Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monumenten in Nederland. Utrecht (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monumenten in Nederland. Utrecht
Afbeelding van Monumenten in Nederland. UtrechtToon afbeelding van titelpagina van Monumenten in Nederland. Utrecht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.47 MB)

Scans (94.94 MB)

ebook (33.50 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monumenten in Nederland. Utrecht

(1996)–Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Ronald Rommes, Ronald Stenvert, Margreet Tholens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Ten geleide

Monumenten in Nederland is een naslagwerk dat voor vele doeleinden benut kan worden en waarin gegevens over de waardevolle objecten en structuren in de provincie Utrecht te vinden zijn. Het is géén reisgids: al zijn voor een aantal steden wel plattegronden van de binnenstad opgenomen, het bevat geen routebeschrijvingen of wandelingen. Eerst en vooral geeft het op beknopte wijze feitelijke informatie over gebouwen. Bij de belangrijkere objecten en structuren schetst het ook kernachtig hun ontwikkeling, alles getoetst aan de recente stand van wetenschap. De beschrijving van wat er te zien is, blijft daarbij tot het uiterste beperkt, maar wel wordt waar mogelijk getracht ontwikkelingen te verklaren. De inleidingen aan het begin van het boek plaatsen de algemene ontwikkelingen in een groter verband en benadrukken de architectonische karakteristiek van de provincie Utrecht. Waar mogelijk en nodig leggen deze hoofdstukken relaties met de algemeen-historische, sociaal-economische, historisch-geografische en stedebouwkundige ontwikkelingen. Na een historische schets, een inleiding over stijl en verschijningsvorm en een inleiding over materiaal en constructie, behandelt de laatste inleiding de eigenheid van de vier regio's die samen de provincie Utrecht vormen. In dat hoofdstuk is er veel aandacht voor de historisch-geografische ontwikkeling en de bebouwingskarakteristiek.

De beschrijving van alle historische kernen op alfabetische volgorde beslaat het grootste deel van dit boek. Bepalend zijn daarbij niet gemeenten zoals ze nu zijn ingedeeld, maar de in de loop der tijd gegroeide bebouwingsconcentraties: de afzonderlijke steden en dorpen. In de praktijk is een onderscheid gemaakt in hoofdkernen, kernen en omgevingskernen. Hoofdkernen zijn de kernen die tevens hun naam geven aan de gemeente. Wanneer een kern niet de hoofdkern is van de gemeente, volgt er een verwijzing naar de gemeente waartoe de kern behoort, bijvoorbeeld: ‘Benschop (gemeente Lopik)’. Omgevingskernen zijn nederzettingen die wel genoemd moeten worden, maar waarvan de informatie over de bebouwing zo beperkt is dat ze onder een grotere kern vermeld zijn; zo staat Papekop bij Oudewater vermeld. De op het platteland gesitueerde gebouwen als poldermolens en boerderijen zijn in de regel beschreven onder de dichtstbijzijnde kern. Hiernaast is een overzichtskaart opgenomen van de besproken gemeenten en kernen, een kaart die ook de indeling in regio's toont.

In de loop der tijd aan elkaar gegroeide kernen zijn in de regel onder hun huidige plaatsnaam te vinden, bijvoorbeeld Driebergen en Rijsenburg onder Driebergen-Rijsenburg, Eemnes-Buiten en Eemnes-Binnen onder Eemnes en Oud-Loosdrecht en Nieuw-Loosdrecht onder Loosdrecht. Jutphaas en Vreeswijk, beide thans deel uitmakend van de plaats Nieuwegein, zijn ook als één geheel behandeld, zij het dan dat bij het adres vermeld staat in welke oorspronkelijke kern het object ligt. Elke kern krijgt een eigen inleiding die de voornaamste historische feiten vermeldt. Ook wordt kort de ontwikkeling van de thans zichtbare structuur aangegeven, maar de omvang van het boek liet echter geen uitputtende historische stedebouwkundige analyse toe. Van de meeste historische steden is een plattegrond opgenomen, met daarin aangegeven de belangrijkste objecten. De bijbehorende nummers worden in het bijschrift verklaard, met verwijzing naar de pagina van de beschrijving. Deze nummers staan ook vermeld bij de beschrijving zelf.

Bij de beschrijvingsvolgorde per kern wordt uitgegaan van het centrum van de kern en wordt begonnen met het belangrijkste gebouw. Doorgaans gaat het om de kerk of kerken, maar soms is het een kasteel of slot. De afzonderlijke objecten en structuren worden als het ware in ‘schillen’ vanuit de dorpskern besproken, waarbij drie hoofdregels zijn aangehouden: van publiek naar particulier, van oud naar jong en van binnen naar buiten. De volgorde wijkt in details af van de strikte indeling gehanteerd bij de Geïllustreerde beschrijving van de Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst.

Per kern komen in principe alle waardevolle objecten en structuren aan de orde, maar de keuze die daarbij noodgedwongen is gemaakt, zal niet iedereen altijd op details delen. De uiteindelijke selectie is dan ook die van de auteurs, waarbij de informatiewaarde en het belang als karakteristiek element voorop stond. Objecten zijn opgenomen omdat ze een bepaalde ontwikkeling kenmerken

[pagina 9]
[p. 9]



illustratie

of een goed voorbeeld van een bepaald verschijnsel zijn. In andere gevallen valt de keus juist op de uitzondering, als zeldzaamheid een object vermeldenswaardig maakte. Criteria die ook een beslissende rol spelen, zijn de gaafheid, de historische betekenis, de architectonische kwaliteit of het bouwhistorisch belang. Een onverbiddelijke tijdgrens is niet gesteld, maar deze ligt over het algemeen bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Ten aanzien van de modernste architectuur is terughoudendheid betracht.

De teksten zijn grotendeels gebaseerd op de bestaande recente literatuur en op gegevens voorhanden bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Met vrucht kon gebruik worden gemaakt van de uit 1987 stammende basistekst van drs. Margreet Tholens, Bronnenonderzoek lag niet in de onderzoeksopdracht besloten, maar wel zijn op grond van eigen waarnemingen ter plekke waar nodig verbeteringen of aanvullingen op de bestaande literatuur aangebracht. In de tekst over de bouwwerken ligt de nadruk op de weergave van de feitelijke gegevens en komen aan de orde: adres, functie, eventuele functiewijzigingen, ontwerp- en bouwdata, namen van opdrachtgevers en architecten, ontwerpers en/of uitvoerende kunstenaars. Daarnaast wordt ingegaan op de bouwgeschiedenis, de bepalende architectuur-historische elementen, de toegepaste materialen en waar mogelijk de constructie. Interieur en inventaris van de objecten in de provincie verdienen een eigen studie. Hier zijn er slechts gegevens

[pagina 10]
[p. 10]

over opgenomen wanneer ze van uitzonderlijk belang zijn. Dat geldt vooral voor niet-openbare gebouwen; bij de kerken kon er, zij het beperkt, wat meer aandacht aan worden geschonken.

Musea zijn alleen opgenomen indien zij als gebouw vermelding verdienen, maar aan hun collecties is in dit boek geen aandacht besteed. Bij de spelling is, zo mogelijk, gebruik gemaakt van de uit 1995 daterende Woordenlijst Nederlandse taal (het nieuwe ‘Groene boekje’). Restauraties en verbouwingen aan de objecten zijn in principe alleen vermeld, als zij belangrijke wijzigingen met zich meebrachten. Bij het dagelijks beheer van de gebouwde omgeving vallen helaas en meer dan ons lief is, nog steeds slachtoffers. Daarom zijn in dit boek die objecten en structuren opgenomen die, ook als ze bedreigd worden, op het moment van het afsluiten van het manuscript nog aanwezig zijn.

De afbeeldingen vormen een belangrijk onderdeel van het boek. De keuze daarvan beoogt een zo goed mogelijke, representatieve selectie van de objecten en structuren in de provincie te geven. Daarbij kwamen in aanmerking hun ouderdom, hun verspreiding over de provincie en de verdeling over de verschillende soorten objecten. Gezien de hoeveelheid van de besproken objecten is het onmogelijk om van elk object een afzonderlijke afbeelding op te nemen. Wel weerspiegelen de foto's zo goed mogelijk het karakter van de desbetreffende kern. Het is een uitgangspunt bij de keuze om gebruik te maken van recente foto's, die ten hoogste 25 jaar oud mogen zijn. Dit leidde ertoe dat de meeste foto's speciaal voor dit boek zijn genomen. Slechts in de inleidingen is gebruik gemaakt van meer historische afbeeldingen. Daarnaast is bij een aantal belangrijke kerken, kastelen en buitenplaatsen een plattegrond opgenomen.

Achter in het boek staat een beknopte literatuurlijst met de voor de provincie belangrijkste overzichtswerken. Daarnaast zijn er een verklarende woordenlijst, een topografisch register en een index op (kunstenaars)namen toegevoegd.

Voor hun hulp bij de totstandkoming van dit boek danken wij als auteurs onze opdrachtgever de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, zijn directie, de leden van de projectgroep, de afdeling cultuurwaardenonderzoek en de fotografen van deze dienst, alsmede de medewerkers van de bibliotheek en van het foto- en tekeningenarchief aldaar en tenslotte de uitgever. Speciale dank gaat uit naar Eric Strijbos, Angelique Bakker, Marieke Knuijt en Jeroen van Meerwijk voor hun hulp bij het afwerken van het manuscript.

 

Utrecht, mei 1996

 

Chris Kolman

Ben Olde Meierink

Ronald Stenvert


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken