Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend (1844)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend
Afbeelding van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleendToon afbeelding van titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.44 MB)

Scans (23.91 MB)

XML (1.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

verzameld werk
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

(1844)–J.P. Sprenger van Eijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina III]
[p. III]

Tweede Register. nalezing op de spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend.

  Bladz.
Alle grond is geen ankergrond 35
Als het in de kajuit regent, dan drupt het in de hut 38
[Als het] maar een halven wind wil zeilen 56
Blijf uit zijn kielwater, of gij raakt in zijn zog 39
Daar is wat aan te klouwen 40
Dat houdt geen steek 52
[Dat] is haverij gros 36
[Dat is] een steek onder water 51
[Dat is een steek] boven [water] 52

[pagina IV]
[p. IV]

Dat zal niet zonder haverij afloopen 36
De Admiraal heeft geschoten 20
[De] Bakens zijn verzet 26
[De] beurs is lens 42
Dat wil niet vlotten of drijven 54
Driemaal is scheepsregt 48
Dure schepen blijven aan wal 49
Geen baar (ook wel golf of zee) komt hem te hoog of te na 25
Goede ankergrond is de beste grond 35
Het is een bram of regte bram 32
[Het is een] ongemakkelijk zeeschip 55
[Het is een] regte dwarsdrijver 34
[Het is] zoo als het rijlt en zeilt 48
[Het] moet er onder of over 45
[Het] schip moet op de helling 49
[Het] zal zulk een vaart niet loopen 53
[Het] zeil scheurt 56
Houd uw roer regt 46
Hij begint wat aftetakelen 52
[Hij begint wat afte]houden 21
[Hij] bewimpelt het en - hij spreekt onbewimpeld 27
[Hij] doet af en aan 20
[Hij] drijft op zijn last 34
[Hij] heeft het land 42
[Hij heeft] klaar anker 25
[Hij heeft] het anker achter de kat gezet 22
[Hij heeft] zijn grond gepeild 45
[Hij heeft] op zijn baaitje gehad 25
[Hij heeft] te zwaar geballast 26
[Hij heeft] er den bras van 34
[Hij heeft] al den bras tegen [34]

[pagina V]
[p. V]

  Bladz.
Hij heeft hem gepraaid 45
[Hij heeft] goede inhouten 38
[Hij] is aan het ebben, of het ebt bij hem 35
[Hij is] van stuurboord naar bakboord gezonden 30
[Hij is] daar aangeland 19
[Hij is] ons eenig plechtanker 24
[Hij is] belabberd 27
[Hij is] van den koers of den koers kwijt 40
[Hij is] schipper te land 50
[Hij is] boven wind 55
[Hij is] den hoek om 36
[Hij] houdt het schip dragende 49
[Hij] kreeg een brander aan boord 33
[Hij] laat hem slippen 50
[Hij laat] zijn tij verloopen 53
[Hij] ligt voor anker, of het laatste anker 24
[Hij] maakt van zijn neus een anker 23
[Hij maakt] een slipper 51
[Hij] moet de fok uithouden 35
[Hij moet] zijn anker kappen 24
[Hij moet] mij zoo niet aan boord komen 30
[Hij] reedt mede aan dat schip 46
[Hij] tuigt af 21
[Hij] vaart, waar de groote mast vaart 42
[Hij] trekt aan een verkeerden bras 34
[Hij] voert bram boven bram 33
[Hij] voert een groot schip 49
[Hij] waait aan land 54
[Hij] zakt af 21
[Hij] zal de haven niet halen 36
[Hij] zeilt hem in het kielwater 39
[Hij zeilt] midden door 56

[pagina VI]
[p. VI]

  Bladz.
Hij zit op den uitkijk 53
Kom ik over de hond, dan kom ik ook over den staart 37
Maak geen haverij 36
Men kan niet altoos zijn koers bezeilen 29
Onder de roos 46
Oost, West, 't huis best 43
Schippers poozen niet, als zij onder zeil zijn 50
Vlaggen en geen schip 54
Vuur aan wal, altijd geen baken 26
Wat men bestevent, bezeilt men 27
[Wat] voert hij in zijn vlag? 54
Zijn anker houdt niet, hij zakt af 24
[Zijn] boventuig is in de war 32
[Zijn] kompas is verdraaid of van de pen 41


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken