Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refereinenbundel, Anno 1524 (1930)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

Scans (22.49 MB)

ebook (3.84 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeurs

Willem van Eeghem

Frédéric Lyna



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refereinenbundel, Anno 1524

(1930)–Jan van Stijevoort–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Refferey CXXV
Almoghende God ontfermt v myns

 
O Jesus cristus wat sal ick bestaen
 
ic en der myn oghen niet op v slaen Ga naar voetnoot2
 
Ga naar margenoot+so grote is vrese in my ghehecht
 
Daer ic v sie aent cruce beuaen
5[regelnummer]
handen voeten / ende syde ondaen
 
om mynnen wille ellendich knecht Ga naar voetnoot6
 
V hooft mit scerpen dornen duerulecht
 
v leden soe jammerlijck berecht
 
dats elcken sin / mach druck ontfaen
10[regelnummer]
Segt herte / hoe en weendi niet secht
 
daer god soe deerlyken duer dij vecht
 
hoe dordy dus sondelick voer hem gaen
 
Myn aenschyn wordt mij al een traen
 
ic kenne mij seluen soe vol venijns
15[regelnummer]
almoeghende god ontfermt v mijns
 
 
 
Hoe soude mij / therte sijn te vreden
 
daer ic v in deser ellendicheden
 
aen tcruce soe jammerlick hebbe vonden
 
Mit suchtender sielen mit ghereckten leden
[pagina 264]
[p. 264]
20[regelnummer]
ghedoornt te lxxii steden Ga naar voetnoot20
 
ghegeselt bespoghen / gehanghen ghebonden Ga naar voetnoot21
 
Mit ghescuerden adren / mit sijpende wonden
 
mit roepender stemmen / mit onghesonde
 
mit wenender oghen / mit innigher beden
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+Mit speersende bloide / mit senuwen gescronden
 
mit steruende herten / wie soude gegronden
 
die pijne die v die joden deden
 
Mit ghelate vrienden / mit viande bestreden
 
soudic bewenen / lacen myn vermanen Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
mij ware van node een zee vol tranen
 
 
 
O soone goods in uwer ellendigher pijnen
 
begaf der sonnen claerheijt haer schijnen
 
die erde beefde / die steenen spleten
 
Ten tempel scuerde die gardijnen
35[regelnummer]
sterre mane stont int verdwijnen
 
der enghelen rouwe was onghemeten
 
Sij verresen die doot waren / ende vergheten
 
inde lucht was groot gheroep gheseten
 
soe ons orconden die heijlighe doctrijnen
40[regelnummer]
volcomen was tsegghen vanden propheten
 
noijt en was sulc verdriet gheweten
 
elc is beladen mitten sijnen
 
Hoe mach ic sondare lachen of grijnen
 
daer ick v kenne in deser noot
45[regelnummer]
scoffierlick ende dalder bitterste doot
 
 
 
Nu en can ic van scaemten niet meer spreken
 
Ga naar margenoot+tis recht dat mij die oghen leeken
 
want ic cause bin van dit bitter lijden
 
Ende come voer dijnen oghen ghestreken
50[regelnummer]
walghelic ende vol sonden ghesteken
 
soe veele tghetal moet ick vermijden
 
Myn sonden sijn meerder nu ten tijden
[pagina 265]
[p. 265]
 
dan tzant der zee in allen sijden
 
of dan oijt sterren aenden hemel bleken
55[regelnummer]
Ic en der mij uwen name niet laten ontglijden
 
hoe mach ick mij emmermeer verblijden
 
ic kenne mij seluen te vol ghebreken
 
O vader ghi en hebt noyt niemant besweken
 
wilt doch aenscouwen myn bitter leet
60[regelnummer]
jc bin om beteren al bereet
 
 
 
O crachtighe doot ghebenedijt
 
o doot die des sondaers versoeninghe syt
 
o doot die tsvaders gramscap slaecte
 
O doot verdrijf des viants nijt
65[regelnummer]
o doot die onse ellendighe sijt
 
o doot die cristus selue smaecte
 
O doot die doude vaders ontscaecte
 
o doot daer den hemel by op gheraecte
 
o doot noijt swaerder ter werlt wijt
70[regelnummer]
O doot daer ons soe vele bij naecte
 
Ga naar margenoot+o doot die ons die vrientscap maecte
 
o doot ghedenckelyke ter ewigher tijt
 
O doot die mij die ziele duersnijt
 
dies bid ic v jesus vol ghenaden
75[regelnummer]
laet mij v bitter doot staen in staden
 
 
 
O iesus uwen name sij ewich verheuen
 
hi can verlatenisse van sonden gheuen
 
hij can vercrijghen svaders gracie
 
Hij can doen onse vianden beuen
80[regelnummer]
hij can ons brenghen int ewich leuen
 
hij can verdriuen alle sondighe nacie
 
Hy is int hooren een confortacie
 
hy is int herte een iubilacie
 
hy is inden mont een honich beseuen
85[regelnummer]
O iesus ick en wille gheen langer spacie
 
myn ziele gheert mit v recreacie
 
laet mij van v niet sijn verdreuen
 
V lijden staet soe in mij ghescreuen
[pagina 266]
[p. 266]
 
mer ic bin vol quaetheden sonder enden
90[regelnummer]
ic en weet mij van rouwen waer wenden
 
 
 
Ontfermhertich coninck sonder ghelijke Ga naar voetnoot91
 
o gherechtich coninck die niemant en wijke Ga naar voetnoot92
 
Ga naar margenoot+o moeghende coninck / sonder verwinnen
 
O coninck der ewicheyt / sonder swijke Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
o coninck alle coninghen te rijke
 
o coninck der maechdelijker sinnen
 
O coninck der hoechster coninghinnen
 
doet mij verbernen in uwer minnen
 
myn ziele die sterft / van groten versijke
100[regelnummer]
Seynt doch mij der herten dou van binnen
 
laet mij tperdoen uws lijdens innen
 
dat ick der helscher pijnen ontstrijke
 
Ghy hebt myn lichaem ghemaect van slyke
 
mer myn ziele naer v figuere vercoren
105[regelnummer]
en laet v ghelyke dan niet verloren
 
 
 
Nu vader doer v grote trouwe
 
ende doer uwer moeder bitteren rouwe
 
laet uwen doot mij comen te baten
 
Bespraijt mij mit uwer gracien douwe
110[regelnummer]
dat ic myns selfs ghebreck aenscouwe
 
ende mij naer uwen ghelieue mach saten
 
Gunt mij uwe hemelsche honichraten
 
bij sculden niet / mer bij caritaten
 
ghij vergaeft doch magdalena der vrouwe
115[regelnummer]
Ga naar margenoot+Haer sonden groot / duer haer mislaten
 
ontfermt v dan / der kerstene staten Ga naar voetnoot116
 
wiens duecht noch lacen / valt op tflouwe
 
Ick duchte den wech die wordt ons nouwe
 
mer vader sijt ons int leste bereijt
120[regelnummer]
doer v milde ontfermherticheijt
 
A . - . - . M . - . - .. E .. .N

voetnoot2
de s van ist verb. uit ss
margenoot+
Fol. 165v (clviv)
voetnoot6
(Ref. CXXV) nen van mynnen boven den regel bijgeschr.
voetnoot20
de l van lxxii verb. uit het eerste ged. eener v
voetnoot21
de tweede g van gehanghen verb. uit d en de tweede h uit e
margenoot+
Fol. 166 (clvii)
voetnoot29
de eerste e van vermanen boven den regel bijgeschr.
margenoot+
Fol. 166v (clviiv)
margenoot+
Fol. 167 (clviii)
voetnoot91
boven de ij van ghelijke en wijke zijn eerst stipjes, naderhand streepjes geplaatst.
voetnoot92
boven de ij van ghelijke en wijke zijn eerst stipjes, naderhand streepjes geplaatst.
margenoot+
Fol. 167v (clviiiv)
voetnoot94
de eerste c van coninck niet meer zichtbaar.
margenoot+
Fol. 168 (clix)
voetnoot116
de e van staten onduidelijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken