Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven (2 delen) (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven (2 delen)
Afbeelding van Brieven (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Brieven (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.83 MB)

Scans (263.47 MB)

ebook (5.09 MB)

XML (1.32 MB)

tekstbestand






Editeur

G.E. Opstelten



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven (2 delen)

(1916)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 226]
[p. 226]

Aan Os. O.G. HeldringGa naar voetnoot1).

306. Wildenborch den 12 Decbr. 1834:

Staring heeft op het oogenblik niets voor den Gelderschen Volks-almanak. Hij kent Heldring als een ijverig predikant ‘een beroep dat ik beschouw als in gelijke maat eerbiedwaardig en moeijelijk! en 't welk, met den stand van echtgenoot en vader vereenigd alles tesamen vat, wat den mensch aan de hoogste pligten bindt - maar hem dàn ook met de genieting van het grootste geluk, hier beneden mogelijk, lonen kan. Onder dit grootste geluk betrek ik mede rust dat is: vrede der ziel - stil genieten van het goede ons in onzen huiselijken kring aangeboden. Wordt dan dit genot door wat Poëzie gekruid, het is er niet te minder om’.....

307. Wildenborch den 18 Julij 1837:

.....‘De Heer van der AaGa naar voetnoot2) heeft het te vrij gemaakt met te zeggen “dat ik de Almanakken moede was”. Dat ik niets meer voor de Jaarboekjes in mijn lessenaar heb is zeker, en dat ik bij mijne klimmende jaren en velerlei werkzaamheid van anderen aard allengs heb afgezien van dien literarischen arbeid, waarin ik vroeger mijn grootste genoegen vond - zulks kan ik mede niet loochenen. Misschien vinde ik mij evenwel door aanteekeningen in vroeger jaren gemaakt in staat ter vulling van eenige weinige bladzijden van den Grelderschen Volksalmanak met een klein opstel het Huis alhier betreffendeGa naar voetnoot3) doch ik zou voor de toezending tijd tot het eind van Augustus moeten verzoeken’.

Het Plaatje zal moeten genomen worden van een kaart uit het midden der zeventiende eeuw, toen het kasteel reeds lang ontmanteld was.

‘Ontvang ik nu geen Brief van UWEwZg. ten antwoord op dezen zoo maak ik werk van een klein opstel eenvoudig en zuiver historisch - want meer zal hetzelve niet kunnen zijn’.

308. [Decbr. 1837]:

Staring dankt voor den Almanak. Op verzoek van Heldring heeft hij berichten in de buurt ingewonnenGa naar voetnoot4) over het drankmisbruik; het verergert in geen geval.

[pagina 227]
[p. 227]

‘In't algemeen mag men van onze streek getuigen, dat (Gods goedheid zij gedankt!) de toenemende welvaart met verbeterde zeden hand in hand gaat’. TeVorden wordt op school den bijbel niet gelezen, ook wegens de vele Roomsche kinderen. ‘Eens in de week wordt er onderwijs in 't zingen gegeven, vooral met oogmerk om het Kerkgezang allengs te verbeterenGa naar voetnoot1), maar men gebruikt dan, in plaats van de Evangelische eenige gezangen door de Maatschappij tot Nut van 't Algem. uitgegeven, die dan de Roomschen mède kunnen zingen’.

Hij hoopt dat Heldring met zijn boekje over de Jeneverpest (‘een vertaling van den wakkeren Zschokke’) succes zal hebbenGa naar voetnoot2)..... ‘Velen zijn helaas bij de Armee jeneverdrinkers geworden en menig officier gaf den soldaat een slecht voorbeeld!’.....

309. Wildenb. den 3 Jan. 1839:

Staring dankt voor den Almanak:..... ‘De Muziek van Wilms is vrij wat meer waard dan mijn tekstGa naar voetnoot3) en bevalt hier uitnemend.

Een vriend deed mij het jaartal onder mijn Geldersch Lied opmerken. Ik zag nù in dat de vriendschap van den Heer Heldring dit nu 50 jaren heugende stukje voorbedachtelijk had uitgekozen’.....

Als er geen overvloedige en geschikter bijdragen zijn, heeft St. een klein opstelGa naar voetnoot4), van een zuiver antiquarischen inhoud. Hij hoopt dat de VolksbodeGa naar voetnoot5) het goede doel zal dienen.

310. Wildenb. 4 Jan. 1840:

.....‘Over het wenschelijke dat de spelen der Kinderen zoodanig mogten zijn ingerigt, dat dezelve het jeugdig ligchaam sterkten, kunstvaardigheid ontwikkelden en geheugen en oordeel scherpten ben ik het volkomen eens met UWEw.Ga naar voetnoot6). Waren de Kinderen met goede spelen bekend, zo konden ook hier waar de verspreiding der woningen over het platte land zelden toelaat dat de Kinderen met elkander spelen, de ruimte bij de schoolhuizen na het afloopen van de Leeruren nog altoos zelfs voor de Boerenkinderen gelegenheid aanbieden om zich met passend spel te vermaken.....

[pagina 228]
[p. 228]

.....Het balslaan heb ik dikwijls in Holland gezien, hier zag ik het nooit, maar men kent er het zoogenaamde Klootschieten waarvan de beschrijving in de Statistiek van GelderlandGa naar voetnoot1) van mij afkomstig is’.....

voetnoot1)
Bekend predikant te Hemmen, alcoholbestrijder. (1804-76). Redacteur van den Gelderschen Volks-almanak, in 1835 verschenen; in 1849 kreeg Nijhoff de leiding (Bouwstoffen I, blz. 59-60). Er zijn 6 brieven van hem bewaard.

voetnoot2)
Robidé v.d. Aa.
voetnoot3)
Het Huis Wildenborch. Geld. Volks-almanak (1838).

voetnoot4)
Een brief daartoe is in klad bewaard.
voetnoot1)
Lievelingsdenkbeeld van Staring. (Zie brief 366.)
voetnoot2)
Denk ook aan ‘De Familie Stastok’, waarin een toespeling voorkomt op het geschriftje: ‘Jenever erger dan de Cholera’ van Heldring.

voetnoot3)
Een geldersch Lied (muzijk van J.W. Wilms): Geld. Almanak 1839, blz. 18.
voetnoot4)
Het Huis te Vorden en ten Voorde, in manuscript in het familiearchief bewaard.
voetnoot5)
Zie blz. 184.

voetnoot6)
Opstel hierover v. Heldring in den Geld. Almanak (1840).
voetnoot1)
Statistieke Beschrijving van Gelderland, uitgege door de Commissie v. Landbouw in dat gewest (1826) blz. 547. Zie ook Schrijnen: Ned. Volkskunde I blz. 153-54.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan Ottho Gerhard Heldring

  • brief van A.C.W. Staring

  • brief aan Ottho Gerhard Heldring

  • brief van A.C.W. Staring

  • brief aan Ottho Gerhard Heldring

  • brief van A.C.W. Staring

  • brief aan Ottho Gerhard Heldring

  • brief van A.C.W. Staring

  • brief aan Ottho Gerhard Heldring

  • brief van A.C.W. Staring


datums

  • 12 december 1834

  • 18 juli 1837

  • december 1837

  • 3 januari 1839

  • 4 januari 1840