Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Monumenten in Nederland. Groningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17,14 MB)

Scans (62,53 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Monumenten in Nederland. Groningen

(1998)–Redmer Alma, Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert

Vorige Volgende

Scheemda

Wegdorp, ontstaan in de middeleeuwen op het zogeheten schiereiland van Winschoten. Na de Dollardvloed van 1509, waarbij de oude kerk werd verwoest, werd het dorp wat zuidelijker herbouwd. Scheemda wordt door het Opdiep gescheiden van het tot 1964 zo genoemde Eexta. Daar verrees nabij de 13de-eeuwse kerk rond 1640 de borg Vredenhoven (afgebroken in 1955). Het in 1635-'40 gegraven Winschoterdiep werd ten zuiden van Eexta in 1954 omgelegd, waar in de buurt toen een nieuwe industriehaven ontstond. In de 19de eeuw kende het gebied veel bierbrouwerijen; de steenfabriek van Hamster en Rozeboom was er gevestigd van 1802 tot 1971. Na de Tweede Wereldoorlog werd Scheemda vooral een forenzendorp van Winschoten en kwamen aan de oost- en zuidzijde nieuwe woonwijken tot stand.

De Herv. kerk (Torenstraat 2) is een eenbeukige laat-gotische kerk met ondiep, driezijdig gesloten koor en een vrijstaande toren. De kerk met kleine traptoren aan de noordzijde werd in 1515 gebouwd. In 1626 verwijderde men de stenen kruisgewelven en de steunberen en verlaagde men de vensters. Uit die tijd zullen ook de toscaanse poortjes aan de west- en de zuidoostzijde van het koor dateren. Boven de westingang zit een venster met beeldnis met bijbellezende vrouw uit 1888. Het interieur wordt overdekt door een houten tongewelf uit 1792. Tot de kerkinventaris behoren de uit 1634 stammende preekstoel die bij een algemene interierwijziging in 1792 ook ingrijpend werd gewijzigd, enkele 18de-eeuwse banken en een bank met overhuiving bekroond door een fronton uit 1792. Het koorhek tussen koor en schip wordt gevormd door banken met een gallerij op de overhuiving, gedragen door gecanneleerde zuilen. De galerij werd in 1792 boven het toen al bestaande koorhek geplaatst. Naast het huidige orgel dat in 1874 door R. Meijer werd gebouwd, bevindt zich het restant van een oude orgeltribune uit 1792. De daarin opgenomen kanselvormige uitstulping, geflankeerd door laat-gotische briefpanelen, dateert uit 1503 en is afkomstig van een vroegere oxaaltribune. Het bijbehorende orgel (uit 1526) werd in 1874 verkocht aan het Rijksmuseum. De kerkvloer bevat enkele 17de en 18de eeuwse grafzerken, waaronder die voor Albert Hornekens (†1599) en Titia Meyer (†1706). Op het kerkhof liggen diverse rijen met fraai bewerkte grafzerken, waaronder de grafzerk van notaris U.E. Stheeman (†1849), gemaakt door P. Holsbergen.

De ongelede vrijstaande toren (Kerkstraat 1) wordt bekroond door een zadeldak tussen trapgevels en heeft aan de voorzijde een kleinere puntgevel met wijzerplaat. De op enige afstand ten noordwesten van de kerk staande toren stamt oorspronkelijk uit het begin van de 16de eeuw, maar werd in 1887 gedeeltelijk herbouwd en verlaagd met behoud van het laat-18de-eeuwse ionische poortje in Lodewijk XVI-vormen.

De Herv. kerk (Kerklaan 30, Eexta) is een neoclassicistische zaalkerk met geveltoren en slanke spits, gebouwd in 1871 ter vervanging van de westelijker gelegen romano-gotische kerk die in 1869 door storm was beschadigd. De waarschijnlijk door B.H. Trooster ontworpen kerk kreeg in 1936 een dwarse aanbouw. Tot de kerkinventaris behoren een preekstoel (1636), een avondmaalstafel (tweede kwart 17de eeuw) en een oorspronkelijk 17de-eeuws orgel dat na herplaatsing in 1874 door P. van Oeckelen is aangepast.

De pastorie (Kerklaan 55, Eexta), gelegen op een omgracht terrein, bestaat uit een voorhuis met een kelder voorzien van dik muurwerk en een vierdelig gewelf op middenpijler. De oudste resten worden wel aangemerkt als laat-13de-eeuws, maar zijn waarschijnlijk laat-15de-eeuws. Het voorhuis kreeg in 1761 zijn huidige vorm. Rond 1802 verloor het zijn aanzien als ‘Krüsselwarck’ door de afbraak van beide topgevels. De achterliggende landbouwschuur werd in 1874 herbouwd.

De Alg. begraafplaats (bij Kerklaan 112, Eexta) is aangelegd op de plek waar tot de afbraak in 1870 de oude middeleeuwse kerk stond. In de vloer van het baarhuisje uit circa 1875 zijn een aantal grafzerken uit die kerk verwerkt.

De Apostolische kerk (Stationsstraat 77) is een uit 1918 daterende eenvoudige zaalkerk met iets naar binnen liggende ingang. De kerk heeft soberexpressionistische vormen.

Het raadhuis (Brugstraat 2) werd in 1878 in neoclassicistische vormen

[p. 189]



illustratie

Scheemda, Herv. kerk, toren


gebouwd als postkantoor. In 1906 kwam het in gebruik als raadhuis. In 1980 werd het uitgebreid en in 1994 voorzien van een nieuwe vleugel naar plannen van R. Timmer.

Het voorm. postkantoor (Stationsstraat 2-4) uit 1905 kwam tot stand naar plannen van Rijksbouwmeester C.H. Peters, in simpele, op de neogotiek geënte vormen.

Woonhuizen. Het wellicht als dienstwoning opgetrokken eenvoudige pand Torenstraat 18 heeft in de top de jaartalankers ‘1803’. Het naastgelegen pand Torenstraat 20 uit circa 1840 is een voorbeeld van een deftig dorpswoonhuis. Vergelijkbaar, maar iets bescheidener van opzet is Oosterstraat 5 uit circa 1870. Eclectische elementen heeft het rond 1875 gebouwde pand Stationsstraat 53. Van omstreeks 1900 is Stationsstraat 25, opgetrokken in neorenaissance-vormen. Simpele jugendstil-elementen vertoont het dubbele herenhuis Torenstraat 14-16, gebouwd in 1909 voor de familie

illustratie

Scheemda, Herv. kerk (Eexta)


Ter Haseborg. Late jugendstil-invloeden zijn te vinden bij Torenstraat 5, dat rond 1915 verrees op de plaats van de 18de-eeuwse pastorie. Torenstraat 11 is een goed voorbeeld van een woon- en winkelpand, met garage. Het geheel dateert uit circa 1920. De villa Rotsburgh (Stationsstraat 64) werd rond 1926 gebouwd in sober-expressionistische vormen.

Boerderijen. In het dorp staat een aantal belangrijke boerderijen, die alle tot het Oldambster type behoren. Oosterstraat 26 is een vroeg voorbeeld van een villaboerderij. De schuur werd in 1826 gebouwd voor J. ter Haseborg. Zijn zoon, G.P. ter Haseborg, liet in 1865 het dwarse woongedeelte met hoger opgaand risaliet bouwen. Oosterstraat 17 is het bijbehorende voorm. koetshuis (circa 1865). Een vergelijkbare vorm kent de boerderij Oosterstraat 32, die in 1860 voor D.E. Dethmers werd gebouwd. In neorenaissance-vormen uitgevoerd is Oosterstraat 53, een kort na 1897 voor T.E. ten Have gebouwde boerderij met dwars voorhuis. Jugendstil-invloeden vertoont de imposante villaboerderij Meiborg (Stationstraat 86), gebouwd in 1912 voor W. Meiborg. De tuin is aangelegd naar plannen van J. Vroom.

Het station (Stationsstraat 85), een gebouw vierde klasse van de Staatsspoorwegen, werd in 1865 naar plannen van K.H. van Brederode gebouwd aan de lijn Groningen-Nieuweschans. Er tegenover staat het stationskoffiehuis annex hotel ‘Zuiderhof’ (Stationsstraat 98), een pand in de vorm van een Oldambster

illustratie

Scheemda, Station


[p. 190]

boerderij, dat rond 1905 zijn huidige uiterlijk kreeg.

De voorm. strokartonfabriek ‘De Toekomst’ (Toekomstkade 2), gelegen ten oosten van Scheemda aan een gedempte zijtak van het Winschoterdiep, werd in 1899 gesticht en in 1968 gesloten. De eerste fabriek, De Toekomst I, kwam tot stand in 1900 naar plannen van P.G. Kremer en bestaat uit een hoger deel met aan de ene zijde het ketelhuis en aan de andere zijde dwars erop de laagbouw met plaats voor twee kartonbanen. Al in 1907-'08 verrees ten noorden hiervan, eveneens naar plannen van Kremer, een geheel nieuwe fabriek op spiegelbeeldige plattegrond: De Toekomst II. Bij de ingang van het terrein staat de voorm. directeurswoning en langs de Oosthofflaan bevinden zich enkele arbeiderswoningen.


Vorige Volgende