Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

[p. 211]

Zeven-en-dertigste brief.
Clementina, aan Héloise.

Uw losse vlugge geestigen styl, als ook de zoo natuurlyk geschetste tafreelen welke gy my in uw laatsten brief afmaalt, maaken my brandend nieuwsgierig naar het vervolg van dit alles: uwe verbeelding is zoo vaardig dat zy in het zelfde oogenblik scherts; met ernst verwisseld, en ongevoelig van het eene tot het andere overgaat. - Herrinner u nog, dat toen wy met elkander op school waren, dat onze Mademoiselle u dikwerf zeide: votre imagination vous égare! - zy had juist geen ongelyk: gy zult niet vergeeten hebben, dat zy om u eens op den toets te stellen, voorwende dat de ouders van eene onzer medgezellinnen een danspartytjen op het land zouden geeven - en hierby alles zouden voegen, wat dezelve bekoorlyk kon doen zyn; uwe verbeelding schetste u toen alles met de levendigste verwen af: - hier zaagt gy niets dan verlichte roozen en jasmyn boschjes dáár weder lommerryke laanen welke met gecouleurde lampions verlicht waren - ginds

[p. 212]

springende fontynen - in een woord uwe verbeelding ontwierp een zeer bekoorlyk maar tevens bynaar onuitvoerlyk plan: ten zy men zich volstrekt vooorgenomen had, om de tuinen der tovergodinnen gelyk men ons dezelven afschetst na te bootsen: - herrinner u dat onze Mademoiselle na dat gy de schoonste plans ontwerpen had - u koelbloedig berichter: dat zy dit alles slechts gezegd had om te zien hoe verr' uwe verbeelding u zou vervoeren, daar zy u tevens de onmooglykheid hiervan deedt begrypen... Ik weet zelf niet hoe my dit in de gedachten komt - waarschynlyk, vermids den rol die gy nu weder op die bruiloft speelen zult iets van dat zonderlinge, van dat romaneske heeft; dat gy zoo zeer bemint: - ik weet het echter niet, maar my dunkt dat de ontroering welke gy op het zien van de Heer C.... bespeurde iets meer dan een' vrolyken avond voorspelt...... Ik hoop dat ik spoedig een brief van u ontvangen zal, die my het slot van dit alles zal mede deelen.

Gaarne wenschte ik u ook iets te schryven, dat u zoo veel vermaak gaf, als uw' laatsten brief my veroorzaakte, maar alles is hier eenvouwig, landlyk en eenvormig: - stille land en huislyke tafreelen, ziedáár alles wat ik u kan mede deelen: de Natuur neemt daaglyks toe in schoonheid, - onze vruchtboomen

[p. 213]

belooven veel ooft, myn bloemen-tuin is bekoorlyk: en ik pluk daaglyks volle schotels met aardbesiën; onze twee koeijen geeven veel melk en wy eeten dikwerf overheerlyke room: - indien deeze eenvouwige genoegens, gevoegd by het gulle onthaal dat de vriendschap u doen zal, u kunnen doen besluiten, om voor eenige dagen uwe stedelyke vermaaken vaarwel te zeggen, kom dan zoo spoedig mooglyk - myn goede moeder verlangd ook sterk naar u.... En gy zult hier de eenvouwige Natuur in alle haare schoonheid aantreffen: kom dan zoo spoedig mooglyk - en vergeet in het midden van uwe woelende vermaaken nooit,

Uwe vriendin,

clementina.