Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaame zinnebeelden (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaame zinnebeelden
Afbeelding van Leerzaame zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Leerzaame zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.62 MB)

Scans (28.09 MB)

ebook (10.70 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaame zinnebeelden

(1714)–Adriaan Spinniker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 192]
[p. 192]

Het XLVste zinnebeeld.

Haast te vreden.



illustratie

Gy bid, en gy ontvangt niet, om dat gy kwaalyk bid, op dat gy 't in uwe wellusten zoud doorbrengen. Jakob.iv.3.

En dit is de vrymoedigheid, die wy tot hem hebben, dat, zo wy iets bidden naar zyne wil, hy ons verhoort. 1Joan.v14.

[pagina 193]
[p. 193]

Op het XLVste zinnebeeld.

 
De wakk're hond, terwyl zyn heer,
 
Met zyn gezin ten dis gezeten,
 
Den graagen honger boet met eeten,
 
Vertoont zich dapper in de weer
 
Met springen, buigen, vleijen, streelen.
 
O stomme beest, wat dryft u aan,
 
All' die beweeging aan te gaan,
 
Zelf zonder teken van verveelen?
 
Al is geen menselyk verstand,
 
Of redenskracht aan u gegeeven,
 
Noch weet gy echter, dat uw leven
 
En welzyn staat in 's meesters hand.
 
En schoon gy mist ook het vermogen
 
Van onderscheidelyke taal,
 
Noch weet gy, dat door zulk onthaal
 
Uw heer gestadig word bewoogen,
 
Om u van spyze te verzien.
 
Dus dient u dit bedryf voor spreeken,
 
Verzoeken, en ootmoedig smeeken,
 
Op dat hy u zyn' gunst mogt biên.
 
En wat is 't wit van uw verlangen?
 
Geen schotel wildbraad, of banket,
 
Van 's meesters is u voorgezet;
 
Maar mogt gy slechts van hem ontvangen,
 
't Geen van de tafel overschoot,
 
Om naar den vuilnisbak te draagen,
 
Een been of bonk om aan te knaagen,
 
Een harde korst, of brokje brood,
 
Om uwe holle maag te spyzen,
 
Gy namt het in genoegen aan,
 
En zoud, door 's meesters gaaf voldaan,
[pagina 194]
[p. 194]
 
Op uwe wys hem dank bewyzen.
 
O stomme beest, dat uwen heer
 
Erkent, en liefkoost naar vermogen,
 
Op dat zyn' gunst, tot u getoogen,
 
U nooddruft toevoege, en niet meer,
 
Hoe overtuigt gy veele mensen,
 
Die steeds met koppen en gemoed
 
Om ryk genot van overvloed,
 
En hoogen staat, en weelde wensen,
 
En, recht als waaren zy het lot,
 
Daar 't hert op steroogt, dubbel waardig,
 
Gestaâg onlydzaam en onaardig
 
Bestaan te morren tegen God,
 
Wanneer hy weigert hen te geeven
 
Hun h[e]rtenwens in volle maat,
 
Maar laat hen hier in eenen staat
 
Van laagheid of behoefte leeven.
 
Waar heen, waar heen, verdoold gemoed?
 
Of waant gy meer te zyn in de oogen
 
Van God, dien heiligen, dien hoogen,
 
Als by een mens een hondje doet?
 
O neen; uw maaksel, dat, van aarde,
 
Zich de aarde weêr ziet toegeleid,
 
Stelt u by 's hemels Majesteit
 
In een' gelyken stand van waarde,
 
Als 't allerongeachtste beest.
 
Of zyt gy boven 't vee verheven,
 
Om dat ge in u gevoelt het leven
 
Van eenen redelyken geest?
 
Wien hebt ge, als Gods genaê, te danken,
 
Dat u die gaaf te beurte viel?
 
En wat bezit toch uwe ziel,
 
Dan kleine droppeltjes en spranken,
 
By Gods volmaakte oneindigheid?
[pagina 195]
[p. 195]
 
Wat zyt gy menigmaal door zonden
 
Onwaardig al het goed bevonden,
 
Door zyne gunst u toeg[e]leid!
 
En ach! zo God, naar uw begeeren,
 
U ruimer staat bereiken liet,
 
Wie weet, of gy zyn' goedheid niet
 
Tot voortgang in het kwaad zoud keeren!
 
Laat vaaren dan dien dwaazen waan:
 
En word u van Gods hand gegeeven
 
Niet meer dan nooddruft om te leeven,
 
Hou uwen wens daar meê voldaan.
 
Gedenk aan haar, die zich voor deezen
 
Meer dan genoeg gezegend vond,
 
Zo ze, als een hondje, van den grond
 
De tafelkruimtjes op mogt leezen,
 
In Jezus oog zo waard geacht,
 
Om haar geloof en diep verneêren,
 
Dat haar volkomen hertsbegeeren
 
Haar door zyn' gunst wierd toegebragt.
 
Hier tussen, voelt gy u gedreeven,
 
Een' wens te voeden in 't gemoed,
 
Wens deel te hebben aan het goed,
 
Daar God uw' wens toe heeft verheven,
 
Dat u Gods mond heeft toegezegd,
 
En sterk bevolen naar te jaagen,
 
Door 't volgen van zyn welbehaagen
 
In allen stand, u opgelegd.
 
Wens, dat Gods gunst u steeds genegen
 
En vaardig maake, om 's levens baan
 
Met wakk're schreeden langs te gaan.
 
Wens boven alles, als een' zegen,
 
Om eenen geest van ned'righeid,
 
Die 't pad naar 't eeuwig wel bereid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken