)
voetnoott
lust die in overeenstemming met de natuur is
voetnootu
neiging van het stillen van de honger
voetnoota
het streven naar de lust van het lekkere
voetnootb
dat maakt gij geheel zelf
voetnootc
het volgen van egoïstische neigingen
voetnootd
verandert geheel en al het zout van de natuurlijke behoefte en neiging, de aangename streling van enz.
voetnootf
‘pept die zich op’
voetnootf
zie de aant.
voetnootg
zie aant. bij vs. 245
voetnooth
weldra
voetnooti
regeert
voetnootj
haar eelt (verharding) van de gewenning
voetnootk
hovaardige agressieve eigenwil
voetnootl
hebben de mensen het meest in hun macht
voetnootm
doldriftig
voetnootn
verwaarlozen
voetnooto
de t vat de vorige zin samen
voetnootp
uitgedoofd
voetnootq
overdenking, nadenking
voetnootr
opgeven
voetnoots
hechten aan
voetnoott
wijst terug naar vs. 253-254
voetnootu
lees: eijgen-wil
voetnootv
de natuurlijke neiging die als die van een onschuldig kind is
voetnootw
die (d'onnoosle ... Natuijren) moge hem
voetnootx
spreekt kwaad, tast mijn eer aan
voetnooty
houdt mij voor dwaas
voetnootz
Christus had niets te maken met God, heil en wijsheid (was ver van God enz.)
voetnootaa
hij maalde naar hun idee
voetnoota
sloeg zotte praat uit
voetnootb
hij was door de duivel bezeten
voetnootc
toen
voetnootd
geestelijken, hier: de schriftgeleerden
voetnootf
achtergeplaatst bijv.naamw.
voetnootf
aanmaant
voetnootg
gewoonweg eenvoudig
voetnooth
verwijst naar Matth. 19:13-15
voetnooti
Sokrates en Christus
voetnootj
het prikkelbaar ineenvlechten van hun redeneerkunst (door syllogismen)
voetnootk
redeloos, dom
voetnootl
de dwaling van Aristoteles
voetnootm
door wat hun geleerd is
voetnootn
wijst terug naar Aristoteles feijl
voetnooto
al haar hoogmoedige geleerden
voetnootp
in allen gevalle, hoe het ook zij
voetnootq
uw geest
voetnootr
de universele kerk voor alle tijden, alle volken en plaatsen; hier: een door ieder altijd en overal gerespecteerd gegeven = inhoud vs. 271a
voetnoots
stelt zich op tegenover anderen
voetnoott
soepel, tolerant, toegeeflijk, tegengestelde van ‘star’
voetnootu
zij (de waarheid) moet alleen uw doel zijn
voetnootv
niet de lust verbonden aan het zegevieren (nl. in het perk)
voetnootw
wijst terug naar Zij in vs. 273
voetnootx
uw begeerte te kennen (nl. de waarheijt, dus morele waarden)
voetnooty
nl. de wijsheid, één van Gods attributen
voetnootz
Zoals de onschuldige kinderlijke neiging in haar totaliteit op het goede gericht is, doet dat voor alles de weetgierigheid, die zich op een zuivere wijze haast naar wijsheid om die Gods eigenschap in hogere mate deelachtig te worden, en de wijsheid die zij verwerft maakt haar goed en machtig
voetnoota
streven naar heil
voetnootb
met kracht aanspoort
voetnootc
van verschillende soorten heil
voetnootd
het beste
voetnootf
In overeenstemming met de natuur bestaat het grootste heil in de bevrediging van de grootste neiging
voetnootf
het aangename gevoel dat heil schenkt
voetnootg
overtreft
voetnooth
geringschat
voetnooti
zich afzet tegen
voetnootj
sexuele liefde
voetnootk
die wordt ertoe gebracht
voetnootl
verwaarloost, veronachtzaamt
voetnootm
verliest
voetnootn
zelf
voetnooto
zelfs
voetnootp
wat naar de waarde (die men eraan toekent) overeenstemt met de natuur
voetnootq
in het bijzonder
voetnootr
onderw. bij dringht (vs. 290)
voetnoots
verwijzing naar Mark. 13:33; de opwekking tot bidden en waakzaam zijn komt vele malen in het N.T. voor, zo ook bij Spiegel
voetnoott
lees: En uwen weet-zucht zal òòk enz. t'leelijk van het quaad staat tegenover de schoonheid Gods; laken, afkeuren, verwerpen
voetnootu
wijzen op, doen u denken aan
voetnootv
brengen u in gemeenschap met God; na wensche: zoals wenselijk is
voetnootw
(zoals God de toeverlaat der mensen generaliter), zo kunt gij een steun zijn voor hen die hulp nodig hebben
voetnoota
nl. God onder het aspect van Zijn goedheid (bonitas), één Zijner attributen; die goedheid is barmhertich, meedogend, d.w.z. bereid de mens in zijn zwakheid bij te staan, (die zwakheid dus vergeven)
voetnootb
zich verheugen
voetnootc
zegenrijk, tot heil, (nl. van anderen) vgl. bk. I, 545
voetnootd
God
voetnootf
diegene, nl. die liefheeft
voetnootf
egoïsme, eigenliefde
voetnootg
om zelf te genieten
voetnooth
het missen van heil
voetnooti
vrees voor verlies (nl. van heil) moet smart doen, bedroeven
voetnootj
wanneer iemand bij het verlangen naar heil zichzelf te zeer op de voorgrond stelt (om zelf te genieten, dus te egocentrisch is), dan is het missen van heil een kwelling en bestaat een voortdurende vrees het heil te verliezen
voetnootk
tevredenheid, voldaanheid (met het verworven heil), deze in tegenstelling met de ikheijt en om zelf te genieten (vs. 305)
voetnootl
liefde tot God en de naaste (voorschrift van Jezus. Matth. 22:36-39) en mildheid, weldadigheid, de liefde in daden omzetten
voetnootm
nl. liefd' en goedadicheijt
voetnootn
in overeenstemming met wat iemand wenst: dees neigingh: deze neiging, nl. het verlangen naar heil
voetnooto
in zich bevredigen
voetnootp
vooral, inzonderheid
voetnootq
komt u zelf nog het meest ten goede
voetnootr
het (nl. een dankbaarich gemoett) is een welbehagen, een vreugde
voetnoots
in het genieten van (verkregen) gunst
voetnoott
gunst aan anderen te vergelden
voetnootu
bijw.bep. bij geneeghen of bij met lust, bij voortduring
voetnootv
waar het gelegen komt, waar het onder gunstige omstandigheden geschiedt, waar het gunstig ontvangen wordt
voetnoota
lees: Dies is zoett, en leijt enz.: daarom is deze zielsroering (nl. dankbaarheijt vs. 315) aangenaam en leidt tot heil
voetnootb
lees: Dies is
voetnootc
in het ontvangen en vergelden van gunst is bevrediging van neiging
voetnootd
de bevrediging van elke neiging
voetnootf
al het kwellen, wanneer men in strijd met de natuur handelt
voetnootf
dwingende noodzaak (nl. ten opzichte van de dingen die moeten gebeuren, die men moet doen)
voetnootg
stimuleren van neigingen
voetnooth
hetgeen in alle schepsels moet strekken tot volmaaktheid, perfectie
voetnooti
dwaze, onwijze mensen
voetnootj
zie, u ontbreekt niets dan
voetnootk
eenvoudige
voetnootl
in strijd met uw natuur
voetnootm
schaadt
voetnootn
verwijst naar Luk. 19:11-27, zie vs. 82 van dit boek
voetnooto
ten onder doet gaan, als schuldig (tegenover de goddelijke wetten) veroordeelt
voetnootp
verdorvener schepsel
voetnootq
als die (nl. de schepsels) gij redeloos noemt
voetnootr
geeft deze (nl. lust) op
voetnoots
minder rede, redelijk overleg
voetnoott
als hij
voetnootu
verwoestende oorlog
voetnootv
wat is er hier mis
voetnoota
Helena, hoer genoemd, omdat zij haar man Menelaus verliet en met Paris naar Troje ging
voetnootb
een stomp had gekregen
voetnootc
leerlingen
voetnootd
in het opblazen van het aangedane onrecht
voetnootf
voor het gerecht
voetnootf
onderstellend voegw.: indien
voetnootg
debat, twist-gesprek
voetnooth
terstond
voetnooti
ertoe gebracht
voetnootj
alreeds
voetnootk
door te denken aan de droom van de vele werelden
voetnootl
lees: recht-verstant
voetnootm
de heerschappij
voetnootn
wil liever vrij aan zijn vorming werken
voetnooto
door smeken overgehaald, bewogen
voetnootp
nl. T'rijk
voetnootq
bestuurt
voetnootr
rechtvaardig
voetnoots
schandelijke daad
voetnoott
zich terug te trekken, zich te verontschuldigen
voetnootu
later
voetnootv
geven er blijk van, laten zien
voetnoota
nl. Numa
voetnootb
en gedraagt zich daarom in overeenstemming met de natuur
voetnootc
Sulla
voetnootd
gaat te allen tijde eigenzinnig te gronde
voetnootf
aan het naar juiste waarde schatten van alles om ons heen
voetnootf
te allen tijde, altijd (zie voor vs. 369-372 de Inleiding)
voetnootg
de grootste twist
voetnooth
onder het grote publiek (alleen)
voetnooti
de een kent waarde toe aan lust
voetnootj
de ander stelt al zijn verwachtingen in de deugd
voetnootk
de derde deelt het goede (bonum) in in drieërlei soort
voetnootl
als het erop aankomt
voetnootm
iets zekers
voetnootn
gene: weer een ander nl. Socrates
voetnooto
juist
voetnootp
als men Gods alwijsheid hoog waardeert
voetnootq
geen mens heeft het nodig
voetnootr
doorvorsen
voetnoots
het lijkt toch rechtmatig
voetnoott
op aarde
voetnootu
bevrediging van hun drang te weten
voetnootv
omdat, aangezien
voetnootw
mist
voetnootx
de bevrediging van de neigingen die hun (ad sensum geconstrueerd) eigen is
voetnooty
onvoldaanheid
voetnootz
hulpeloos ronddraaien
voetnootaa
van nature, ligt dit allemaal in de natuur? Is de natuur daaraan schuldig?
voetnootbb
hun gebrek aan overeenstemming (wijst terug naar vs. 366-371)
voetnoota
door een fout in wat zij nodig hebben
voetnootb
(door) duivelse veelweterij
voetnootc
zuigen
voetnootd
bevredigen
voetnootf
zog (moedermelk)
voetnootf
begeerte zich te bewegen
voetnootg
het groeipunt waartoe de wasdom (op een bepaald ogenblik) komt
voetnooth
plant
voetnooti
aarde die groei in zich draagt, vruchtbaar
voetnootj
sieraad
voetnootk
bewijs
voetnootl
lees: weet-zuchts-boett verzoetingh
voetnootm
indien gij streeft naar het zoete (aangename) gevoel dat de bevrediging van weet- en heijlzucht - de begeerte naar (morele) kennis en heil - meebrengt
voetnootn
ongetwijfeld vindt gij ook de bevrediging van die neiging in overeenstemming met uw (natuurlijke) aard
voetnooto
van het (goede) doel afgehouden (weggerukt)
voetnootp
het misverstand dat geërfd wordt, dat van geslacht op geslacht overgaat, het dogma van de erfzonde
voetnootq
legt niet vast, bevestigt
voetnootr
tot de onschuld van een kind
voetnoots
overwinning op die sphinx nl. de erfzonde
voetnoott
iets heldhaftigs, iets dat tot de werkingssfeer van een held behoort
voetnootu
onderneem
voetnootv
een negen-koppige waterslang door Hercules overwonnen
voetnootw
vecht
voetnootx
dat talloos velen zich verkeerde gewoonten hebben aangemeten
voetnooty
zonder kennis van de christelijke leer
voetnoota
in Zijn (Christus') tijd
voetnootb
heeft Hij er
voetnootc
wakker geschud
voetnootd
wonderen
voetnootf
de zondigen, de verdorvenen
voetnootf
betoverd
voetnootg
onzin; aangeleerde formalistische kennis
voetnooth
zou iemand Hem begrijpen voor hij zelfkennis heeft
voetnooti
in onze tijd
voetnootj
versterkt zij, dus: zij zelf
voetnootk
zo dwaas zijn
voetnootl
wie een beter inzicht heeft, leve beter
voetnootm
argeloos
voetnootn
bekommere zich niet om de fouten (tekortkomingen) van zijn naaste
voetnooto
het oneens zijn, in verwarring verstrikt blijven
voetnootp
als ontzinden tekeer gaan
voetnootq
meestal schreeuwen de grootste dwazen het meest, hardst
voetnootr
dat het hun (de dwazen) iets onwerkelijks, iets dat niet bestaat lijkt, wat ik u voorhoud
voetnoots
degene die
voetnoott
komt tot een inzicht en zegt zonder zich boos te maken (in tegenstelling tot de wereld vs. 409)
voetnootu
hervat die (vs. 412); die = diegene (dativus) aan diegene
voetnootv
lees: de Heijlandt
voetnootw
aan diegene geeft de Heiland zijn aard (natuur), zijn goedgunstigheid
voetnootx
gebeurt
voetnooty
het goede (bonum)
voetnootz
duivels (zelfst.nw.); smerten is een werkw.-vorm, die parallel loopt met drukt (vs. 419) in de betekenis van pijnigen
voetnoota
zijn kracht toont
voetnootb
genezing brengt
voetnootc
wie daarvan (nl. de eigenzinnigheid en eigenwil) afstand doet
voetnootd
(de fout, tekortkoming) waaraan het bij iedereen ligt, waaraan iedereen mank gaat
voetnootf
eigen-wijs
voetnootf
bijv.bep. bij heijl en goett, dus: schijnheil en schijngoed
voetnootg
het waarachtig heil en goede
voetnooth
de boom die iemand doet vallen, symbool voor eigenzinnigheid en eigenwil; een toespeling op de boom ‘in het midden des hofs’, waarvan Adam en Eva de vruchten niet mochten eten. Toen ze dat toch deden - Eva werd verleid door de slang en zij haalde Adam over - leerden ze wel het goed en het kwaad kennen, maar werden ze tevens uit de hof verdreven en moesten onder grote bezwaren verder leven, zij en hun nakomelingen
voetnooti
hooggeplaatst
voetnootj
betekent overwegen naar hun eigen inzicht
voetnootk
op zichzelf genomen (de zgn. middelbare dingen)
voetnootl
van de natuur uit bekeken
voetnootm
kennis op waan berustend, d.i. op ondeugdelijke gronden
voetnootn
waar zijn tekortkoming zit
voetnooto
onheil, ellende, verstoken blijven van heil
voetnootp
dienstbaarheid aan de zonden
voetnootq
verwijst naar Luk. 19:23, zie vs. 82 en de aant bij dit vers en vs. 329 van dit boek; wie met zijn gave - daarmee woekerend - trouw (aan zijn opdrachtgever God) wordt bevonden
voetnootr
onbedroeft: onbekommerd o mens, gij zult weinig wensen, als gij weet dat gij weinig nodig hebt
voetnoots
eenvoudige
voetnoott
lees: U ziel heeft wijsheijt, en goetheijt alleen van noode
voetnootu
voedsel uit de hemel, het evangelie-woord, geestelijk voedsel; zie de aant. bij dit vers
voetnootv
het driemaal herhaalde wat is hier vragend voornw. attributief gebruikt in de zin van welk(e)
voetnoota
of ze een doel hebben, of dat zij eindig zijn, tot dat punt dat ze nog in overeenstemming met de natuur zijn
voetnootb
overweeg
voetnootc
in overeenstemming met de natuur
voetnootd
tegendraadse
voetnootf
behoeft, hebt nodig
voetnootf
eenvoudige noodzakelijke behoefte eist uw natuur, of slechts noodzakelijke enz.
voetnootg
lees: kostelheijt eijscht u Ikker, d.i. uw duiveltje eist kostbaarheid
voetnooth
uw verleider
voetnooti
laat die in de steek
voetnootj
verzet u tegen hem en hij zal van u wegvluchten; verwijst naar Jac. 4:7: Zoo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden; vgl. ook 1 Petr. 5:9 en Ef. 4:27.
voetnootk
doel
voetnootl
twist als van duivels
voetnootm
wat men als het belangrijkste goed beschouwt
voetnootn
zelf gemaakte aanbidding van afgoden
voetnooto
wat is het einde van hun zoeken van afgodische wellust, d.i. wellust die hun afgod - wat dat ook zij - tot object heeft
voetnootp
het stillen van de honger
voetnootq
bevrediging van neiging
voetnootr
maar de lust van het wellust zoeken verhindert lust
voetnoots
in overeenstemming met de natuur
voetnoott
uw redelijk vermogen
voetnootu
neemt waar
voetnootv
het summum bonum
voetnootw
uw doel
voetnootx
op de troon zetten van het eigen ik met de associatie aan het duivelse (ikker = duivel)
voetnoota
verhindert, belet, staat in de weg
voetnootb
het heilgenot dat de natuur u toestaat
voetnootc
weegschaal
voetnootd
dwalen door misverstand
voetnootf
niets als voedsel en kleding hebben in overeenstemming met de eis van wat gij nodig hebt, is ware rijkdom
voetnootf
die helemaal geen behoeften hebben
voetnootg
de verwerving van het kiesbaar (d.i. het kan gekozen worden) heil van de lichamelijke lust
voetnooth
gemis, ontbering
voetnooti
gevoel van een tekort
voetnootj
op een rechtmatige wijze
voetnootk
vergelijk (hiermee)
voetnootl
kommer
voetnootm
bewaakt
voetnootn
motten, hierin zit een verwijzing naar Matth. 6:19: Vergadert u geene schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen
voetnooto
de boer, na het - ondanks vreesachtig lang aanbidden (van zijn zelfgemaakte god) - niet verwerven (nl. van rijkdom)
voetnootp
zoals Esopus dat voorschrijft
voetnootq
de eenvoudige doorgronding van alle dingen op natuurlijke wijze
voetnootr
naar waarheid
voetnoots
kijk naar de hoge posities
voetnoota
hun
voetnootb
een verwijzing naar Richteren 9:7-15
voetnootc
die naar hoge positie en eerbetoon streeft
voetnootd
diep in uw hart
voetnootf
een spoog of een teug water
voetnootf
het roven, het bemachtigen van hoge posities, vgl. VI, vs. 416, lust geschaak
voetnootg
perverse, eerloze
voetnooth
dat de algemeen betreden weg (d.i. zoals iedereen handelt) geen weg is (die naar het doel, d.i. heil leidt)
voetnooti
lees: maar dat overschrijen des algemeenen pads de wech is, d.w.z. dat men over het algemeen betreden pad, d.i. het door iedereen gesanctioneerde handelen, heen moet stappen
voetnootj
tracht dat in uw gemoed te doen
voetnootk
(Terpsichore neemt afscheid)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken