Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Keurig in de kontramine
Toon afbeeldingen van Keurig in de kontraminezoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,25 MB)

XML (0,59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Keurig in de kontramine

(1975)–P. Spigt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Over Multatuli


Vorige Volgende
[pagina 215]
[p. 215]

Aantekeningen

[pagina 217]
[p. 217]

Voor de aanhalingen uit het gepubliceerde werk werd geraadpleegd: Multatuli. Volledige Werken, uitgave G.A. van Oorschot, Amsterdam 1950, deel i tot en met vii (redaktie G. Stuiveling, F.E.A. Batten, Henri A. Ett, H.H.J. de Leeuwe en P. Spigt).

Voor de brieven van Multatuli zijn er twee edities, t.w. Brieven en documenten, deel viii tot en met x van de bovengenoemde Volledige Werken (te citeren als Brieven en documenten), en voor brieven van 1863 en later: Brieven van Multatuli, Amsterdam 1912, uitgegeven door M. Douwes Dekker, geb. Hamminck-Schepel (te citeren als Brieven). Indien uit deze editie wordt geciteerd, dan is de tekst zo mogelijk gecollationeerd met het origineel uit het Multatuli-Museum te Amsterdam.

[pagina 229]
[p. 229]

Multatuli, minister in spe

Voor het overzicht van de sociaal-economische ontwikkeling in het derde kwart van de negentiende eeuw is gebruik gemaakt van de werken van Romein, Brugmans en Henriëtte Roland Holst. In het bijzonder voor de koloniale kwestie baseer ik mij hier op Colenbrander, Stapel en Stokvis.

De volledige titels van de beide boekjes van Multatuli luiden: Over Vrijen-Arbeid in Nederlandsch-Indië en de tegenwoordige Koloniale Agitatie, R.C. Meijer, Amsterdam, januari 1862 en Nog eens: Vrije-Arbeid in Nederlandsch-Indië, J. Waltman, Delft, december 1870.

Omkeren als métier

Hier zijn geraadpleegd, zoals in het opstel wordt aangeduid:
F. van der Goes, Dr. Swart Abrahamsz over Multatuli, Amsterdam 1888;
J. Pée, Brieven van Multatuli, Rotterdam 1942;
M. ter Braak, Douwes Dekker en Multatuli, Den Haag 1937;
J. Romein, Multatuli's tekort, in De Nieuwe Stem 1946, 1;
J. Pée, Multatuli en de zijnen, Amsterdam 1937;
E. du Perron, Multatuli. Tweede pleidooi, Bandoeng 1938;
J. Saks, Eduard Douwes Dekker, Rotterdam 1937.
Voor de psychologie van de droom en de dagdroom werd naast de gebruikelijke bronnen geraadpleegd:
Edward Glover, Freud or Jung, London 1950.
Inzake zijn karakter: G. Heymans, Inleiding tot de speciale psychologie i, Haarlem 1932; in het bijzonder p. 197 e.v.
Met betrekking tot de kwestie van zijn astma:
J. Groen, Asthma bronchiale seu nervosum, een psychosomatische studie, Amsterdam 1950;
Th.M. French & F. Alexander, Psychogenic factors in bronchial asthma, in Psychosomatic Med. Monograph, 4, 1941;
J.T. Barendrecht, De hypothese der psychosomatische specificiteit getoest aan de Ror-
[pagina 230]
[p. 230]
schach reacties van patiënten lijdende aan asthma-bronchiale, dissertatie, Amsterdam 1954;
Felix Deutsch e.a., The psychosomatic concept in psychoanalysis, New York 1953.

De grafiekjes (zie de illustraties 15 en 16) willen enige aanschouwelijkheid leveren voor de veronderstelling dat de carrière van Multatuli niet alleen omstreeks 1856 een volslagen breuk vertoont, maar dat de concentratie van zijn literaire produktie in het derde kwart van zijn leven een correlatie vertoont met de periodiciteit van zijn ‘levendigheid’ in het algemeen. Leven en sterven bij Edouard Douwes Dekker vertonen naar mijn opvatting een vaste curve. De kwantificering die werd toegepast in de grafische voorstelling is wetenschappelijk niet te verdedigen - voor zijn carrière als ambtenaar: bevorderingen en salaris; voor zijn schrijverschap: data en omvang van zijn werken. Maar het ging erom in dit essay een tendens te tonen. Bovendien bevestigt het tempo en de omvang, dus het ritme, van zijn epistolaire werkzaamheid de strekking van mijn hypothese.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy


auteurs

  • over Multatuli


landen

  • over IndonesiĆ«