Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 140]
[p. 140]

Agt-en-dertigste brief.
Clementina aan Heloise.

Waarlyk, vriendin! gy hebt een' gelukkigen aart, dat gy zo bedaard over het verlies van een aanzienlyk vermogen kunt denken; ik weet wel dat rykdom niet genoegzaam is om de behoeften eener edele ziel te vervullen, maar zy veraangenaamt echter ons leven en vermeerdert derzelver genoegens. Ik beken, dat het altyd eene dwaasheid is, om zich te kwellen over gebeurnissen of rampen, die buiten onze medewerking geschieden, en waaraan wy niets veranderen of herstellen kunnen door onze traanen of zuchten. Echter schynthet my toe, dat gy een weinig te los over het verlies der goederen denkt; daar het geld, wat men 'er ook van zeggen moge, eene noodzaaklyke behoefte is; terwyl men, door het gemis hiervan, zich aan duizende rampen blootgesteld ziet. 't Is waar, vriendin! wy kennen, de Hemel zy dank, deze ramp slechts door anderen, en ook in dit vak zyn wy gelukkig boven duizenden; maar ook de rampen van anderen maaken een' diepen indruk op elk gevoelig hart, en leeren ons de waarde van eenen

[pagina 141]
[p. 141]

ruimen levensstand op prys stellen: alware het ook slechts door de betrekking, waarin wy met onzen ongelukkigen medemensen staan. Echter is 'er in alles eene middenmaat, en ik spreek alleen met betrekking rot de onverschilligheid, waarmede gy in het algemeen over de geluksgoederen van het leven denkt; en waaraan gy, naar myn inzien, te weinig waarde hecht. In het afgetrokkene beschouwd, verëdelt dit uw charakter; maar gy kunt u in gevallen bevinden, waarin dit een zeer grooten invloed op uw lot kan hebben. Waarschynlyk zult gy my eene zedepreêkster noemen, die over alles valt, maar vriendin! een voorval dat ik onlangs hoorde, heeft my hieromtrend tot nadenken gebragt, en my overtuigd dat 'er oogenblikken in het leven zyn, waarin men door een weinig gelds een aantal rampen zou kunnen verhoeden; en het ongeluk der lydenden zou kunnen verzagten. In deze betrekking is het alleen, dat ik de grootste waarde aan eenen ruimen levensstand hecht.

Uw onderhoud met den Heer C...... doet vermoeden, dat gy nog niet onverschillig omtrend hem denkt: misschien is hy de gelukkige sterveling die het hart myner vriendin vestigen zal: een zeker voorgevoel voorspelt my dit; en my dunkt reeds dat ik de tot hiertoe zo onverschillige heloise door de banden der liefde gekluisterd zie! - gekluisterd! door een keten, die 't is waar met bloe-

[pagina 142]
[p. 142]

men omstrengeld is: maar die toch altyd een keten blyft, welkers gewigt haar somtyds drukken, en met moeite zal doen adem haalen....

Schoon ik de liefde nog niet door eigen gevoel kenne, ziet gy echter dat derzelver kentekenen my niet vreemd zyn; ten minsten indien wy het geen onze Romanschryvers hiervan zeggen gelooven moeten. Ik ontveins niet, dat de eerste zoete betovering, die men in het byzyn van een geliefd voorwerp ondervindt, zeer verleidelyk schynt te zyn; en dat, byaldien deze gelukstaat bestendig kon voortduuren, dit de verkieslykste toestand zou zyn dien men zich immer zou kunnen toewenschen: maar helaas! de ontwaaking uit deze zoete bedwelming schynt my yslyk te zyn, daar zy diepe droefheid nalaat; welke een langzaam vergif door onze aderen verspreidt: en ons, even als de bloem die door de brandende middagzon verschroeit, vóór den avond doet verwelken.... ô Hoed u voor zulk eene vreeslyke ontwaaking; stel nimmer een onbepaald vertrouwen op de mannen: zy zyn loos, luimig, en veranderlyker dan de wind: en wanneer hunne liefde eens verkoeld is, alsdan zyn noch reden, noch traanen, noch smeekingen niet in staat om hen terug te doen komen: en een meisjen of vrouw doet dan het verstandigste, van hen maar aan hun noodlot over te laaten: zonder zich verder om hun te bekommeren. Wel nu, zult gy waar-

[pagina 143]
[p. 143]

schynlyk zeggen, ‘van waar haalt gy op uw eenzaam land die zo bittere kennis van het menschlyk hart; vanwaar komt die zo strenge beöordeeling over de mannen; daar gy bynaar met niemand dan met den braaven Heer elius verkeert?’ ô Vriendin! schoon ik op het land woone, en niet dan met landlyke familiën omga, zo bezitten dezen echter niet allen de landlyke eenvouwigheid, die men aldáár denkt te vinden: maar om uwe nieuwsgierigheid niet langer gaande te maaken, zal ik u met weinig woorden het voorval verhaalen, dat my dit streng oordeel over de mannen doet vellen.

De Heer B.... woonde met zyne vrouw op een landgoed, niet ver van ons afgelegen; zy harmonieerden niet te best met elkander, en veelen lieden gaven hiervan de schuld aan den Heer S.... zynde de vriend van het huis, en het bleek ook naderhand, dat dit vermoeden niet ongegrond was, en dat hy de huislyke twisten aanvuurde; daar hy Mevrouw B.... eindelyk deed besluiten om zich van haar' echtgenoot te verwyderen. Dat 'er voords meer dan bloote vriendschap tusschen hen beiden plaats had, laat zich ligt vermoeden: doch ik wil slechts van het gevolg van dit alles spreeken; waarschynlyk spaarde de Heer S.... geene betuigingen en vleijery, om haar hiertoe te doen besluiten: wel nu, na dat deze vrouw haaren echtgenoot,

[pagina 144]
[p. 144]

fortuin, goeden naam en pligt voor hem had opgeöfferd, liet hy haar, eenige weeken nadat zy zich van haar' echtgenoot verwyderd had, geheel aan haar noodlot over.... De schuldige, doch misleide vrouw, zag nu te laat haare dwaaling en misdaad in: en zich verraaden ziende door hem, voor wien zy alles opöfferde, geeft zy zich aan de doodlykste droefheid over, en kwynt in de lente van haar leven, haare gezondheid en vrolykheid weg....

Wat dunkt u, vriendin! is zulk een trek, die voorzeeker niet eenig in zyn soort is, niet geschikt om wantrouwen teken de mannen inteboezemen?... Gy zult my andwoorden: dat zy niet allen naar dezen gelyken - ik ben dit niet u eens: maar het is moeijelyk om onder verscheidene schoone planten, die men slechts oppervlakkig kent, de vergiftige te ontdekken; ook zo is het met het menschlyk hart gelegen: de oogen zyn niet altyd de spiegel der ziel, en een openhartig gelaat strekt dikwerf tot het masker, waaronder men de verraaderlykste ontwerpen bedekt: en verbindtenissen, die voor eene eeuwigheid gevormd scheenen, wordden dikwerf door toeval of luim, of door een enkelen verleidelyken oogwenk verbroken!... Deze overwegingen van de onbestendigheid der heiligste verbindtenissen maakt my somber, en zou my waarlyk het voorneemen kunnen doen vormen, om,

[pagina 145]
[p. 145]

ten minsten zo lang als myne goede moeder leeft, al het gevoel waarvoor myn hart vatbaar is, slechts op haar alléén te bepaalen, daar zy de trouwe vriendin is, die my nooit verraaden zal; en welkers liefde niet van luimen of omstandigheeden afhangt: maar die my altyd met het oprechtste hart bemint.

Ziedáár een' langen brief; het eene denkbeeld ontwikkelde het andere, en ik schreef ongevoelig voord. Ik zal dus eindigen, met de verzeekering dat gy altyd zult ondervinden dat ik ben

 

Uwe vriendin

 

clementina.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken