Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monumenten in Nederland. Overijssel (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monumenten in Nederland. Overijssel
Afbeelding van Monumenten in Nederland. OverijsselToon afbeelding van titelpagina van Monumenten in Nederland. Overijssel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.47 MB)

Scans (65.69 MB)

XML (1.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monumenten in Nederland. Overijssel

(1998)–Jan ten Hove, Marieke Knuijt, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Ten geleide

Monumenten in Nederland is een naslagwerk waarin gegevens te vinden zijn over de waardevolle objecten en structuren in de provincie Overijssel. Het is géén reisgids: al zijn voor een aantal steden wel plattegronden van de binnenstad opgenomen, het bevat geen routebeschrijvingen of wandelingen. Eerst en vooral geeft het op beknopte wijze feitelijke informatie over bestaande gebouwen. Bij de belangrijker objecten en structuren schetst het ook kernachtig hun historische ontwikkeling, alles getoetst aan de recente stand van de wetenschap. De beschrijving van het uiterlijk blijft tot het uiterste beperkt, maar wel wordt, waar mogelijk, getracht ontwikkelingen te verklaren. De inleidingen aan het begin van het boek plaatsen de gegevens in een groter verband en schenken aandacht aan het karakteristieke van de provincie Overijssel. Waar nodig en mogelijk leggen deze hoofdstukken relaties met algemeen-historische, sociaal-economische, historisch-geografische en stedenbouwkundige ontwikkelingen. Na een historische schets, inleidingen over stijl en verschijningsvorm en over materiaal en constructie, behandelt de laatste inleiding de eigenheid van de drie regio's die samen de provincie Overijssel vormen. In dat hoofdstuk is er vooral aandacht voor de historisch-geografische ontwikkeling en de bebouwingskarakteristiek.

De beschrijving van alle historisch belangrijke steden en dorpen in alfabetische volgorde beslaat het grootste deel van dit boek. Bepalend zijn daarbij niet gemeenten, maar de bebouwingsconcentraties - de kernen - zoals ze in de loop der tijd zijn gegroeid. In de praktijk is een onderscheid gemaakt in hoofdkernen, kernen, geïncorporeerde kernen, omgevingskernen en omgevingsobjecten.

Hoofdkernen zijn de kernen die tevens hun naam aan de gemeente geven. Wanneer een kern niet de hoofdkern is van de gemeente, volgt er een verwijzing naar de gemeente waartoe de kern behoort, bijvoorbeeld: Heeten (gemeente Raalte). Geïncorporeerde kernen zijn kernen die later in een grotere gemeente zijn opgenomen, bijvoorbeeld het dorp Heemse, dat als hoofdplaats van de vroegere gemeente Ambt Hardenberg sinds 1941 deel uitmaakt van de gemeente Hardenberg. Deze geïncorporeerde kernen worden behandeld als onderdeel van het grotere geheel, zij het dat bij het adres de naam van de oorspronkelijke kern vermeld staat. Ook bij kernen die in de loop der tijd aan elkaar zijn gegroeid is deze methode gehanteerd. Deze kernen zijn in de regel onder hun huidige plaatsnaam te vinden. Staphorst en Rouveen zijn bijvoorbeeld te vinden onder Staphorst. Omgevingskernen zijn nederzettingen die wel genoemd moeten worden maar waarvan de informatie over de bebouwing slechts één of enkele objecten betreft. Ze worden dan onder een nabijgelegen, vaak grotere kern vermeld: zo staat Tilligte bij Denekamp, Dwarsgracht bij Giethoorn en Liederholthuis bij Heino. De beschrijvingen van omgevingskernen zijn niet alfabetisch terug te vinden, maar kunnen via het topografisch register achter in het boek gevonden worden. Omgevingsobjecten zijn de op het platteland gesitueerde gebouwen als kapellen, kloosters, kastelen, molens en boerderijen. Deze objecten worden beschreven bij de meest nabije kern binnen de gemeente, bijvoorbeeld de havezate Oldenhof bij Vollenhove of kasteel Rechteren bij Dalfsen. Hiernaast is een overzichtskaart opgenomen van de belangrijkste behandelde gemeenten en kernen. Deze kaart toont ook de regio-indeling.

Elke kern heeft een eigen inleiding met de voornaamste historische feiten. Ook wordt kort de ontwikkeling van de thans zichtbare structuur aangegeven. De omvang van het boek laat echter geen uitputtende historische stedenbouwkundige analyse toe. Van de belangrijkste historische steden is een plattegrond opgenomen. Daarop staan de belangrijke objecten aangegeven, met uitzondering van afzonderlijke woonhuizen. De bijbehorende nummers worden in het bijschrift verklaard, met een verwijzing naar de pagina van de objectbeschrijving. Deze nummers staan ook vermeld bij de beschrijving zelf. Bij de beschrijvingsvolgorde per kern wordt uitgegaan van het centrum van de kern; in het begin staat het belangrijkste gebouw. Doorgaans gaat het daarbij om de kerk, maar soms is het een kasteel. Afzonderlijke objecten en structuren worden als het ware in ‘schillen’ vanuit de dorpskern besproken, waarbij drie hoofdregels zijn aangehouden: van publiek naar particulier, van oud naar jong en van binnen naar buiten. Per kern is gezocht naar de meest geëigende indeling. De volgorde wijkt daardoor enigermate af van de strikte indeling gehanteerd bij de

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie
Geïllustreerde beschrijving van de Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst.


Per kern komen in principe alle waardevolle objecten en structuren aan de orde, maar de keuze die daarbij noodgedwongen is gemaakt, zal niet iedereen altijd tot in de details delen. De uiteindelijke selectie is dan ook die van de auteurs, waarbij de informatiewaarde en het belang als karakteristiek element voorop staan. Objecten zijn opgenomen omdat ze een bepaalde ontwikkeling kenmerken of een goed voorbeeld van een bepaald verschijnsel zijn. In andere gevallen valt de keus juist op de uitzondering, als zeldzaamheid een object vermeldenswaardig maakte.
[pagina 10]
[p. 10]

Criteria die een beslissende rol spelen, zijn gaafheid, historische betekenis, architectonische kwaliteit of bouwhistorisch belang. De omvang van het cultuurhistorische erfgoed in Overijssel noopte ons regelmatig tot beknoptheid om binnen de voor het boek gestelde ruimte te kunnen blijven. Een onverbiddelijke tijdgrens is niet gesteld, maar deze ligt over het algemeen bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een enkele keer worden naoorlogse gebouwen belicht, maar in het algemeen is bij het opnemen van de modernste architectuur terughoudendheid betracht.

De teksten in dit boek zijn grotendeels gebaseerd op bestaande (en officieel gepubliceerde) recente literatuur, waaronder drie delen van de Nederlandse Monumenten van geschiedenis en Kunst en op gegevens voorhanden bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Een andere belangrijke bron waren de per gemeente in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) opgestelde rapporten. Ook van het uit het MIP voortgekomen Monumenten Selectie Project (MSP) mochten wij gegevens gebruiken. Voor de beschrijving van diverse kerkinterieurs is gebruik gemaakt van informatie berustend bij de Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland. Bronnenonderzoek zelf lag niet in de onderzoeksopdracht besloten. Wel zijn op grond van eigen waarnemingen ter plekke waar nodig verbeteringen of aanvullingen op de bestaande literatuur aangebracht.

In de tekst ligt de nadruk op de weergave van de feitelijke gegevens. Aan de orde komen: adres, functie, ontwerpen bouwdata, namen van opdrachtgevers en architecten, ontwerpers en uitvoerende kunstenaars. Daarnaast wordt ingegaan op de bouwgeschiedenis, de bepalende architectuurhistorische elementen, de toegepaste materialen en waar mogelijk de constructie. Informatie over interieur en inventaris van de gebouwen is beperkt gehouden; gegevens daarover hebben we slechts opgenomen wanneer ze van uitzonderlijk belang zijn. Musea zijn alleen opgenomen indien zij als gebouw vermelding verdienen; hun collecties krijgen in dit boek geen aandacht. Restauraties en verbouwingen aan de objecten zijn in principe alleen vermeld als zij belangrijke wijzigingen teweegbrachten.

Bij het dagelijks beheer van de gebouwde omgeving vallen helaas, en meer dan ons lief is, nog steeds slachtoffers. In dit boek zijn alleen die objecten en structuren opgenomen die, ook als ze bedreigd werden, op het moment van het afsluiten van het manuscript nog aanwezig waren. Aangezien de bestaande gebouwde omgeving ons uitgangspunt vormt, is geen aandacht geschonken aan wat er in het (recente) verleden is verdwenen. Op een enkele opmerking in de inleiding per kern na kregen archeologische monumenten ook geen expliciete aandacht.

De afbeeldingen vormen een belangrijk onderdeel van het boek. De keuze daarvan beoogt een representatieve selectie van de objecten en structuren in de provincie te geven. Belangrijke criteria daarbij zijn: hun ouderdom, hun verspreiding over de provincie en de verdeling over de verschillende soorten objecten. Gezien de hoeveelheid besproken objecten en kernen is het onmogelijk om van elk object of elke kern afzonderlijk een afbeelding op te nemen. Wel weerspiegelen de foto's zo goed mogelijk het karakter van de desbetreffende kern. We hebben ervoor gekozen gebruik te maken van foto's die ten hoogste 25 jaar oud zijn. Dit betekent dat de meeste foto's speciaal voor dit boek zijn gemaakt. Waar dit niet het geval is, staat het jaartal van de foto in het bijschrift vermeld. Tevens is van een aantal belangrijke kerken, kastelen en andere objecten een plattegrond in het boek opgenomen. Daarbij is in de onderschriften gebruik gemaakt van de verkorte architectuurhistorische dateringsmethode, waarbij Romeinse cijfers eeuwen aangeven, gevolgd door de hoofdletters A en B die staan voor halve eeuwen of de kleine letters a, b, c, d voor kwart eeuwen en m voor midden: XVIIa betekent eerste kwart van de 17de eeuw. Achter in het boek staat een beknopte literatuurlijst met de voor de provincie belangrijkste publicaties op architectuurgebied. Verder zijn een verklarende woordenlijst, een topografisch register en een index op (kunstenaars)-namen toegevoegd.

Voor hun hulp bij de totstandkoming van dit boek danken wij als auteurs onze opdrachtgever de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, zijn directie, de leden van de projectgroep, de afdeling cultuurwaardenonderzoek en de fotografen van deze dienst, alsmede de medewerkers van de bibliotheek en van het foto- en tekeningenarchief aldaar en ten slotte de uitgever. Voor de hulp die wij vanuit de provincie mochten ontvangen gaat onze dank in eerste instantie uit naar Het Oversticht in de persoon van Dirk Baalman. Daarnaast zijn wij dank verschuldigd aan Dirk J. de Vries, Albert Reinstra, G. Nienhuis, Leo Dubbelaar, Janleo van de Laar, Theo van Mierlo en Jaap Grooteboer. De interieurs van een aantal geselecteerde panden zijn bezocht en aanvullend beschreven door Marieke Knuijt. Eigenaren en beheerders die hieraan hun medewerking verleenden worden bij deze bedankt. Voor hun hulp bij het afwerken van het manuscript bedanken wij Joos Leistra, Sabine Broekhoven, Jeroen van Meerwijk en Eric Strijbos.

 

Utrecht, december 1997

 

Ronald Stenvert

Chris Kolman

Ben Olde Meierink


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken