Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vervolg der leerzaame zinnebeelden (1758)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vervolg der leerzaame zinnebeelden
Afbeelding van Vervolg der leerzaame zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Vervolg der leerzaame zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.38 MB)

Scans (31.87 MB)

ebook (8.26 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vervolg der leerzaame zinnebeelden

(1758)–Adriaan Spinniker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Op het veertiende zinnebeeld.

 
Zo lang de krygsman zich voorzien zag met zyn wapen,
 
Zo lang hy speer en zwaard
 
Voerde in de vuist, daar 't heir der dappere oorlogsknaapen
 
Aan benden stond geschaard,
 
Om, op het hol geklank van trommels en trompetten,
 
Elk even zeer verwoed,
 
Op 's vyands legerspits eendrachtig aan te zetten,
 
Bevond hy zich vol moed.
 
Al stonden hem voor 't oog veel' duizend yz're koppen
 
In dicht gepakt verband,
 
Al wekte 't oorlogsros, met briesen, slaan, en kloppen,
 
Een' weêrgalm over 't land,
 
Al zag hy 't hol geschut met opgesperde kaaken
 
Staan gaapen en gereed,
 
Om yslyk bliksemvuur en donder uit te braaken,
 
Al trof de wapenkreet
 
Zyne ooren, daar hy zag de benden van weêrzyden
 
Aanhorten tegen een,
 
Wyl elk zich weerde op 't meest met schieten, kerven, snyden,
 
Wat vyand was, of scheen,
 
Al zag hy 't slagveld in een' beek van bloed veranderd,
 
En lyk op lyk gehoopt,
 
Noch bleef hy onvervaard, en volgde zynen standerd,
 
Van oorlogs eer genoopt.
 
Maar naauwlyks is 't geweer, zyn toeverlaat voorheenen,
 
Geklonken uit de hand,
 
Of al zyn eerste moed is te eenemaal verdweenen,
 
En 't hert van vrees vermand.
 
Die doet hem voor verlies van leên of leven duchten,
 
En, zonder stil te staan,
[pagina 60]
[p. 60]
 
Zo spoedig, als hy kan, vol angst en zorge vluchten,
 
Om dus 't gevaar te ontgaan.
 
ô Overwonnen held, hoe schildert gy voor de oogen
 
Het onderscheiden lot
 
Van die zich hier bevind met Gods genade omtoogen,
 
Of wyd vervreemd van God!
 
Ja, waarde zielen, die bedeeld zyt met dien zegen,
 
Dit goed vertrekt u meer,
 
En sterker wapentuig, dan ooit soldaat zyn degen,
 
En helm, en schild, en speer.
 
Op zulken toeverlaat kunt gy, met vast vertrouwen,
 
En zoete hertelust,
 
In allen draai en zwaai der woeste waereld bouwen,
 
Van angst noch vreeze ontrust.
 
Al blaakt de lucht van vuur, al kraakt de schorre donder,
 
Al bruist de wilde zee,
 
Al giert de felle wind afgryselyk hier onder,
 
Gy voelt geen hertewee.
 
Of bange hongersnood en diere tyden knellen,
 
Of 't oorlogsonweêr woed,
 
Of de alverstindb're pest veel' duizenden komt vellen,
 
Gy houd een' kloeken moed.
 
Schoon haat en nyd op u hun bitt're galle braaken,
 
En, ongerust van geest,
 
Op midd'len tot uw' schaade in boozen iver waaken,
 
Noch blyft gy onbevreeds.
 
Zo word gy billyk by een' jongen leeuw geleeken,
 
Terwyl uw' ziele staat,
 
Gelyk een rots in zee, waar op de goven breeken,
 
Op God uw' toeverlaat;
 
Terwyl ge op vasten grond zyn' hulp u moogt belooven,
 
Die of de rampen weert,
 
Of weet ze van hun kracht en angel te berooven,
[pagina 61]
[p. 61]
 
En 't kwaad in goed verkeert.
 
Maar ô rampzaligen, die, hier van uitgeslooten,
 
Het wapen van genaê
 
Ontbeeren, dat zo zoet Gods lieve gunstgenooten
 
In nooden komt te staâ!
 
Wat is hun deel? gestaâg in angst en schrik te leeven,
 
En op het minste blyk
 
Van dreigend ongeval te trillen en te beeven,
 
Door vrees byna een lyk.
 
Dan slaat een ruisend blad hun licht ontroerde zielen
 
Met naare ontsteltenis,
 
Als waare elk oogenblik de dood hen op de hielen,
 
En hun verderf gewis.
 
Zo zag men Kaïn, zo Herodes eng beneepen,
 
Zo Judas bang te moê,
 
Zo Nero en Tibeer gegeeseld door de zweepen
 
Van die benaauwde roê.
 
Van waar dit onderscheid? uit de onderscheiden' daaden,
 
Daar de eene aan 't goede kleeft,
 
En de andere, in 't gemoed verbasterd, op de paden
 
Der snoode zonden streeft.
 
Gods zegen volgt op 't wel, Gods haat op 't kwaalyk leeven.
 
Dit 's eigen aan zyn' aard.
 
Daar heeft hy 't aller tyd de blyken van gegeeven,
 
Dit in zyn woord verklaard.
 
Dat dan ons hert, door geen' gevallen af te trekken,
 
Staa in de Godsvrucht vast,
 
Op dat Gods liefde en gunst ons tot een wapen strekken
 
In allen nood en last;
 
Op dat Gods liefde en gunst met kracht de ziele styven,
 
Als 't al verdwynen moet,
 
En namaals, door zyn' macht het graf ontworsteld, blyven
 
Ons eeuwig deel en goed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken