Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Mengeldichten
Toon afbeeldingen van Mengeldichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,51 MB)

ebook (2,84 MB)






Editeur

Peter Jozef Visschers


Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Mengeldichten

(1837)–Adriaan Jozef Stips– Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]
OPGEDRAEGEN
aen de
BLOEDVERWANTEN
en
VRIENDEN
DES AFGESTORVEN.
[pagina 3]
[p. 3]

Voorberigt.

Daer my, als vriend van wylen den heer A.J. Stips, eenen bundel van nuttige en leerryke Mengeldichten ter hand besteld is, heb ik, myns dunkens, hiervan geen voórdeeliger gebruyk konnen maeken, dan met de zelve, by uytkiezing, in het licht te geéven, overtuygd dat zy by alle Lettervrienden een zoet aendenken zullen zyn van dien welken eenen der Opregters des Tael- en Dichtlievend Genoótschaps binnen Antwerpen geweést isGa naar voetnoot(1). Ik zeg, by uytkiezing, omdat ik my slegts by die geénen zyner Dichten bepaeld heb, welke ik de aengenaemste en nuttigste voór de Jeugd geoórdeeld heb, hoogst verblyd van haer een fraey en leerryk boekje van dien aerd in handen te konnen geéven.

Dan, men denke geenszins dat ik deéze Mengeldichten voórbreng om in vergelyking met groote Dichters te treéden, neén; den heer Stips

[pagina 4]
[p. 4]

heéft nooyt het geluk gehad zich in zyne jeugd op Konsten en Weétenschappen toe te leggen. Al wat hy geleerd en geschreéven heéft, is de vrugt van zyne eygene oefening en werkzaemheyd geweést, gelyk zulks ook plaets heéft by zynen nog leévenden broeder J.B. Stips, die onderscheydene Werkjes en Dichten in het licht gegeéven heéftGa naar voetnoot(1).

By het opstellen deézer Mengeldichten heb ik de spelwyze des dichters behouden. Alleenlyk heb ik het my veroórlofd, waer eene misgreép van Dichtkunde voórkwam, de zelve doór eene andere uytdrukking te vervangen.

 

Mechelen den 2 Augustus 1837.

voetnoot(1)
Het Antwerpsch Tael- en Dichtlievend Genoótschap heéft aenvang genomen den 16 october 1803.
voetnoot(1)
1o
Den Gierigaerd, Tooneelspel.
2o
De twee Staetsgevangenen.
3o
Den Aftogt der Hollanders uyt Belgien, of de twee Dienstboden.
4o
Lessen van vader Jacob aen zyne kinderen.
5o
Samenspraek tusschen eenen meester en zynen leerling.
6o
Gedichten, in het werk: Gedichten en Verhandelingen van het Koninglyk Genoótschap van Tael- en Dichtkunde, te Antwerpen.

Vorige Volgende