Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Friesche lusthof (1966-1967)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

Scans (27.88 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Editeurs

J.H. Brouwer

Marie Veldhuyzen



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Friesche lusthof

(1966-1967)–Jan Jansz. Starter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

[30] Trou-Dicht,

Ter eeren Ioncker Doco van Iongama, en Iuffrou Liskia van Eysinga.Ga naar voetnoot*

 
Aurora had noch nau haer Paerden in de wagenGa naar voetnoot1
 
Gespannen, om de nacht van 't blaeu gewulf te jagen,
 
Op dat de blonde Son, des Hemels hooghste glans,
 
Sijn Henxten alle vier moght brengen aenden dans,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Om soo den blyden dagh aen landen ende steden
 
t' Ontdecken, doen ick ben na buyten toe ghetreden,Ga naar voetnoot6
 
Na buyten, daer 't gesicht, om 't heugelijcke groen,Ga naar voetnoot7
 
En d' ooren, om 't gehoor der vog'len was te doen,Ga naar voetnoot8
 
Daer is het blinde wicht, vrou Venus dart'le jonghen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Eer ick daer eens om dacht, my om den hals gespronghen,Ga naar voetnoot10
 
[31] Vriend (sprack hy) wat hebt ghy nu weder inde kop?Ga naar voetnoot11
 
Com, kom, ghy moet met my voort na den Hemel op.Ga naar voetnoot12
 
Hy had het nau geseyd of hy is opghevloghen,
 
En droegh my met een swinck, uyt aller menschen ooghen,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Tot inden Hemel toe, den Hemel vanden Goon
 
Daer setten hy my ne'er, heel dicht by Venus throon,
 
Die rondom was beset met Iongmans en Iongh-vrouwen,
 
Die in den Echtenstaet haer noch begheven souwen,Ga naar voetnoot18
 
Ick sagh vast om end' om, beteuterd en bevreesd,Ga naar voetnoot19
[pagina 60]
[p. 60]
20[regelnummer]
Want in den Hemel had ick noyt voor heen geweest.Ga naar voetnoot20
 
Och! (docht ick) wat is dit? stracx komt hier een van allen,Ga naar voetnoot21
 
En schopt my hier van daen, o bloed! hoe sal ick vallen.Ga naar voetnoot22
 
Cupido sagh my aen, ick stond voor hallef dood,
 
Dies quam hy na mijn toe, en seyd', ‘ghy hebt gheen nood,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ghy syt onsichtbaer gansch, u lijf heb ick bestreken,
 
Dus luysterd neerstigh toe na al dat ick sal spreecken,Ga naar voetnoot26
 
Op dat ghy levendigh (wanneer ghy neder daeld)
 
Den menschen myne deughd en wetenschap verhaeld.
 
Sy schilderen my blind, wulps, dartel, onbescheyden,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Onwetend', en gheneyghd om yeder te verleyden.
 
Maer nu, nu sult ghy sien, eer ghy van hier weer gaet,
 
Dat alles wat ick doe in recht en re'en bestaet:Ga naar voetnoot32
 
Mits is hy na syn Moer eerbiedighlijck ghetreden,Ga naar voetnoot33
 
En sprack haer lieflijck aen met Goddelijcke reden,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Die ick eerst niet verstond, maer namaels heb geleerdGa naar voetnoot35
 
Daer van heeft hy verlof op 't heuschelijckst begeerd,Ga naar voetnoot36
 
[32] Doe keerden hy hem om na d'Ed'le iongelingen,Ga naar voetnoot37
 
Die besigh waren elck met sonderlinge dingen:Ga naar voetnoot38
 
Een eyscht hy van haer voort een wack're Iongeman,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Wiens naem ick rechtevoort niet wel bedencken kan,Ga naar voetnoot40
 
Maer 'k had hem (so my docht) gesien meer op der aerden,
 
Met dien begon het wicht dees reden aen te vaerden:Ga naar voetnoot42
 
O, Ed'le Iongeman, hoe komt; dat met de minGa naar voetnoot43
 
Tot heden noyt en was bekommerd uwe sin?Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Gedenckt ghy dan u ieughd, u aengenaemste iarenGa naar voetnoot45
 
Dan sonder alle vreuchd dus heen te laten varen?
 
Dat hoop ick nimmermeer, ick bid dat ghy u tydtGa naar voetnoot47
 
Dus sonder minnery, de hooghste lust, niet slyt.Ga naar voetnoot48
 
De vryerlycke staet, een vyand van de rusten,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
De born van Achterklap, d' onschaecker aller lusten,Ga naar voetnoot50
[pagina 61]
[p. 61]
 
Wat brengt die anders in, als nydt, verdriet en rou?Ga naar voetnoot51
 
Maer alle vreughden syn te soeken in een Vrou.
 
Waer-op de Iongman we'er, maer swarelyck te vinden,Ga naar voetnoot53
 
Daerom gedenck ick my niet aen een Vrou te binden,
55[regelnummer]
Ick klaegh nu nimmermeer, ick leef nu gansch gerust,Ga naar voetnoot55
 
Ick doe al wat ick wil, en wat my selven lust,
 
Maer, neem ick my een Vrou, so moet ick hare sinnen
 
Steets volgen, so ick wil, dat zy my sal beminnen,
 
Myn vryheyd is dan wegh, en hoe krygh ick die weer?
60[regelnummer]
Want wie een Vrouwe heeft, heeft in 't gemeen een Heer.Ga naar voetnoot60
 
En dat en diend my niet, een ongebonden levenGa naar voetnoot61
 
Sou ick niet om al 't goed des werelds willen geven,Ga naar voetnoot62
 
[33] Noyt isser grooter vreughd van d' Hemel afghedaeld.
 
Ach! (sey Cupido) vriend hoe veer syt ghy verdwaeld!Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
En hebt ghy dan noch noyt ghelesen van te voren
 
Dat vrouwen tot de troost der mannen zijn geboren?
 
Daerom heeft de Natuer, (die alle dingh bestierd)Ga naar voetnoot67
 
Haer met een wesen, dat aentreck'lijck is, vercierd.Ga naar voetnoot68
 
Een lieffelijcke vrou, verçierd met brave deughden,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Wat isset anders, als een schat-kist aller vreughden?
 
Hoe aengenaem! hoe schoon! hoe soet is haer gelaet!Ga naar voetnoot71
 
Waer in der mannen troost, gelijck gheschreven staet.
 
O die een brave vrou bekomt van d'Heer der Heeren,Ga naar voetnoot73
 
Voorwaer hy heeft een schat die niet is te waerdeeren.
75[regelnummer]
Het is syns levens vreughd, de haven van zijn rust,
 
De borne, de fonteyn, de woonplaets van zijn lust,Ga naar voetnoot76
 
Een koffer daer in hy al zijn verborghenthedenGa naar voetnoot77
 
Op 't alder veylighst mach betrouwen en besteden,Ga naar voetnoot78
 
Een sorghe voor syn huys, een trooster in syn druck,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Een voedsel van zijn lof, een stroom van syn geluck,Ga naar voetnoot80
 
Een soeten breydel, een versachster van zijn toren,Ga naar voetnoot81
 
Wanneer hy yemands haet heeft in zijn borst gesworen.
[pagina 62]
[p. 62]
 
Een troost, een hulp, een sorgh, in sieckte, smart, en nood.
 
Een trou Med-gesellin tot d'uyre van de dood.
85[regelnummer]
Wanneer hem eenigh ramp of onheyl komt bestryen,Ga naar voetnoot85
 
Sy weet hem vriendelijck te troosten in zijn lyen,
 
Al was hy noch soo droef, de loncken van zijn vrouGa naar voetnoot87
 
Die strijcken van zijn hart de nevels vande rou.
 
[34] Ick swygh noch vande vreughd, waer met sy onder 't laken
90[regelnummer]
Sijn droevigh herte kan verquicken en vermaken,Ga naar voetnoot90
 
Haer lodderlijck gegluer, haer lieffelijck ghewoelGa naar voetnoot91
 
Ontfonckten wel zijn borst al waer hy noch soo koel,
 
Zijn ad'ren en zijn bloed, doet sy van vreughde rysen,
 
Wie isser, die de re'en niet dwinghd een vrou te prysen?Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Maer dat noch 't meeste is, de kind'ren die sy teeld,Ga naar voetnoot95
 
Waer met ghy na u dood word weder afghebeeld,
 
De erven van u schat, die soetigheden souwenGa naar voetnoot97
 
Beweghen u alleen, een vrou daerom te trouwen.Ga naar voetnoot98
 
Wel Iongheman, hoe dus? hoe staet ghy nu soo stil?
100[regelnummer]
Veracht ghy wat ick prijs? hoe hebt ghy 't inde wil?Ga naar voetnoot100
 
Waerop de Ionghman weer: hoe soud'ick dat verachtenGa naar voetnoot101
 
Dat uwe Godheyd prijst! dat sal ick my wel wachten,
 
Maer dit 's de swarigheyd, waer vind ick soo een maeghd,Ga naar voetnoot103
 
Die dese deughden, die ghy noemd, in 't herte draeghd?
105[regelnummer]
Ick weet wel dat een vrou, die hare man in waerdenGa naar voetnoot105
 
En alder eeren houd, een pronck is vander aerden,Ga naar voetnoot106
 
Maer hoe bekom ick doch soo lieven licht voor mijn,Ga naar voetnoot107
 
Dewijl sy nu ter tijd soo slim te vinden syn?Ga naar voetnoot108
 
Waer op Cupido weer, wild daer geen sorg voor dragen,Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Ick sal u soecken een die u wel sal behagen,
 
Een spiegel vande deughd, een Lust-hof, daer een man
 
Met alderhande vreughd sich in vermaken kan,
 
Wiens schoonheyd van gelaet, wiens welgestelde leden,Ga naar voetnoot113
 
Wiens heuscheyd in 't gespreck en aenghename seden,Ga naar voetnoot114
[pagina 63]
[p. 63]
115[regelnummer]
[35] Wiens wijsheyd, aerdigheyd en treffelijck geslacht,Ga naar voetnoot115
 
Dc braefste van het land heeft tot haer min gebracht,Ga naar voetnoot116
 
Die d' een na d' ander vast al hebben slip ghevangenGa naar voetnoot117
 
En niemand mocht tot noch haer lieve min erlanghenGa naar voetnoot118
 
Dan ghy, soo ghy de strijd met moedigheyd aenvaerd,Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Ghy sult verwinner syn, want s'is voor u bewaerd.Ga naar voetnoot120
 
De Iongman danckten hem, en heeft hem voord gebedenGa naar voetnoot121
 
Dat hy in alder yl wou na de Iuffrou treden,
 
En syne min soo soet, soo schoon haer draghen voor,
 
Dat sy op syn versoeck hem geven mocht gehoor.
125[regelnummer]
Waer op Cupido, dat mooghd ghy my wel vertrouwen,Ga naar voetnoot125
 
Mids keerden 't wicht hem om nae d'edele Iuffrouwen,Ga naar voetnoot126
 
En saghse naerstigh aen, ten lesten riep hy een,Ga naar voetnoot127
 
Die d' overste van al den hoop te wesen scheen,Ga naar voetnoot128
 
Wiens voorhooft hoog en wit, wiens lodderlijcke oogen,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Wiens hayren kruyf en blond, vol Prinçelijck vermogen,Ga naar voetnoot130
 
Wiens wangen als een roos, wiens welgestelde kin,
 
De stuerste van de wer'ld sou dwingen tot de min.
 
Tot haer, sprack 't arge wicht, sult ghy u straffe sinnenGa naar voetnoot133
 
Niet van de soete min eens laten overwinnen?
135[regelnummer]
U jonge jeughd vergaet, en houdt u voor gewis
 
De tijd die eens verloopt, onwederroeplijck is,
 
O dese schoone le'en van d'Hemel u ghegeven!
 
Suld ghy die sonder lief verslyten al u leven?Ga naar voetnoot138
 
Dat waer gants teghen re'en, ghy syt versocht nochtansGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
Tot min vaeck, van de bloem der braefste Ionghemans,Ga naar voetnoot140
 
[36] O keerd u sinnen om, want dus in eenighedenGa naar voetnoot141
 
Mooght ghy u schoone tijd niet troosteloos besteden.Ga naar voetnoot142
 
Gins staet den Iongeman daer voor ghy syt bewaerd,Ga naar voetnoot143
 
Ick wenschte selver u met hem te sien ghepaerd,Ga naar voetnoot144
[pagina 64]
[p. 64]
145[regelnummer]
Ach! als ick overdenck wat treffelijcke gaven
 
In zyn deughdsame borst vergaerd zyn en begraven,Ga naar voetnoot146
 
So schrikt mijn Godheyt selfs, want ick had noyt gemeendGa naar voetnoot147
 
Soo veel deughds in een mensch alleen te zijn vereend,
 
Hoe aengenaem, hoe soet, hoe loflijck syn syn zeden,Ga naar voetnoot149
150[regelnummer]
Hoe statigh zijn gelaet, hoe treffelijck syn reden,Ga naar voetnoot150
 
Hoe heusch is syne mond, ick sweer u dat gewis,
 
Al wat men aen hem siet aenmerckens waerdigh is.Ga naar voetnoot152
 
Die heb ick tot u min gansch yverigh gheraden,Ga naar voetnoot153
 
Betoond hem doch u gonst, ten sal u nimmer schaden,Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
Hy is de goedheyd selfs, een onbequamen woordGa naar voetnoot155
 
Heeft niemand uyt zijn mond zijn leven langh gehoord,
 
Ghy sult in alle vreughd verslyten uwe daghen,
 
En van de nachten sult ghy u oock niet beklaghen.
 
Hoe staet ghy dus en dut? wat vreughde had een vrouw,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Als sy haer met gheen man in 't end vereenen sou?Ga naar voetnoot160
 
En beter man als hy, en soud' ick naulijcx meenen,Ga naar voetnoot161
 
Dat u den Hemel selfs op aerden kan verleenen.
 
Dus seght my 't jawoord toe, want of ghy u beraedt,Ga naar voetnoot163
 
Ick merck wel wat ghy wild alleen uyt u ghelaedt.Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Doe werd de maeghd beschaemd, en sy begon haer woorden
 
Maer wat: sy sprack soo sacht dat ick het naulijcx hoorden,
 
[39] Dan eynd'lijck liep het wicht weer na de Ionghman toe,Ga naar voetnoot167
 
En broght hem by de Maeghd, doe ging (so ick vermoe)Ga naar voetnoot168
 
Het vryen heftigh aen, dat merckt' ick aen haer zeden,Ga naar voetnoot169
170[regelnummer]
Hoewel ick niet een woord kon hooren van haer reden,Ga naar voetnoot170
 
Die sy oock nau te recht gevangen hadden aenGa naar voetnoot171
 
Of het vergulde rad begon sterck om te gaen,Ga naar voetnoot172
 
Dat boven Venus hoofd stond çierelijck te blincken,
 
Wat dat beduyden moght en kon ick niet bedincken,Ga naar voetnoot174
175[regelnummer]
Ten waer Cupido selfs my had ghewesen datGa naar voetnoot175
[pagina 65]
[p. 65]
 
De tyden stonden al geschreven in dat radt,Ga naar voetnoot176
 
Hoe langh elck minnaer was gedwongen om te vryen,
 
Eer hy yets in de gonst moght van zyn lief bedyen.Ga naar voetnoot178
 
Neemd (seyd hy) acht daer op, want als het radt staet stil,Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
Soo is het vryen uyt, de minnaer heeft zyn wil.Ga naar voetnoot180
 
Ick saght gestadigh aen, verwonderd van het wenden,Ga naar voetnoot181
 
En dacht, wanneer sal 't rad dit draeyen doch eens enden?Ga naar voetnoot182
 
Ten lesten stond het stil, doe gaf het lieve paer
 
Malcanderen de hand en 't hylijck dat was klaer.Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
Terstond begon 't Musyck den Hemel door te brallenGa naar voetnoot185
 
Soo soet, dat ick daer van ben inde slaep gevallen,Ga naar voetnoot186
 
En doen ick wacker wierd, doe sagh ick eens rondom,Ga naar voetnoot187
 
En ick bevond my op der aerden wederom,
 
Ick liep voort na de stad: daer wierd my voorghehouwenGa naar voetnoot189
190[regelnummer]
Dat Doco Iongema Lisck Eysinga sou trouwen.
 
Ick was daerom verheughd, en docht doe oock met ienGa naar voetnoot191
 
Dat is het selde paer dat ick t'hans heb ghesien,Ga naar voetnoot192
 
[38] O Bruydegom en Bruyd, van d'Hemel dus gesegend,
 
Ick wensch dat alle vreughd des werelds u bejegend.Ga naar voetnoot194
195[regelnummer]
Dat nijd, noch list, noch twist, dat weelde, vreughd, noch leyd,Ga naar voetnoot195
 
Soo langh ghy adem hebt u trouwe liefde scheyd,Ga naar voetnoot196
 
Ick wensch dat ghy te saem mooght leven Nestors jaren,
 
En sonder ongeval vergrysen uwe hayren,Ga naar voetnoot198
 
En u kinds kinderen volwassen in de deughd,Ga naar voetnoot199
200[regelnummer]
Met blydschap en met vreugd noch beyd aenschouwen meughd.
 
Nu Musa stil, houd op, de Bruygom sit te loeren,Ga naar voetnoot201
 
Wanneermen eens de Bruyd sal naer het bedde voeren.Ga naar voetnoot202
 
Op dat hy, na beloft van Venus kleyne soon,
 
Voor zijn getrouwe min genieten mach de loon.Ga naar voetnoot204
205[regelnummer]
Nu ruymt een weynich op ghy edele Iuffrouwen,Ga naar voetnoot205
 
Wild tegen haren wil de Bruyd niet langer houwen:
[pagina 66]
[p. 66]
 
Maer geeft haer eenen soen, en gaet daer dan mee voord,Ga naar voetnoot207
 
En neemtse hier van daen, en brenghtse daerse hoord,
 
Na 't aengename bed dat ghy hebt doen bereyden
210[regelnummer]
Met lovers en met kruyd', ter eeren van haer beyden,
 
Het ende van haer smart, 't beginsel van haer vreughdGa naar voetnoot211
 
En schickt dat ghy haer op die wijs haest volgen meughd.Ga naar voetnoot212
voetnoot*
Doeke van Jongema, grietman van Franekeradeel († 25 dec. 1638) trouwde 1618 (3 proclamaties te Leeuwarden 12, 19 en 26 juli) met Lucia (Lisck) van Eysinga, geb. 1598, dochter van Juw, luitenant kolonel.
voetnoot1
nau: nauwelijks; in: voor.
voetnoot4
mocht: zou kunnen.
voetnoot6
ontdecken: openbaren, blootleggen; doen: toen, of; na: naar.
voetnoot7
daer 't: waar het het.
voetnoot8
om 't gehoor: om het horen.
voetnoot9
daer: toen; wicht: schepsel.
voetnoot10
eens: ook maar; om dacht: aan dacht, op verdacht was.
voetnoot11
hebt ghy ... inde kop: zijt gij van plan.
voetnoot12
voort: dadelijk.
voetnoot14
swinck: zwaai.
voetnoot18
haer: zich.
voetnoot19
vast: al maar; om end' om: in het rond.
voetnoot20
had: was.
voetnoot21
stracx: aanstonds.
voetnoot22
o bloed: o (Gods) bloed.
voetnoot24
dies: daarom.
voetnoot26
neerstigh: naarstig, ijverig; al: alles.
voetnoot29
wulps: minziek; onbescheyden: ondeskundig.
voetnoot32
in recht en re'en: in zedelijkheid en redelijkheid.
voetnoot33
mits: inmiddels.
voetnoot34
lieflijck: vriendelijk; reden: woorden.
voetnoot35
namaels: naderhand.
voetnoot36
verzocht haar op allerinnemendste wijze om toestemming.
voetnoot37
hem: zich.
voetnoot38
sonderlinge: bijzondere.
voetnoot39
één van hen roept hij naar voren.
voetnoot40
rechtevoort: aanstonds, zo dadelijk.
voetnoot42
met dien: dadelijk; aen te vaerden: aan te vangen.
voetnoot43
komt: komt het.
voetnoot44
dat gij u tot nu toe niet hebt bekommerd om, ingelaten met.
voetnoot45
gedenckt ghy: denkt gij, zijt gij van plan.
voetnoot47
nimmermeer: nooit, stellig niet.
voetnoot48
dus: zo.
voetnoot49
staet: toestand; rusten: rust.
voetnoot50
born: bron; achterklap: lasterpraat; onschaecker: berover.
voetnoot51
nydt: afgunst.
voetnoot53
swarelyck: bezwaarlijk, moeilijk.
voetnoot55
gerust: rustig.
voetnoot60
in 't gemeen: gewoonlijk, in den regel.
voetnoot61
en dat en diend my niet: dat past mij niet, daar heb ik geen zin in; ongebonden: vrij.
voetnoot62
geven: prijsgeven.
voetnoot64
veer: ver.
voetnoot67
bestierd: bestuurt, regelt.
voetnoot68
wesen: uiterlijk; vercierd met: voorzien van.
voetnoot69
brave deughden: edele eigenschappen.
voetnoot71
soet: liefelijk; gelaet: wijze van doen of gezicht.
voetnoot73
brave: flinke.
voetnoot76
borne: bron; fonteyn: bron; de woonplaets van zijn lust: zijn genoegen berust helemaal in haar.
voetnoot77
verborghentheden: geheimen.
voetnoot78
mach: kan; betrouwen: toevertrouwen; besteden: kwijt kunnen.
voetnoot79
druck: verdriet.
voetnoot80
een voedsel van zijn lof: waardoor zijn lof gevoed, gesterkt wordt.
voetnoot81
soeten: aangename; toren: toorn, boosheid.
voetnoot85
komt bestryen: overvalt.
voetnoot87
loncken: liefdevolle blikken.
voetnoot90
verquicken: opmonteren, verheugen; vermaken: behagen.
voetnoot91
lodderlijck: liefelijk.
voetnoot94
re'en: billijkheid, wijsheid.
voetnoot95
dat: wat.
voetnoot97
soetigheden: liefelijke wezens.
voetnoot98
alleen: alleen al.
voetnoot100
hoe hebt ghy 't inde wil: wat zijt gij van plan.
voetnoot101
dat: datgene; dat sal ick my wel wachten: daar zal ik mij wel voor wachten.
voetnoot103
swarigheyd: moeilijkheid.
voetnoot105
waerden: waarde; in waerden houd: waardeert naar behoren.
voetnoot106
alder: alle, grote; aerden: aarde.
voetnoot107
doch: toch.
voetnoot108
slim: moeilijk.
voetnoot109
sorg voor dragen: u bezorgd over maken.
voetnoot113
wiens: wier; welgestelde: welgevormde.
voetnoot114
seden: manieren.
voetnoot115
aerdigheyd: bevalligheid; treffelijck: voortreffelijk.
voetnoot116
braefste: edelste; heeft tot haer min gebracht: er toe heeft gebracht haar lief te hebben.
voetnoot117
vast: aldoor, geheel en al; slip ghevangen: bot gevangen.
voetnoot118
tot noch: tot nu toe; erlanghen: verwerven.
voetnoot119
dan: maar; moedigheyd: moed.
voetnoot120
verwinner: overwinnaar.
voetnoot121
gebeden: verzocht.
voetnoot125
dat mooghd ghy my wel vertrouwen: dat kunt ge mij wel toevertrouwen, laat dat maar aan mij over.
voetnoot126
mids: inmiddels; hem: zich.
voetnoot127
naerstigh: aanhoudend.
voetnoot128
al den hoop: de gehele groep.
voetnoot129
wit: blank.
voetnoot130
kruyf: gekruld; prinçelijck: vorstelijk; vermogen: macht.
voetnoot133
arge: boosaardige; straffe sinnen: harde, onvermurwbare geest.
voetnoot138
lief: geliefde, minnaar.
voetnoot139
teghen re'en: onredelijk; versocht: uitgenodigd.
voetnoot140
van: door; braefste: flinkste.
voetnoot141
keerd u sinnen om: verander uw gezindheid; eenigheden: alleen zijn.
voetnoot142
troosteloos: zonder liefde; besteden: doorbrengen.
voetnoot143
daer voor: voor wie.
voetnoot144
selver: zelf.
voetnoot146
begraven: verborgen.
voetnoot147
gemeend: gedacht.
voetnoot149
soet: bevallig, behagelijk; loflijck: voortreffelijk.
voetnoot150
statigh: kalm, bedaard; ghelaet: voorkomen, manieren; reden: woorden, wijze van spreken.
voetnoot152
aenmerckens waerdigh: de moeite van het opmerken waard.
voetnoot153
u min: liefde voor u.
voetnoot154
doch: toch; gonst: genegenheid.
voetnoot155
selfs: zelf; onbequamen: ongepast.
voetnoot159
hoe staet ghy dus en dut: waarom staat ge zo te suffen.
voetnoot160
vereenen: verenigen.
voetnoot161
en: wel; en soud': zou.
voetnoot163
of: of ... ook al.
voetnoot164
alleen: alleen al; uyt: aan; ghelaedt: manier van doen.
voetnoot167
dan: maar.
voetnoot168
ging aen: begon.
voetnoot169
vryen: aanzoek doen; zeden: manieren.
voetnoot170
reden: woorden.
voetnoot171
te recht: goed; gevangen hadden aen: hadden aangevangen.
voetnoot172
sterck: krachtig; om te gaen: rond te draaien.
voetnoot174
en kon: kon.
voetnoot175
ten waer: als niet.
voetnoot176
al: alle(maal).
voetnoot178
in: wat betreft; bedyen: verwerven.
voetnoot179
neemt acht daer op: let daar (eens) op.
voetnoot180
heeft zyn wil: heeft verkregen wat hij verlangt.
voetnoot181
gestadigh: al maar; van: over.
voetnoot182
enden: beëindigen, staken.
voetnoot184
hylijck: huwelijk, verloving.
voetnoot185
brallen: weerklinken.
voetnoot186
soet: aangenaam.
voetnoot187
rondom: rond.
voetnoot189
voort: terstond; voorghehouwen: medegedeeld.
voetnoot191
daerom: daarover; met ien: te zelfder tijd.
voetnoot192
t'hans: zo-even.
voetnoot194
bejegend: overkomt, ten deel valt.
voetnoot195
nijd: afgunst; leyd: leed.
voetnoot196
u: uw.
voetnoot198
vergrysen: grijs zien worden.
voetnoot199
in: wat betreft.
voetnoot201
loeren: gluren, uit te kijken.
voetnoot202
eens: nu eens.
voetnoot204
de: het.
voetnoot205
ruymt ... op: ga weg.
voetnoot207
daer mee: dan; voord: weg.
voetnoot211
beginsel: begin.
voetnoot212
schickt: schik het, zorg er voor; haest: weldra; meughd: kunt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken