Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Vyftiende brief.
Karel aan Heloise.

Beklaag my, lieve zuster! daar ik de ongelukkigste der menschen ben; want wat smart ooit meer, dan eene misleide liefde?.... Gy weet, dat ik charlotte zo teder beminde, dat haare oogwenken my eene wet waren, dat ik haar alöm verzelden, dat ik alle haare luimen voldeed, in één woord, dat zy alles voor my was: en ziedaar! op het onverwagtst ontving ik een' brief van haare ouders, waarin zy my verzochten om myn bezoeken en oplettenheeden te staaken, vermids zy my nooit hunne dochter zouden geeven. Dit briefjen trof my als een donderslag; ik herlas het verscheide keeren, en riep eindelyk uit: Maar myne charlotte zal my toch blyven beminnen.... Door dit streelend denkbeeld weggesleept, zogt ik middel om haar te spreeken, en bezocht alle plaatsen, alwaar zy te voorenpleeg te komen, doch vond haar niet. Eindelyk zag ik haar toch in het uitgaan der kerk, en sprak haar aan, doch zy zei my slechts, met een ernstig gelaat: verschoon my, maar ik heb geen' tyd om met u te spreeken, vermids myn ouders my reeds in het

[pagina 63]
[p. 63]

rydtuig wagten. Den volgenden dag ontving ik een briefjen van haar, waarvan ik u een afschrift zend.

 

MYNHEER!

 

Weest zo goed om voordaan alle verdere moeite te spaaren om my te spreeken, daar ik u overal ontwyken zal. 't Is waar, wy hebben een poos met elkander door het leven gedarteld: gyspeeldet de rol van minnaar, ik die van uwe minnaares, maar dit was ook slechts een bloot spel dat nu ten einde geloopen is; en waarvan eene tweede vertooning my mishaagen zou. Denk niet, dat myn ouders my door dwang deze, bekentenis afperssen, neen, ik doe u die uit vrye keus. Men vermaakt zich wel eenige oogenblikken met den vlinder, maar hy hecht ons niet op den duur, om de levensreis gelukkig met een' man afteleggen, wordt 'er meer vereischt dan eene bloote galanterie, welke veeleer gevaarlyk wordt, dan dat zy ons geluk zou bevorderen; daar zy na het huwelyk niet zelden tot andere vrouwen overslaat. Dit zy u genoeg, Mynheer! om u te overtuigen van myne gevoelens omtrent u.

 

Charlotte.

 

Gy kunt niet begrypen, lieve zuster! hoe ik te moede was, na dit briefjen geleezen te hebben. Spyt en woede deeden my met groote schreeden

[pagina 64]
[p. 64]

myn kamer op en neder gaan: ik wilde haar met verwytingen overlaaden, begon haar te schryven, verscheurde verscheide keeren weder myn' brief, tot dat eindelyk het gevoel myner gekwetste eigenliefde geheel de overhand nam: ‘Hoe! (riep ik uit) welk eene uitwerking zullen myne verwytingen op haar hart hebben?... Daar zy alles als een bloot spel beschouwd heeft?..’ Misschien zou zy, om een naklugt te speelen, myn' brief aan haare bekenden laaten zien, die my alsdan tot het voorwerp haarer spotterny zouden maaken. Een hoonend stilzwygen zal dus myn eenigste wraak zyn....

Van dit oogenblik af, is myn verblyf te Parys my tot last geworden; ontmoet ik een bevallig meisje dat my toelonkt, dan denk ik aan de verraaderlyke lonken van charlotte en sla myn oogen neder. Neen, lieve zuster! ik kan niet langer hier vertoeven, en verzoek ook daarom in den nevensgaanden brief aan myne ouders, om weder by hun terug te komen; doe uw best, om dit by hun te bewerken, want ik kan het hier niet langer uithouden. Ik verwagt alles van uwe zusterlyke vriendschap, terwyl ik bestendig zal zyn

 

Uw liefhebbende Broeder

 

Karel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken