Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op weg naar W(E)TEN (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op weg naar W(E)TEN
Afbeelding van Op weg naar W(E)TENToon afbeelding van titelpagina van Op weg naar W(E)TEN

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

lezing / voordracht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op weg naar W(E)TEN

(1997)–P.G.J. van Sterkenburg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een nieuw wetenschappelijk woordenboek van het twintigste- en eenentwintigste-eeuwse Nederlands


Vorige Volgende

5. Opslag

Voor de samenstelling van W(E)TEN hebben de ministers die samen het Comité van de Nederlandse Taalunie vormen ons een termijn gegeven van 20 jaar. Dat is bijna 130 jaar minder dan voor het optrekken van het WNT, die andere lexicografische kathedraal, die startte in het voorwereldlijke jaar 1851. Die lange bewerkingstermijn is begrijpelijk. In de tweede helft van de negentiende en de eerste van de twintigste eeuw moest er nog heel wat afgeploeterd worden in dit lexicografische tranendal. Het selecteren van bronnen, het zoeken, uitschrijven en verifiëren van citaten, het alfabetiseren en het typen en meer dan eens corrigeren van de kopij, het vergde net zoveel tijd als in de landbouw het dorsen met de dorsvlegel.

 

De invloed van de technologie op de lexicografische arbeid bracht, zoals in het voorafgaande bleek, grote veranderingen. Het geestdodend routinewerk wordt gelukkig steeds meer overgenomen door computersystemen. Maar niet alleen computersystemen hebben de lexicografie veroverd. Ook de consumentenelektronica is binnen ons domein niet meer weg te denken. Vooral waar het de opslag van data betreft. Dat geldt voor de televisie (1951), de fax (1970), de beeldplaat (1972), de cd (1982), de digital audiotape (dat; 1987), de digital compact cassette (dcc; 1992), de dvd oftewel de digital versatile disk, een cd die tien maal zoveel informatie kan opslaan als een gewone

[pagina 37]
[p. 37]

(1997-1998) en Webtv, een soort afstandsbediening met toetsenbord waarmee men via de televisie a.h.w. kan surfen op internet.

 

Mechanisering en technologie maken het productieproces nog meer beheersbaar en kunnen beter voorkomen dat de planningen voor woordenboeken altijd te optimistisch zijn. Maar het zou bijna heiligschennis zijn om de productietermijn die nodig was voor de standaard van onze lexicografische ambachtelijkheid, het WNT, te vergelijken met die van W(E)TEN. Die vergelijking is oneerlijk omdat de identiteit van beide producten anders is, omdat de periode die zij bestrijken indringend verschilt, omdat de investeringen die gedaan zijn en worden in mensen en machines onvergelijkbaar zijn en omdat het WNT zich niet hoefde te bekommeren om een marktperspectief, maar uitsluitend om de wetenschap sui generis. Dat laatste is in onze dagen volstrekt ondenkbaar. Op de vleugels van de profeten schreef Bernard Al reeds in 1993: ‘Zonder marktperspectief heeft de lexicografie geen toekomst’ (Al 1993:83).

 

Ook de wetenschappelijke lexicografie moet nu de vraag beantwoorden voor wie zij producten maakt als het W(E)TEN.

 

De markt die W(E)TEN wil bedienen is die van degenen die professioneel met het Nederlands bezig zijn. Die professionals moeten kunnen putten uit de krachtigst denkbare descriptie van het hedendaags Nederlands. Voor hen is een selectie niet goed genoeg. Zij willen alle informatie en vele, vele toepassingen van woorden in taalgebruikssituatie. W(E)TEN is vooral nodig voor het nageslacht. Alleen een uitputtende beschrijving van het hedendaags Nederlands stelt onze taalgemeenschap in de toekomst in staat om het Nederlands dat wij nu produceren, inclusief de rariteiten en eendagsvliegen, te begrijpen. Wil ons taalgebied evenmin achterblijven op het gebied van taalanalyse en -generatie dan moeten er niet alleen grote digitale verzamelingen van het Nederlands aangelegd worden, maar ook elektronische woordenboeken die gebaseerd zijn op corpora. W(E)TEN en de materiaalverza-

[pagina 38]
[p. 38]

meling waarop dat woordenboek berust, moeten de producten zijn die ook voor de taaltechnologie interessant zijn. Zij moeten een veelvoud aan expliciete morfologische, syntactische en semantische data bevatten, die voor tekstverwerking, dialoog- en expertsystemen e.d. begerenswaardig zijn (Al 1993). Tenslotte moet W(E)TEN een uitgangsbestand zijn voor allerlei derivaten waaraan de Nederlandse taalgemeenschap behoefte heeft, hetzij om binnen Europa begrip en respect voor elkaars cultuur en vaardigheden te bewerkstelligen, hetzij om in de internationale Europese context de meertaligheid te handhaven. ‘Woordenboeken zijn een stuk infrastructuur, net als wegen. Het zijn verbindingswegen tussen talen. Het is belangrijk dat die er zijn. Wie er van deze verbindingswegen gebruik maken, is een andere zaak, maar je maakt communicatie mogelijk’, zegt Martin tegen Sanders (1997: 24).

 

Is dit een schot in de rug van al die uitgevers die al vele jaren hun producten slijten aan het onderwijs en de algemene publieksmarkt? Nee, natuurlijk niet. Die uitgevers produceren allereerst geen corpora waarop hun lexicale beschrijvingen getoetst worden en bovendien zoeken zij niet naar een uitputtende, maar naar een beredeneerde beschrijving van het hedendaags Nederlands. Vaak streven zij zelfs bewust naar een beperking van het aantal ingangen om voldoende ruimte over te houden voor een goede beschrijving van de geselecteerde woorden. Omdat hun woordenboeken voor het onderwijs gebruikt worden, zijn zij ook vaak pedagogischer van aard. Zij sluiten aan bij de norm. Natuurlijk bieden zij niet de veelheid aan zinnen met woorden in hun natuurlijke omgeving. En behoudens de Grote van Dale huldigen alle redacties het beginsel dat woordenboeken er uitsluitend voor het nut zijn en niet voor het genot. En redundantie aan materiaal is wetenschappelijk intrigerend, maar commercieel niet nuttig.

 

W(E)TEN is bestemd voor de professionals, heb ik zo-even gezegd. Voor de vakman die beroepshalve Nederlands produceert of data onderzoekt om er explicietere wetenschappelijke uitspraken over het Nederlands over te doen.

[pagina 39]
[p. 39]

Hij zal daarbij niet tegen de maan blaffen, maar bij voorkeur zijn elektronische werkomgeving koesteren. Dat rechtvaardigt de vraag of W(E)TEN wel als folio, als boek op de markt gebracht moet worden. Het is moeilijk voorstelbaar dat een professional met een boek zittend in zijn luie stoel zal grijpen naar W(E)TEN als hij bij zijn lectuur een woord tegenkomt dat hij niet begrijpt. Ik durf dan ook de stelling aan dat W(E)TEN bijna uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden, zeer in het bijzonder voor het toetsen van hypotheses en het produceren van teksten gebruikt wordt en zelden voor receptieve doeleinden. Op grond daarvan houd ik staande dat W(E)TEN uitsluitend in elektronische vorm beschikbaar hoeft te zijn.

 

W(E)TEN beconcurreert als elektronisch woordenboek het debiet van de uitgevers niet. Waar wij natuurlijk van uitgaan, is dat ons elektronisch bestand zo aantrekkelijk is dat die uitgevers het als basisbestand voor afgeleide producten willen exploreren en exploiteren. Daar komt bij dat de bewindslieden willen dat wij onze verrijkte en gestructureerde data vermarkten en dat is wat anders dan in de tijd toen het WNT als staatsproduct vogelvrij was. Toen het WNT nog geen onderdeel vormde van de Stichting INL kon het naar willekeur gebruikt en geplagieerd worden door iedere uitgever. Op geen enkele wijze wierp het copyright barrières op. Mijn droomvoorstelling in 1997 is dat van W(E)TEN, zowel voor de publieksmarkt als de algemene markt zoveel producten gemaakt zullen worden, dat er op den duur geen onderscheid meer bestaat tussen commerciële en wetenschappelijke lexicografie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken