Madrigalia

[p. 168]

XXXIX.

Quando da gli occhi del divin mio sole
Forgorando nel cor gl'accesi rai
A mill' a mille vid' uscirm' i rai,^*),
Anzi m'accorsi che, com' egli sole,
Amor vi era, ond'io con le parole
Mest' e sospir focosi all' hor gridai:
Hai crud' amor di me non hai pietade;
Haime, cosi chi te tien vuole.

Filippo di Monte, Musica divina 1595, fo. 8; a 4.

Toen ik uit de ogen van mijn goddelijke zon
De vurige stralen in mijn hart zag bliksemen,
Bij duizenden ...........................
Zag ik daarenboven, dat, zoals hij gewoon is,
Amor er verbleef, waarop ik met droeve woorden
En vurige zuchten terstond uitriep:
‘Ach, wrede Amor, met mij hebt ge geen medelijden’.
‘Wee mij, zo wil het die u in zijn macht heeft.’

*) Deze regel is mij niet duidelijk (corrupt?)

[p. 169]

Quando dagli occhi, fol. 8.

Als t'eender tijdt uyt mijn liefs Heeren ooghen /^1.
Biggelende / helaes! de traenen vloghen
Met heele sluysen / niet dan uyt meelijden³
Van die hy gaerne vande dood bevrijde:⁴
Waert dat sy wilden / sprack ick met goede reden /^5.
Droevig-suchtende 't verswijm van sulcken vrede.^6.
Ay eygen wil / ghy alleene kunt my bederven!^7.
O hime! God wil niet dat wy sterven.

1. vgl. Luc. 19; 41 evv.: Jezus weent over Jeruzalem
Als: toen
t'eender tijdt: op een zeker ogenblik

3 sluysen: stromen

4 Van: met
de dood: sc. der zonde

5. Waert dat sy wilden: wilden zij maar!
met goede reden: terecht

6. Droevig-suchtende: betreurende
't verswijm: het verlies door nalatigheid
sulcken vrede: zulk een toestand van ongestoord geluk

7. bederven: in het verderf storten