Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaame zinnebeelden (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaame zinnebeelden
Afbeelding van Leerzaame zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Leerzaame zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.62 MB)

Scans (28.09 MB)

ebook (10.70 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaame zinnebeelden

(1714)–Adriaan Spinniker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 144]
[p. 144]

Het XXXIVste zinnebeeld.

De gryze kindsheid.



illustratie

Broeders, word geene kinderen in het verstand: maar zyt kinderen in de boosheid, en word in het verstand volwassen. 1Kor.xiv.20

Want gy, daar gy leeraars behoorde te zyn van wegen den tyd, hebt wederom van nooden, dat men u leere, welke de eerste beginselen van Gods woorden zyn: en gy zyt geworden [als] die melk van nooden hebben, en niet vaste spyze. Hebr.v.12.

[pagina 145]
[p. 145]

Op het XXXIVste zinnebeeld.

 
De levenskracht, die in het kind
 
Noch zwak en teder zich bevind,
 
Eist veelerlei behulpzaamheden
 
Van leiband, loopstoel, en wat meer
 
Kan dienen, dat het kindje leer'
 
Op zyne voeten staan, en treeden.
 
Maar als men eens een' gryzaard zag,
 
Die in zyn' hoogbejaarden dag
 
Dus eerst het leven aan ging vangen,
 
En, als een kind in zynen stand,
 
Een' loopstoel noodig had, of band,
 
Tot stutsel voor zyn' zwakke gangen,
 
Verwondering zou 't hert verslaan,
 
En doen als opgetoogen staan.
 
Doch laat het uwe ziel niet kwellen,
 
O Waereldling, als gy bevind,
 
Dat wy met zulk een ouden kind
 
Niet schroomen u gelyk te stellen.
 
Want schoon gy, door verheven waan,
 
En eigenmin, u voor laat staan,
 
Dat gy al lang begond te leeven,
 
En lacchen zoud, om die, beducht
 
Voor uwen val, uit trouwe zucht
 
U 't kindertuig tot steun wou geeven;
 
Het staat nochtans met u zo breed
 
En schoon niet, als gy u vermeet.
 
Neen, neen; hoe zeer ge u durft beroemen,
 
Het leven, dat gy in u ziet,
 
Verdient den naam van leven niet.
 
Maar is veel eer een' dood te noemen.
 
Al roert gy 't lichaam, en zyn' leên,
[pagina 146]
[p. 146]
 
Al gaat gy met gezwinde schreên,
 
Al kunt gy werken, drinken, eeten,
 
Al zyt gy vaardig in 't bedryf,
 
Dat opzicht heeft op 't aardse lyf,
 
Dit mag nochtans geen leven heeten.
 
Maar als de geest zich vlug, en sterk,
 
En vlytig toont in 't groote werk,
 
Van zynen Heer hem voorgeschreeven,
 
Dat draagt, naar redelyk bescheid,
 
In 't heilig woord ons voorgeleid,
 
Alleen met recht den naam van leven.
 
Dit leven is u onbekend,
 
Terwyl zich uwe ziel gewent,
 
Als dood of sluimerziek te rusten,
 
Gestreeld, gekoesterd, en gevleid
 
Door veelerlei bekoorlykheid
 
Van lyfsvermaak en dwaaze lusten.
 
Of komt zomwylen uw gehoor
 
't Gewag van 't waare leven voor,
 
Gy laat het ongevoelig vaaren,
 
Als waar 't voor u noch veel te vroeg,
 
En zyn beginsel tyds genoeg
 
Te aanvaarden in uwe oude jaaren.
 
O dwaasheid, die geen' weêrga vind,
 
Dan eerst, gelyk een teder kind,
 
[B]egin te maaken van het leven,
 
Wanneer de tyd ten einde neigt,
 
En ider uur het leven dreigt
 
Zyn' laatsten ademtocht te geeven!
 
En ach! wat word hier menig mens
 
Versteeken van zyn' hoop en wens!
 
Wat moet, wat moet 'er menig sterven,
 
Eer hy het leven eens genoot,
 
En sterven, gants van hoop ontbloot,
[pagina 147]
[p. 147]
 
Dat hy het leven ooit zal erven!
 
Wys is hy dan, en wel bedacht,
 
Die 't leven van den geest betracht,
 
En zynen leeftyd niet by dagen,
 
By maanden, noch by jaaren meet,
 
Maar by den voortgang, dien hy deed
 
In 't doen van 's Hemels welbehaagen!
 
Die heeft in waarheid lang geleefd,
 
Of schoon hy in zyn' jongheid sneeft.
 
En stygt hy op tot hooge jaaren,
 
De grysheid, op het pad der deugd
 
Gevonden, strekt zyn' ziel tot vreugd,
 
En eene kroon voor zyne haaren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken