Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Monumenten in Nederland. Noord-Brabant

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28,60 MB)

Scans (79,32 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Monumenten in Nederland. Noord-Brabant

(1997)–Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs, Ronald Stenvert

Vorige Volgende

Halsteren
(gemeente Bergen op Zoom)

Dorp ontstaan op de grens van zand en kleigrond. In 1253 wordt Halsteren voor het eerst als parochie vermeld. De enigszins kronkelende Dorpsstraat vormt de centrale as van het oude dorp. Aan de Slotweg, ten westen van het dorp Lepelstraat, lag het kasteel Halsteren. Na de Tweede Wereldoorlog verrees onder meer ten oosten van de Steenbergseweg veel nieuwbouw.

De Herv. kerk (Dorpsstraat 20) is een laat-gotische basilicale kerk met driezijdig gesloten koor, gelegen op een verhoogd en deels met bakstenen keermuren omgeven kerkhof. De onderste geledingen van de toren dateren uit de 14de-eeuw en zijn opgetrokken met kloostermoppen. Vergelijkbare baksteen is gebruikt bij het onderste muurwerk van koor en sacristie. Op dat oude muurwerk heeft men deze bouwdelen later opnieuw opgetrokken - volgens een gedenksteen in 1457. Niet veel later verrees het hogere driebeukige schip, waarvan de zijbeuken werden doorgetrokken

[p. 180]


illustratie
Halsteren, Herv. kerk


langs de toren. Het schip heeft natuurstenen zuilen met koolbladkapitelen. De zuilen en scheibogen van de zuidbeuk lopen langs de toren door. Waarschijnlijk wilde men het schip verlengen en een nieuwe toren optrekken. Toen dat plan werd verlaten, zal de toren met de klokkengeleding zijn verhoogd. Tussen 1495 en 1502 werden aan de oostzijde van het schip dwarskapellen toegevoegd, waarvoor men aan iedere zijde een lichtbeukvenster van het schip heeft dichtgemetseld. De kerk is na een brand in 1607 ingrijpend hersteld, waarbij alle kappen en nagenoeg alle gewelven zijn vernieuwd.

illustratie
Halsteren, R.K. St.-Quirinuskerk


Oorspronkelijk zijn nog het spitse tongewelf over de benedenruimte van de toren en het kruisgewelf in de sacristie. In het begin van de 19de eeuw, na de overgang van de kerk naar de rooms-katholieken in 1799, is de kerk verbouwd. Er volgden nog restauraties in 1875, 1901, 1917 en ten slotte in 1961-'62, toen de kerk als Herv. kerk werd ingericht. Bij die laatste restauratie zijn alle vroeg-19de-eeuwse stucgewelven en stucplafonds verwijderd. In het koor is een nieuw gewelf van stucwerk aangebracht. De kappen boven de zijbeuken en de dwarskapellen zijn weer zichtbaar gemaakt en onder het houten plafond van het middenschip werden op grond van bouwsporen weer korbeelstellen aangebracht.

In de kerk staat een 17de-eeuwse preekstoel met koperen lessenaar, afkomstig uit de (gesloopte) Vaste Burchtkerk te Eindhoven. De hekken voor de noordelijke dwarskapel en de ruimten aan weerszijden van de toren vormden te zamen eens het doophek in de kerk van Winkel (Noord-Holland); Reinier Claesz. maakte ze in 1641.

De R.K. St.-Quirinuskerk (Dorpsstraat 51) is een basiliek met mansardedaken voorzien van een veelhoekig gesloten koor. Het gebouw heeft een vierkante vieringtoren met tentdak en

illustratie
Halsteren, R.K. St.-Quirinuskerk, interieur (1972)


dakruiter en aan de westzijde een dubbeltorenfront. De kerk dateert uit 1911-'12 en is opgetrokken naar ontwerp van J.Th.J. Cuypers. Het interieur heeft houten gewelven met trekbalken. De inspiratie van de romaanse architectuur is zichtbaar bij de geblokte bogen en de colonnetten. Uit de in 1912 door de rooms-katholieken verlaten St.-Martinuskerk zijn een in 1643 door Jan Colijnsz. de Nole vervaardigde renaissance-orgeltribune en een 18de-eeuws altaartje afkomstig. Het koperen doopvont met balustervormige voet uit 1549 en enkele laat-gotische kandelaars werden in 1920 opgegraven in de buurt van de oude kerk. De pastorie (Dorpsstraat 53) is gelijktijdig met de kerk gebouwd.

Het voorm. raadhuis (Dorpsstraat 22) is een rechthoekig gebouw in maniëristische vormen, opgetrokken in baksteen met natuurstenen banden en voorzien van een zadeldak tussen trapgevels. Blijkens de ankers is het oorspronkelijk gebouwd in 1633. Na verbouwingen in de 18de en 19de eeuw, waarbij het exterieur werd gepleisterd, is het raadhuis in 1917 ingrijpend gerestaureerd en aan de achterzijde uitgebreid. Het bordes met

[p. 181]


illustratie
Halsteren, Raadhuis


de leeuwen, de zeskante traptoren aan de oostzijde van het gebouw en de kruiskozijnen zijn gereconstrueerd. Na een brand in 1944 vernieuwde men de in 1917 aangebrachte topgevel met gedraaide toppilaster en schildhoudende leeuw. Inwendig is een samengestelde balklaag en een schouw met gebeeldhouwde hardstenen wangen uit de bouwtijd bewaard gebleven.

Woonhuizen. De Celsche Hoeve (Kerkstraat 71) is een gepleisterde dorpswoning met zadeldak tussen topgevels, volgens jaartalankers daterend uit 1765. Het pand werd in de 19de eeuw gemoderniseerd en deed een tijd dienst als R.K. pastorie. Langs de Dorpsstraat is de oude bebouwing deels behouden gebleven. Van de voornamelijk 19de- en vroeg-20ste-eeuwse dwarse eenlaagshuizen - met terzijde inrijpoorten voor de stalling van wagens en koetsen - zijn Dorpsstraat 88, 90 en 92 voorbeelden. Uit omstreeks 1900 dateert de villa Dorpsstraat 98, een blokvormig eenlaags pand in neorenaissance-trant. De monumentale, wit geschilderde fabrikantenvilla Fabrieksstraat 6 werd omstreeks 1890 gebouwd in eclectische vormen, met leien dakbedekking, uitspringende erker en ronde hoektorentjes. Bij het huis horen een grote tuin en een voormalig koetshuis annex paardenstal. De Beek (De Beeklaan 25) is een ongeveer uit 1890 daterende eclectische villa met vijfkante toren voorzien van afgestompte spits in Franse stijl. Het bijbehorende koetshuis heeft een U-vormige plattegrond en een rieten kap met gesneden windveren. Voor de landschappelijke tuinaanleg is het geaccidenteerde karakter van het terrein benut. Aan de noordoostzijde ligt een parkbos. De blokvormige fabrikantenvilla Beeklaan 1, met geblokte en gebosseerde pilasters, dateert uit 1903.

Boerderijen. De boerderij 't Lindeke (Dorpsstraat 103) is een oorspronkelijk 17de-eeuws complex bestaande uit een woonhuis met zadeldak tussen topgevels en een zeer grote, vrijstaande Vlaamse schuur met rieten wolfdak. De voorm. langgevelboerderij Kruisberg 2 heeft een rieten wolfdak en een versmald, met pannen gedekt voorhuis, voorzien van de jaartalankers ‘1636’. Op het erf staat een bakhuis. Kruisberg 1 is een boerderij met eenlaags woonhuis en aansluitende, gepotdekselde langsdeelschuur uit het begin van de 19de eeuw. Het interieur is deels nog oorspronkelijk. Boerderij Kruisberg 3 heeft een vrijstaand woonhuis en een met riet gedekt bedrijfsgedeelte. Het woonhuis is in de kopgevel gedateerd met de jaartalankers ‘1739’. Ook in de omgeving van Halsteren staan enkele interessante boerderijen. De Blauwe Handshoeve (Zuiderkreekweg 2) bestaat uit een vrijstaand L-vormige woonhuis met 17de-eeuwse kern, een bakhuis uit 1693 en een grote schuur onder rieten wolfdak uit 1849. De Krabbehoeve (Zuiderkreekweg 4) is een boerderij met eenlaags woonhuis uit 1751 en een moderne schuur. De wit gepleisterde midden-19de-eeuwse langgevelboerderij Kladseweg 1, in het dorp Lepelstraat, heeft een afzonderlijke schuur met rieten wolfdak. Achter de tot twee woonhuizen verbouwde boerderij Het Slot (Slotweg 7) uit omstreeks 1840 stond het voorm. kasteel Halsteren, waarvan in de bodem nog fundamenten aanwezig zijn.

De St.-Antoniusmolen (Halsterseweg, bij 57), ten zuiden van het dorp, is een ronde bakstenen beltkorenmolen uit 1817, gebouwd onder leiding van G. Goossens. Boven de inrijpoort zit een gevelsteen met inscriptie.

De psychiatrische inrichting Vrederust (Hoofdlaan 4-18 en 7-13) is aangelegd op de plaats van de landgoederen Buitenrust en Oude Loo, ten oosten van Halsteren. De inrichting werd betaald door de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Zeeland. Het heeft een landelijk karakter, aansluitend op de bosrijke omgeving, en wordt ontsloten door in elkaar gevlochten ellipsvormig wegen en een rechte noord-zuidlaan (Hoofdlaan). Het complex omvat een hoofdgebouw, een kerk, paviljoens en dienstgebouwen, een watertoren en woningen voor artsen en personeel. De watertoren dateert uit 1908 en heeft een verjongende schacht

[p. 182]

en een fors waterreservoir. De paviljoens zijn hoofdzakelijk tussen 1908 en 1912 opgetrokken naar ontwerpen van B.F. Boeyinga, zoals ‘De Schorre’ (Hoofdlaan 6), in 1908 gebouwd als observatiepaviljoen en in 1933 uitgebreid. Het in 1912 als geriatriepaviljoen gebouwde pand Hoofdlaan 4 heeft een samengestelde bouwmassa met vierkante torens met vakwerkgeveltoppen. F.G.C. Rothuizen ontwierp de in 1922 gebouwde kerk ‘De Ark’, een kleine bakstenen zaalkerk met korte transepten en een vierkante toren met spits. De kerk werd verbouwd in 1950. Het hoofdgebouw (Hoofdlaan 8) werd omstreeks 1930 gebouwd op een vrije plattegrond met samengestelde schild- en zadeldaken en terzijde een karakteristieke ronde toren met belvedère. Het ontwerp van B.F. Boeyinga vertoont een sterke invloed van de Engelse landhuisbouw. De hal is versierd met art deco-elementen. In de jaren dertig heeft men de inrichting nog verder uitgebreid, voornamelijk met paviljoens, eveneens naar ontwerp van Boeyinga.

Vestingwerken. Van de ten oosten en zuidoosten van Halsteren in 1628-'29 aangelegde forten De Roovere en Prinsen (Graaf van Ligneweg ong.) zijn nog aardwerken en grachten herkenbaar. Deze forten werden in 1747 opgenomen in de verdedigingslinie van Bergen op Zoom naar Steenbergen en bij die gelegenheid uitgebreid met een hoornwerk, dat in 1785 werd vereenvoudigd. Tot deze in 1827 opgeheven linie behoorde ook het geheel verdwenen fort ‘Moermont’.


Vorige Volgende