Sommighe nieuwe schriftuerelicke liedekens

[fol. P7v]

[LOf, Prijs, en Eer den Heer tot]

⁺LOf, Prijs, en Eer den Heer tot allen stonden geeft,
⁺Die ons zijn eewich licht nu lieflick aenschauwen laet,
⁺Voor hem O mensch doch niet booslick onghebonden leeft,
Die ons zijnen Soon tot een hulper ghesonden heeft,
⁺Doen wy gevangen lagen in s'doots benauwen quaet,
⁺Quam om ons te verlossen t beloofde Vrauwen Saet.

Die nu al zijn Schapen seer fijn en liberalich weydet   tot desen Heylant ⁺ met een vast betrauwen gaet, verheucht u in deucht wensche ick elck geluck ter salicheydt in eewicheyt,

AMEN.

+ Psal. 117, 1. 103, 20, 21, 22.

+ luc. 2, 32.
1. Io. 2-8.
Ro. 13. 12. ende. 12 2

+ Rom. 8-3.

+ Esa. 62-1-1

+ Gen. 3-15.

+ Ioh. 10-11.
3. Ioh. 1-11
Heb. 4-10

[fol. P8r]

Die Waerheyt claer// een paer,

Veel ghewelt lijdt,

Sonder vaer// met haer,

Altijt int velt zijt.