Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter[p. 149] | |
[94] [Als u 't geluck toe lacht]Stemme: Lief-locksters vande Min, &c. Fol. 73.
1.
Als u 't geluck toe lacht,
En ghy niet hoeft te klagen,
Dan word ghy hoogh geacht
Van Vrienden, en van Maghen,4
5
Maer so dat rad eens wend,5
En d'Hemel u verlienden6
Het alderminst elend,
Adieu dan hulp van Vrienden.
2.
S'aensien u met de neck,9
10
En om-gekeerde oogen,10
Wie heeft met u gebreck11
Dan eenigh mededoghen?
Niemand, elck vriend is vreemd,13
So haest men maer word siende,14
15
Dat rou u vreughd beneemd,
Adieu dan hulp van Vrienden.
3.
Van die u roem, u eer,
U deughd, u wetenschappen,
Verhieven eerst so seer,
20
Tot lofs verheven trappen20
| |
[p. 150] | |
Word ghy so af gemaeld21
Dat het nau slimmer diende,22
Ach! als u voorspoed faeld,
Adieu dan hulp van Vrienden.
4.
25
Men vind dan naulijcks een,
Dus is des noods bedroeven26
Alleenigh de toetsteen,27
Om Vrienden op te proeven,28
Dan sietmen door die bril
30
Hoe sy haer vriendschap mienden30
Ach! als 't geluck niet wil,31
Adieu dan hulp van Vrienden.
5.
Dus yeder stel sijn staet,33
Sijn handel en sijn leven,34
35
Dat hy na Vrienden baet35
Geensins behoeft te geven,36
Elck help sich so hy mach,37
Dat 's beter op het thiende:38
Want komt ghy met beklagh,
40
Adieu dan hulp van Vrienden.
|
|