Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruisend valt het graan (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruisend valt het graan
Afbeelding van Ruisend valt het graanToon afbeelding van titelpagina van Ruisend valt het graan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (2.86 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Editeur

Hanna Stouten



Genre

proza
poëzie

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruisend valt het graan

(1995)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Odins Hela-vaart
Oudnoorse poëzie, vrij vertaaldaant.

 
Odin verhief zich -
 
de Koning der mensen!
 
Hij besteeg zijn ros
[pagina 73]
[p. 73]
 
en reed naar beneden,
5[regelnummer]
naar Hela's burcht.
 
En Hela's wachter,
 
de hond sprong hem tegen.
 
Zijn borst was bebloed,
 
en hij sperde de muil op
10[regelnummer]
en baste hem aan.
 
Afzichtig van zwadder
 
was zijn gebit.
 
 
 
En Odin verwijlt niet.
 
En de aarde siddert!
15[regelnummer]
Daar stijgt voor zijn ogen
 
de burchttin van Hela.
 
En hij wendt zich ten opgang
 
naar Hela's poort,
 
waar diep begraven
20[regelnummer]
de zienster ligt.
 
 
 
En tovergezang
 
dat doden kan wekken
 
begint hij te zingen,
 
naar 't noorden gekeerd.
25[regelnummer]
En met runen bezweert hij
 
de grafbewoonster
 
tot zij toornend rijst
 
en antwoord murmelt:
 
 
 
‘Wie is de man
30[regelnummer]
die mijn rust kwam storen!
 
Ik ken hem niet.
 
Ik lag zo lang
 
onder ijs bedolven -
[pagina 74]
[p. 74]
 
van vlietende regen -
35[regelnummer]
van dauw besproeid.’
 
 
 
‘Een zwerver ben ik
 
eens krijgsmans zoon.
 
Ik kom en meld u
 
wat daarboven geschiedt;
40[regelnummer]
meld gij mij de dingen
 
van Hela's rijk.
 
 
 
Voor wie staat die zetel
 
van goud bereid?
 
Op wie toeft ginder
45[regelnummer]
dat gouden bed?’
 
 
 
‘Met een schild bedekt
 
wacht hier op Balder
 
de honigdrank.
 
Haast zullen om Balder
50[regelnummer]
de Goden treuren.
 
Gedwongen sprak ik
 
en eis weer rust.’
 
 
 
‘Ik weiger u rust!
 
Ik vraag nog meerder
55[regelnummer]
en hou niet op
 
tot ik alles weet:
 
wie is 't die Balder
 
van 't licht berooft?
 
 
 
't Is Hoder! - Hij is 't
60[regelnummer]
wiens hand zijn broeder
 
de dood doet smaken!
 
die 't licht zal ontroven
[pagina 75]
[p. 75]
 
aan Odins telg.
 
Gedwongen sprak ik
65[regelnummer]
en eis weer rust.’
 
 
 
‘Ik weiger u rust!
 
En vraag nog meerder
 
en hou niet op
 
tot ik alles weet:
70[regelnummer]
zeg, wie zal Hoder
 
zijn daad vergelden,
 
en Balders moorder
 
in 't graf doen storten?’
 
 
 
‘In 't west zal Odin
75[regelnummer]
een zoon uit de schoot
 
van Rinda gewinnen
 
die, pas geboren,
 
de wapens zal grijpen;
 
zijn hand niet zal wassen -
80[regelnummer]
zijn lokken niet schelen
 
tot hij Balders moorder
 
in 't graf doet storten.
 
Gedwongen sprak ik,
 
en eis weer rust.’
 
 
85[regelnummer]
‘Ik weiger u rust!
 
Ik vraag nog meerder
 
en hou niet op
 
tot ik alles weet:
 
wat maagden zijn 't
90[regelnummer]
die wenend haar sluiers
 
ten hemel zwaaien?
 
Dit vraag ik u nog
 
eer gij rust erlangt.’
[pagina 76]
[p. 76]
 
‘O gij - geen zwerver,
95[regelnummer]
zo 'k dwalend vertrouwde! -
 
gij zijt Odin zelf,
 
de koning der mensen!’
 
 
 
‘En gij! - geen maagd
 
die de toekomst ontraadselt -
100[regelnummer]
geen jonkvrouw zijt ge!
 
Drie reuzen hebt gij
 
als moeder gezoogd.’
 
 
 
‘Vlie, Odin! vlie heen! -
 
Beroem u in Asgard
105[regelnummer]
dat gij verkreegt
 
wat hier geen vrager
 
na u erlangt,
 
tot Lokes woede
 
zijn banden breekt
110[regelnummer]
en de Goden vallen! -
 
tot de wereld vergaat
 
en de nacht begint.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken