Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Monumenten in Nederland. Groningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17,14 MB)

Scans (62,53 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Monumenten in Nederland. Groningen

(1998)–Redmer Alma, Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert

Vorige Volgende

Slochteren

Wegdorp, ontstaan op een zandrug temidden van veen- en kleigebieden en voor het eerst genoemd in 1291. Dicht bij een sprong in de Hoofdweg, ter plaatse van een breukvlak in de zandrug, verrees in de 16de eeuw de Fraeylemaborg. Ten zuiden hiervan kwam rondom de kerk een tweede kern tot ontwikkeling. De in de 16de eeuw vlakbij aangelegde 's-Graveschans werd in 1568 hersteld maar groeide niet uit tot een permanente schans. Voor een betere ontwatering van het gebied groef men in 1652-'59 het Slochterdiep, dat pas in 1928 aan het uiteinde van een haven werd voorzien. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het dorp aan de noordoostzijde een uitbreidingswijk; het wegdorp zelf werd beschermd gezicht. Slochteren

illustratie

Slochteren, Herv. kerk


kreeg landelijk bekendheid toen in 1959 in de omgeving aardgas werd gevonden.

De Herv. kerk (Hoofdweg 108) is een recht gesloten zaalkerk met schilddak en een vrijstaande toren. Het gebouw met romano-gotische spaarvelden en omkraalde nissen is het oorspronkelijke transept van een kruiskerk uit de tweede helft van de 13de eeuw. In 1781 liet Hendrick de Sandra Veldtman die kerk van haar schip, koor en gewelven ontdoen, zodat alleen het verlaagde dwarsschip overbleef. De opening aan de westzijde werd gedicht, aan de oostzijde maakte men een uitbouw voor de herenbank. Na een brand in 1881 volgde herstel naar plannen van W. van der Heide. De in 1895 aangebrachte buitenbepleistering is bij restauratie in 1986-'88 verwijderd. Tot de kerkinventaris behoren een staand opgestelde zerk voor Zeino Henrick Rengers (†1613), rouwborden voor Anna Elisabeth Piccardt-Rengers

illustratie

Slochteren, Fraeylemaborg, plattegrond


(†1704) en Henric Piccardt (†1712) - beide afkomstig uit de kerk van Harkstede - een preekstoel met klankbord (eerste helft 19de eeuw) en een door de gebroeders Van Oeckelen gebouwd orgel (1885).

De ongelede vrijstaande toren is rond 1300 gebouwd en wordt overdekt door een zadeldak tussen puntgevels. In de toren hangt een klok uit 1373, waarschijnlijk afkomstig uit de gesloopte kerk van Wittewierum.

De pastorie (Hoofdweg 110) met catechisatielokaal stamt uit omstreeks 1930.

De Fraeylemaborg (Hoofdweg 30) is een omgrachte borg met voorhof, voorplein en langgerekt park. Met gebruikmaking van oudere, mogelijk 15de-eeuwse, delen kwam kort na het huwelijk van Hillebranda Fraeylema en Seino Rengers in 1548 een rechthoekig stenen huis met een traptoren voorzien van een achtkante bovenbouw tot stand. Dit gebouw werd in de tweede helft van de 16de eeuw aan de zuidzijde verlengd. In het begin van de 17de eeuw verrees haaks hierop een zijvleugel. Het oudste bouwdeel kreeg aan de voorzijde enkele aanbouwen. In 1691 werd de borg bezit van Henric Piccardt, die zelf op Klein Martijn bij Harkstede bleef wonen. Ten behoeve van een bezoek van koningstadhouder Willem III liet hij aan de linkerzijde een tweede haakse vleugel aanbouwen. In opdracht van Hendrik de

[p. 194]



illustratie

Slochteren, Fraeylemaborg


Sandra Veldtman werden de beide vrijstaande torentjes op het voorhof afgebroken en kreeg de borg in 1781-'82 een zo symmetrisch mogelijk aanzien door het samentrekken van de diverse aanbouwen voor de hoofdvleugel tot een vestibule. Dit laatste leidde ertoe dat de onderbouw van de 16de-eeuwse traptoren moest worden afgebroken; het resterende deel werd opgevangen op een balkenrooster. Door beklamping van het oudere muurwerk voorzag men de vestibule van een nieuwe, symmetrische gevel met pronkrisaliet in Lodewijk XVI-vormen. Verder kreeg de borg aan de tuinzijde een uitbouw, waarna het geheel, op de voorgevel na, werd gepleisterd.

Het interieur bevat stucwerk in Lodewijk XVI-stijl in de koofvestibule en de daarachter gelegen grote zaal met Lodewijk XVI-schouw. In de kleine zaal bevindt zich eveneens een Lodewijk XVI-schouw en in de eetkamer twee ‘witjes’ uit 1775 gemaakt door E. van Drielst die de jacht en de visvangst voorstellen. In de rode kamer van de rechter vleugel bevindt zich een schouw die toegeschreven wordt aan Allert Meijer en Jan de Rijk. Dit vertrek heeft een enkelvoudig balkenplafond met beschilderingen in decoratieve vormen op zowel de vloerdelen als de balken (1781-'82). Op de verdieping van de linker vleugel 18de eeuws beschilderd behang dat bij de restauratie in de jaren zeventig aangevuld is met aangepaste schilderingen. Sinds de restauratie in 1975 is de borg opengesteld voor het publiek.

Op het voorhof en in de tuin is een aantal

illustratie

Slochteren, Fraeylemaborg, Noorder Schathuis


zandstenen vazen in eenvoudige Lodewijk XVI-vormen opgesteld. Op de ophaalbrug staan beelden van Herakles en Pallas Athene. Aan weerszijden van het voorplein staan bouwhuizen - in Groningen schathuizen genoemd. Het Noorder Schathuis (Hoofdweg 28) is een langgerekt gebouw met haaks aangebouwde schuur. Midden boven de inmiddels verdwenen inrijdeuren staat het jaartal 1783. Op het achterterrein bevindt zich een mogelijk nog 18de-eeuwse duivenslag, gerestaureerd in 1961. Het Zuider Schathuis (Hoofdweg 32) stamt oorspronkelijk eveneens uit de 18de eeuw, maar is in 1899 grotendeels herbouwd.

Het langgerekte park werd oorspronkelijk kort na 1691 in formele Franse stijl aangelegd met zowel aan voor- als achterzijde van de borg een centrale zichtas. In 1781 bracht men enkele partijen in vroege landschapsstijl aan. Met behoud van de zichtas en veel van het bos werd het park rond 1820 geheel veranderd in Engelse landschapsstijl, naar plannen van L.P. Roodbaard. Aan de achterzijde kwamen toen een slingerende beek, vijvers in schijnbaar natuurlijke vormen, heuvels en slingerende paden tot stand. Recent is het gedeelte direct achter de slotgracht naar een meer formele aanleg teruggebracht. Het overbos aan de voorzijde bestaat uit een door bosstroken geflankeerde zichtlaan (de Boslaan) omgeven door weilanden.

Het voorm. rechthuis annex dorpsherberg ‘Het Hoogehuis’ (Hoofdweg 20) is een gepleisterd, tweebeukig dwars pand met 17de-eeuwse kern. De voorste beuk bestaat uit een onderkelderd oostelijk deel waarboven de oorspronkelijke rechtszaal ligt, en een westelijk deel met boven de begane grond een volledige verdieping. Nadat het pand in 1818 als raadhuis in gebruik was genomen, bouwde men aan de achterzijde de tweede beuk.

Woonhuizen. Tot de Fraeylemaborg behoorden de waarschijnlijk laat-18de-eeuwse dienstwoningen Hoofdweg 17, 19 en 35. Het blokvormige ontvangershuis Hoofdweg 24 stamt uit het begin van de 19de eeuw. De forse eclectische villa Hoofdweg 14 werd rond 1875 gebouwd.

Boerderijen. De kop-romp-boerderij Westerplaats (Boslaan 3), gelegen in het overbos van de Fraeylemaborg, werd in het begin van de 19de eeuw gebouwd en rond 1870 uitgebreid. De op een omgracht terrein gelegen boerderij Padje 9 heeft een wit gepleisterd woonhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw. Hoofdweg 23 is een sprekend voorbeeld van een 19de-eeuwse keuterboerderij van het Oldambster type. De boerderij Hoofdweg 36 werd nog in 1907 in eclectische vormen gebouwd.

De ophaalbrug of klap over het Slochterdiep (bij Zuiderweg 4), bestaande uit een geklonken portaal en hamei, werd bij de aanleg van de haven rond 1928 aangelegd.

Poldermolens. Ten noordwesten van Slochteren staan drie, op enige afstand parallel aan de Hoofdstraat gelegen, poldermolens. De Groote Polder (bij Groenedijk 8) is een met riet

[p. 195]

gedekte achtkante bovenkruier op veldmuren, voorzien van een vijzel. De aan de Groote Wijk gelegen molen is in 1783 gebouwd en in 1974-'75 gerestaureerd. Van hetzelfde type is de Fraeylemamolen (bij Groenedijk 2), in 1786 gebouwd voor Hendrik de Sandra Veldtman en gerestaureerd in 1973-'74. De in 1973 gerestaureerde molen De Ruiten (bij Groenedijk 10) is een met riet gedekte, achtkante bovenkruier met houten onderstuk op veldmuren en voorzien van een vijzel. De molen werd in 1935 gebouwd naar plannen van L. Wiertsema ter vervanging van een afgebrande voorganger uit 1854, die de opvolger was van een eerste molen uit 1786. Daarbij werd gebruikt gemaakt van een molen afkomstig uit de Zandwerfpolder bij Hellum.

De voorm. Herv. kerk (Schaaphok 2) van het buurtschap Schaaphok ten westen van Slochteren is een zeer kleine zaalkerk met dakruiter, gebouwd rond 1905 in opdracht van E.J. Thomassen-Thuessink van der Hoop, toenmalig heer van de Fraeylemaborg. Het gebouw dient nu als woonhuis.


Vorige Volgende