Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken
Afbeelding van Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliothekenToon afbeelding van titelpagina van Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.80 MB)

ebook (12.09 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken

(2005)–Jos Stijfs–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]


illustratie
De allegorische titelprent van een prachteditie van La Fontaine's berijmde fabels: de gebochelde Aesopus, als klassieke fabeldichter het grote voorbeeld voor La Fontaine, verwijst naar de gelauwerde buste van de auteur, die is omgeven door de dieren die in zijn fabels aan bod komen.


[pagina 125]
[p. 125]

La Fontaine: folianten vol fabels

Mensen hebben altijd van avonturen gehouden die ze dieren lieten beleven. Daarom had Aesopus (± 550 voor Christus) met fabels succes en zijn beesten-sketches zijn nog steeds populair. Phaedrus, slaaf aan het hof van de Romeinse keizer Tiberius, tekende omstreeks 50 voor Christus de wonderlijke vertelsels op, die van de gebochelde Phrygiër Aesopus waren overgeleverd. Was zijn leven zelf geen mythe? De fabels van Aesopus, waarin dieren menselijk doen, de leerdichten die op sprookjes lijken, stonden model voor latere fabeldichters. Eén van hen, Jean de La Fontaine (1621-1695) behoort tot de Franse klassieken.

 

Vier kloeke folianten, in leer gebonden en goudgestempeld, elk bestaande uit drie boeken met in totaal 276 fabels, kwamen uit het Jezuïetencollege van Warmond naar de Universiteitsbibliotheek Maastricht: Fables choisies, mises en vers par J. de La Fontaine. Ze verschenen in 1755 in Parijs bij Desaint en Saillant en bij Durand, nadat ze bij Charles-Antoine Jombert waren gedrukt. J.N. Oudry, hofschilder en professor aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten, schiep de uitbundige illustraties, waarnaar N. Dupuis en C.N. Cochin-le-fils de houtsneden en gravures vervaardigden. Aan de fabels gaat een eerbiedige opdracht aan de koning vooraf. De ‘zeer bescheiden, zeer gehoorzame en zeer trouwe dienaar en persoon’ (van de inleider) De Montenault, looft Lodewijk XV breedvoerig. Een aantal individuele fabels is overigens aan enige hoge edelen opgedragen.

 

De editie van 1755 is gebaseerd op de uitgaven van 1668 tot 1694, die nog door La Fontaine zelf zijn geredigeerd. Niet alleen de zedenles maar ook het aardige verhaal spreekt bij hem sterk. De fabel ‘Het hert en het schaap’ bevat de les, dat het niet verstandig is de vijand van degene van wie men geld lenen wil als borg aan te wijzen. ‘De vlieg en de mier’ geeft het advies dat wie bij machthebbers in een goed blaadje staat, daarover moet zwijgen om jaloezie te vermijden. Vrijheid telt soms meer dan brood, al kan het risico dodelijk zijn, getuige ‘De wolf en de hond’.

 

La Fontaine was een man uit de provincie; hij kwam uit Château-Thierry aan de Marne. Een opleiding tot geestelijke verwisselde hij weldra voor een rechtenstudie. Min of meer onder dwang huwde hij de veertienjarige Marie Héricart. Al vroeg raakte hij in de ban van de Griekse klassieken en hij was een bewonderaar van Boccaccio. Als dichter en schrijver van wufte ‘libertijnse vertellingen’ en toneelstukken kreeg La Fontaine ook in Parijs bekendheid. Een duel-avontuur moest hij bekopen met een tijdelijke verbanning. De hertogin van Bouillon, een nicht van de invloedrijke kardinaal Mazarin, was echter een trouwe beschermster. Andere vrienden aan het Franse hof waren Henriëtte van Engeland (als hertogin van Orléans de schoonzuster van

[pagina 126]
[p. 126]

Lodewijk XIV), de machtige minister Nicolas Fouquet, de prins van Conti en vooral Madame de Sablière. Ze hielpen hem menigmaal als hij financieel aan de grond zat. Als oude, blinde en eenzame man verzoende La Fontaine zich met de kerk. De hertog van Bourgondië kende hem vervolgens een jaargeld van vijftige Louis d'or toe.

 

De gevierde fabeldichter liet zich de strijkages van de hofkliek aanleunen en was ook bevriend met grote schrijvers als Racine en Molière. Maar hij liet weinig na om zich onmogelijk te maken. In gezelschap vergat hij zijn omgeving, of hij deed alsof. Hij kon zo nadrukkelijk zwijgen, dat iedereen het op de zenuwen kreeg. Hij bracht uren slapend door temidden van de drukke conversatie van de Parijse salons. ‘Als hij iets zei, was het zeer bizar, uitzonderlijk en onverwacht’, vertelt de levensschets in deze uitgave. Ooit beweerde hij zich niet te herinneren dat hij een zoon had. Hij wordt een dromer genoemd, ‘vol lethargie en meditatie’, een ‘gentilhomme savant’, die verstrooid in rijtuigen rondreed.

 

De dierfabel is vanouds gebruikt om misstanden aan te klagen. De dichter laat agressieve, domme of ijdele dieren opdraven, waarbij de lezer zich kan afvragen welke politicus, geestelijke of edelman op de korrel wordt genomen. Een boeiend kijkspel zijn de illustraties in het grote Fabelboek, dat zwanger gaat van zinnebeelden. De fabeldichter schept uit de hoorn des overvloeds, de fakkel der waarheid ontsteekt hij aan wijze lessen; de slangen van de voorzichtigheid en de vindingrijkheid kronkelen zich om bloemrijke taferelen. Zestig jaar na zijn dood werd La Fontaine afgebeeld als een groot man naar wie zelfs Aesopus opkeek. De roem van zijn fabels, getuigend van Franse grandeur, heeft de hofschilder met overdadige ornamenten tot in de hemel van de goden getild.

Maastricht, Universiteitsbibliotheek MU RAA 781 [-784]

Fables choisies, mises en vers par J. de La Fontaine, dl 1-4, Parijs (Desaint et Saillant et al.) 1755-1759.

Noot: dit exemplaar bevat een aantekening ‘Ex biblioteca principis canini’, waaruit blijkt dat het afkomstig is uit de bibliotheek van Lucien Bonaparte, Prins van Canino, de oudste broer van Napoleon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken