Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Monumenten in Nederland. Groningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17,14 MB)

Scans (62,53 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Monumenten in Nederland. Groningen

(1998)–Redmer Alma, Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert

Vorige Volgende

Loppersum

Wierdedorp met een langgerekte structuur, ontstaan in de vroege middeleeuwen. De centraal op de wierde aangelegde Lage- en Hogestraat zijn tekenend voor de ontwikkeling als handelswierde. Bij de vorming van de wierde heeft ook de meer westelijk gelegen voormalige kreekstroom de Fivel een rol gespeeld. Aan het noordeinde breidde men de wierde rond 800 uit voor de bouw van een eerste kerk. In de late middeleeuwen werd de langs de zuidrand van het dorp gegraven Loppersumer Wijmers de belangrijkste handelsweg. De Schipsloot

illustratie

Loppersum, Herv. kerk, plattegrond




illustratie
Loppersum, Herv. kerk


vormt de verbinding met de voet van de wierde. Aan de oostzijde ontstonden in de 17de eeuw - parallel aan de Lagestraat - de Middenstraat en de Kruisweg. De ten zuiden van de kerk gelegen Aylkumaborg werd waarschijnlijk rond 1780 afgebroken. Na de aanleg van de spoorlijn Groningen-Delfzijl (1884) kwam aan de noordzijde een kleine stationswijk met vrijstaande villa's tot stand, gevolgd door de bouw van middenstandswoningen langs de Singelweg en de Wirdumerweg. Op basis van een uit 1936 stammend uitbreidingsplan kwam aan de westzijde nieuwbouw tot stand. Na de Tweede Wereldoorlog trad verdichting op van de bebouwing tussen het spoor en de Loppersumer Wijmers. De wierde zelf is beschermd gezicht.

De Herv. kerk (Kerkpad 1), oorspronkelijk gewijd aan St. Petrus en St. Paulus, is een grote kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor, zijkapellen en een forse toren van drie geledingen met zadeldak. Nadat een brand in 1217 de eerste kerk had verwoest, verrees een eenbeukige romaanse tufstenen kerk met recht gesloten koor. Van de oudste kerk zijn nog enkele muurdelen bewaard gebleven, waaronder een laag venster. In het derde kwart van de 13de eeuw verhoogde men het schip en verving men het bestaande koor door een dwarsschip met nieuw koor; van deze bouwfase resteren de beide dwarsarmen met hun meloenvormige koepelgewelven. De noordelijke topgevel is in later tijd verdwenen, de zuidelijke topgevel is aan het eind van de 15de eeuw vernieuwd. In de tweede helft van de 14de eeuw verrees de forse toren, die even breed is als het schip en onderaan bijna drie meter dikke muren heeft. De toren werd in 1610 hersteld. In de toren hangen twee klokken, uit 1397 en uit 1548; de laatste is gegoten door Geert van Wou (II).

In de periode 1480-'93 kwam het huidige laat-gotische koor tot stand, evenals de recht gesloten zuidelijke zijkapel en de langere, driezijdig gesloten noordelijke zijkapel (Mariakapel). Tussen 1520 en 1530 volgde de bouw van de smalle zuidelijke zijbeuk, voorzien van een laatgotisch zandstenen poortje met het jaartal 1529. Ten slotte verhoogde men in

[p. 156]

het tweede kwart van de 16de eeuw nog het schip, dat met het koor onder één kap werd gebracht. Vermoedelijk in 1643 zal het oostelijke deel van de noordelijke zijkapel zijn ingericht tot een consistoriekamer met vlakke zoldering en verdieping. Bij de restauratie van de kerk in 1952-'59, naar plannen van R. Offringa en A.R. Wittop Koning, heeft men de koorscheidingswand uit 1892 verwijderd en de gewelven in de consistoriekamer gereconstrueerd.

Het interieur van de kerk wordt overdekt door meloenvormige koepelgewelven (transeptarmen), netgewelven (schip en viering) en kruisribgewelven (koor en zijkapellen). De noordkapel (Mariakapel) heeft laat-15de-eeuwse gewelfschilderingen met scènes uit het leven van Maria. Het transept heeft gewelfschilderingen uit het eerste kwart van de 16de eeuw). De schilderingen in het koor dateren uit de periode 1520-'40 en stellen Nieuwtestamentische scènes voor, met in het straalgewelf van de koorsluiting Christus als Salvator Mundi en boven het oostelijke venster de patroonheiligen van de kerk, St. Petrus en St. Paulus. Op de noordwand van de westelijke koortravee is het Laatste Oordeel afgebeeld. Familiewapens zijn te vinden op diverse sluitstenen, zoals die van de familie In den Ham (zuidbeuk), het echtpaar Aylkuma-In den Ham (zuidkapel) en hun (stief)dochter Bauwe Heemster (koor). Tussen het koor en de zijkapellen bevinden zich laat-gotische natuurstenen afscheidingen met eiken deuren uit 1564. Tot de kerkinventaris behoren een preekstoel (late 17de eeuw, met delen uit 1832 en 1956) en een door A.D. Smit gemaakte herenbank met gesneden bekroning van het achterschot voorzien van de wapens van Rengers en Tjarda van Starkenborgh (1775). De orgeltribune bevat nog onderdelen uit 1562, maar stamt in haar huidige vorm uit 1665. Toen werd ook het orgel, dat oorspronkelijk uit 1562 stamt, gerenoveerd en kreeg het de wapens van Groningen en Loppersum. In 1736 vernieuwde A.A. Hinsz het instrument met gebruikmaking van ouder pijpwerk. Het snijwerk aan de kast is van Casper Struiwig. In 1803 volgde een renovatie met snijwerk van M. Walles. Van de talrijke hardstenen grafzerken in de vloer zijn de fraaiste

illustratie

Loppersum, Villa Bellevue


die van Bauwe Heemster (†1540), Maria van Selbach (†1576) en Evert de Mepsche (†1642). De consistoriekamer heeft een marmeren schouw uit 1772. In 1858 is de inrichting van deze kamer aangepast.

Het voorm. postkantoor (Raadhuisstraat 7) is een fors blokvormig neoclassicistisch pand uit 1897-'98.

Het voorm. raadhuis (Raadhuisstraat 4), een eenlaags pand met hoger opgaande middenpartij onder geknikt schilddak, werd in 1924-'25 gebouwd in expressionistische vormen naar plannen van J. Benninga. Het pand was tot 1990 als raadhuis in gebruik.

Het dorpshuis (Wirdumerweg 21) is een eenlaags pand met een hoog oprijzend, geknikt schilddak en op de rechterhoek een hoge halfronde aanbouw. Het pand kwam in 1930 tot stand in een aan het expressionisme verwante vormgeving, naar plannen van T. van Hoorn voor de vereniging ‘Ons Dorpshuis’.

Woonhuizen. Het eenlaags pand Kerkpad 4 heeft een gevelsteen en ankers met het jaartal ‘1562’, maar is geheel herbouwd. Lagestraat 46 is een fors pand met zadeldak voorzien van wolfeinden, dat in opzet uit het begin van de 19de eeuw zal dateren. In 1905 liet H.K. Glas naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland een hogere middenrisaliet aanbrengen. Eenlaags villa's in eclectische vormen en met een hoger opgaand middenrisaliet zijn Raadhuisstraat 9 (omstreeks 1880) en Raadhuisstraat 6 (1890), de laatste met aan de voorzijde een erker. Ook langs de Stationslaan verrezen enkele villa's in eclectische vormen, waaronder Stationslaan 3 en 4, beide uit omstreeks 1890. Belangrijk was architect O. de Leeuw Wieland. In 1890 ontwierp hij voor notaris Spandau de villa Bellevue (Stationslaan 1) in rijke neorenaissance-vormen, met topgevels, een veranda op de hoek van de verdieping en een fraaie ingangspartij. Het pand doet sinds 1990 dienst als raadhuis. Huizen in eclectische vormen van zijn hand zijn Stationslaan 2 (omstreeks 1890) en Stationslaan 6 (omstreeks 1905), en in chaletstijl Parallelweg 2 (1905). Hij ontwierp ook de vrijstaande eclectische villa's Welgelegen (Wirdumerweg 75, 1907), voor burgemeester S.D. Jensema, en Maria Zuidven (Lagestraat 7, 1913) voor H.K. Glas. Niet naar zijn ontwerp is Storka (Molenweg 62), gebouwd in 1909 voor L. Eenkema in sobere jugendstil-vormen. De forse villa Ithaca (Molenweg 16) werd in 1915 gebouwd in ‘Um 1800’-vormen voor dokter Steenhuis. De villa Breidablok (Stationslaan 7) verrees in 1929 in expressionistische vormen voor de architect T. van Hoorn naar eigen ontwerp.

Horeca. Het voorm. hotel Gemeentehuis, nu ‘Lopster Kroon’ (Lagestraat 2) is een neoclassicistisch pand met omlijste ingang uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het werd in 1874-'77 uitgebreid naar plannen van O. de Leeuw Wieland. Rond 1905 volgde een uitbreiding aan de achterzijde. Tot 1925 was het tevens in gebruik als raadhuis. Hotel-restaurant Spoorzicht (Molenweg 11) is een fors neoclassicistisch pand met een iets naar achteren liggende ingangspartij met balkon. Het werd in 1886 gebouwd naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland, die er zelf lange tijd woonde. Het balkon is in 1908 vernieuwd en A. van der Laan heeft de jugendstil-schilderingen in de nissen aan weerszijden van de ingang gemaakt. Het nog gave interieur is overwegend in neorenaissance-vormen uitgevoerd.



illustratie

Loppersum, Hotel-restaurant Spoorzicht


[p. 157]



illustratie

Loppersum, K.P. Zijlbad


Windmolen ‘De Stormvogel’ (Molenweg 67), een hoge achtkante stellingkorenmolen, heeft een met hout beklede romp op bakstenen voet. De korenmolen, die ook van een koppel pelstenen is voorzien, werd in 1849 gebouwd voor M. Bolt en is in 1970-'71 gerestaureerd.

Het voorm. station (Parallelweg 8) dateert uit 1883 en is een langgerekt eenlaags gebouw met aan beide uiteinden dwars geplaatste zadeldaken. De oorspronkelijke dakoverstekken in chaletvorm zijn later verwijderd. Sinds 1990 dient het als dependance van het raadhuis.

Het voorm. veilinggebouw ‘Pomona’ (Parallelweg 3) is een driebeukige hal met iets hogere middenbeuk, gebouwd in 1922.

Het K.P. Zijlbad (Badweg 16) kwam in 1933 tot stand voor de plaatselijke handelsvereniging in het kader van de werkverschaffing. De houten badhokjes staan ingeklemd tussen een bakstenen badmeesters-, toilet- en pompgebouwtje.

De Alg. begraafplaats (Hofstraat 1) werd rond 1910 aangelegd. Het baarhuisje met chalet-details stamt uit die tijd. De toegang bestaat uit een fraai gietijzeren hek met doodssymbolen. Op de begraafplaats zijn diverse interessante bewerkte zerken en enkele grafkransen te vinden.


Vorige Volgende